Verkondigers van een nieuwe start

Gepubliceerd op 7 januari 2024 door Willem

Voor de meesten van ons zijn ze voorbijgegaan aan ons. Zonder enig spoor achter te laten.
Wat we niet gezien hebben hebben we ook niet gemist. Toch?
Elk jaar passeren ze, zoekend, volgend en vindend.
Als afsluiting van en gelijktijdig de weg openend voor.

Drie wijzen, drie weet-hebbenden van, drie richtinggevers aan, drie manieren om een weg te gaan die voor je open ligt. Een weg die niet leidt naar een driesprong maar een weg die ontstaat uit de samenvloeiing van drie wijzen van.
Daar waar drie bij-één komen, de vier ver-volledigen, waar het ledige gevuld wordt met, temidden waarvan in het centrum de quintessence, de zich-zelf bewust geworden mens, zich weet te ontwikkelen. 

Alles in deze wereld manifesteert zich onder invloed van een serie kosmische wetmatigheden waarbij telkens drie principes, drie krachten, drie wijzen, drie eigenschappen zich met elkaar verbinden.

Deze drie zijn werkzaam op allerlei niveau’s, op allerlei schalen, in allerlei milieu’s, binnen allerlei groepen, binnen allerlei werelden, binnen allerlei rijken, binnen alles wat we kunnen onderscheiden.
Alle culturen op deze wereld, alle religies, alle godsdiensten, zij allemaal erkennen deze werkzaamheid van de drie. Ook al geven zij ze allemaal andere namen. 

Daarom als wij het idee hebben dat we in een gepolariseerde wereld leven.
Dat wij voortdurend tegenover iets of iemand staan of komen te staan door de standpunten die we hebben of innemen.
Dan is de boodschap duidelijk en hoeven we niet veel verder meer te zoeken.

We zijn het zicht op de derde verloren.
De betovering is ons ontvallen.
Het sacrale heeft zich (noodgedwongen ?) teruggetrokken.

We hebben de werkelijkheid teruggebracht tot een dualiteit waarbij we zijn gaan geloven dat we moeten kiezen voor en tegen.
Dus tegen ziekte en voor gezondheid. Voor vrede en tegen oorlog.
Tegen onbeschaafdheid en voor beschaafdheid. Tegen de natuur en voor cultuur.
Tegen slecht en voor goed. 

Moet ik zo nog even doorgaan?

De drie wijzen, elk jaar weer, wijzen naar dat ene principe in ons dat in ons geboren kan worden en zicht geeft op het herkennen en terugvinden van die ene kracht die de beide opnieuw kan verbinden.

Het is het erkennen van de werking van de kosmische wetmatigheden, de krachten die ons ver te boven gaan, maar wel al onze levens bepalen, de achting voor deze krachten die maakt dat we op een evenwichtige wijze bv. natuur en cultuur met elkaar kunnen  verbinden. In de achting van dat principe vinden we de weg terug die ons kan helpen een beter, evenwichtiger klimaat te laten ontstaan voor onze manier van samenleven met elkaar waar alle culturen en de hele natuur in harmonie uitdrukking kunnen geven aan de krachten die door hen tot uitdrukking wensen te komen. Wensen die daardoor tot werkelijkheid worden.

Conflicten van welke aard ook, kunnen beslecht worden, wanneer een ieder bereid is in de schoenen van een ander te gaan staan zodat begrepen wordt vanuit welk standpunt de ander de wereld beziet. Enkel een derde, die daar “boven” staat, kan je helpen om uit je schoenen te stappen, letterlijk je standpunt te verlaten. Vanuit stand in beweging te komen, naar de overkant te varen, over de aangereikte brug, om daar in andere schoenen een nieuw standpunt te leren kennen.
Eenmaal terug heeft zo’n reis je compleet veranderd.

Wat het je geeft is de ervaring dat met een derde kracht binnen je bereik, als eigen nieuwe mogelijkheid, je zelf in staat bent om meningen en standpunten in harmonie te brengen met de meningen en standpunten van anderen waarmee je leeft omdat je de subtiele werking van iets sterkers dan je zelf in je zelf ruimte geeft.
Een andere manier om te zeggen dat je de geest, als derde, in je eigen lichaam en ziel de ruimte geeft zich te manifesteren.

 

Daarom begon voor heel oude culturen, hun nieuwe jaar zo rond wat we nu 6 of 7 januari noemen.

Dat zijn twaalf dagen nadat de zon uit haar dieptepunt de weg omhoog terugvindt en vanaf het moment van de winterzonnewende weer omhoogklimt.
Vanaf ongeveer 24 december wordt dit klimmen weer zichtbaar, reden om dat symbolisch te verbinden met de geboorte van dat licht.
Twaalf dagen afstemmen op en daarna in de resterende 354 dagen kan de mens dan uitdrukking geven aan deze krachten middels de vier elementen die de aarde hem ter beschikking stelt.

Dat doet hij onder leiding van een tweetal kosmische krachten die hem daar bij leiden.
Een zon die gedurende die tijd langs twaalf beelden kruipt en twaalf grondthema’s aandraagt voor al die nieuwe composities die op het programma staan en een maan die in haar twaalf rondes van 29,5 dag rondom de aarde de patronen aandraagt die nodig zijn voor de uiteindelijke vorm waarin de elementen zich vertonen.

De zon geeft zicht op de ideeën, de maan brengt de elementen in de juiste conditie zodat de mens en de natuur op deze planeet ermee aan de slag kan om er een nieuwe uitdrukking, een nieuwe schepping, aan te geven. 

Samen, mens en natuur, scheppen in harmonie. Geven vorm aan de ideeën die vanuit de kosmos tot ons komen.

Schept de mens daarentegen zijn eigen ideeën, dan schept hij op.
En daardoor dreigt alles op de schop te gaan.

Maar dat hoeft niet als we de drie in ons laten werken.
Als we ons weer laten betoveren door de ideeënwereld.
Als de inspiratie van de drie wijzen weer ons deel wordt.

Ons doel wordt.

 

©        Willem 

vanuit Huize Poustinia

7 januari 2024

Het verband tussen veertig weken zwanger zijn en veertig jaar wonen en werken hier in Poustinia

Gepubliceerd op 30 mei 2023 door Willem

deel 1 uit de serie:
Verhalen verbonden aan het veertig jaar bestaan van Poustinia.

 

Om maar direct met de deur in huis te vallen.

Dit is, voorlopig, het laatste verhaal uit mijn serie “kosmische verbanden”.
We gaan er een jaartje tussenuit; althans wat het vertellen van dat soort verhalen betreft.

Van nu af aan starten we met een nieuwe serie die het gehele komende jaar in het teken staat van ons veertig jarig bestaan van Huize Poustinia.

Op 9 juli 2023 bestaan we veertig jaar en de trouwe lezer van mijn blog kan zich wellicht nog herinneren dat ik meermaals over de betekenis van het getal 40 heb verteld.
Op 9 juli 1983 werd Poustinia als het ware geboren en de veertig voorbije jaren voelen als een vorm van inwijding.
Persoonlijk voelt het leven en werken hier in huis voor ons beiden niet enkel als een engagement, maar ook als een vorm van inwijding.
De plek zelf, de vele bronnen hier tastbaar aanwezig, de altijd veranderende tuin, de vele mensen die gepasseerd zijn, talloze ontmoetingen van allerhande aard, het contact met onze dieren, de handenarbeid, de verzorging van het huis, de verbouwingen, het bereiden van ongeveer veertienduizendtweehonderdvijfendertig maaltijden, het verschonen van honderden bedden, wat al niet, heeft allemaal bijgedragen tot wie we nu zijn en heeft gemaakt dat het huis is wat het nu is.

Ondertussen zijn niet enkel de bomen die we hier hebben geplant gegroeid, maar ook wij.
Op meerdere wijzen ingewijd in, zijn wij en het huis klaar om ons voor te bereiden voor een nieuwe fase.

Veertig weken zwangerschap leiden tot een nieuwe geboorte. Veertig jaar leven en werken op een plek leidt tot een nieuwe geboorte.
Het huis en wij kunnen ons gaan opmaken voor waar Poustinia van oorsprong voor bedoeld was, is en zal zijn.

Het komende jaar nemen we jullie mee middels allerlei verhalen die achteruit en vooruit schouwen. Die een beeld tonen van hoe het was, hoe het zo geworden is en waar dat mogelijk naar verwijst voor de toekomst en ontvouwen we geleidelijk onze nieuwe plannen.

Hier onder zie je de cover van de eerste uitgave van ons tijdschrift dat verscheen in 1984.

 

 

De tekening suggereert het gestadige groeiproces waarvoor we hier op deze plek kiezen, zich steeds ontwikkelend uit de bron waarmee we in verbinding wensen te blijven.

Hier staat het volgende verhaal dat Huguette toentertijd schreef:

Wat betekent Poustinia ?

Poustinia is een Russisch woord voor woestijn. Het betekent een rustige, eenzame plek waar mensen graag naar toe komen om het diepste van zichzelf te “ontmoeten”. 

In ruimere zin betekent Poustinia ook een toestand van harmonie, waarbij de ziel tot rust komt. Om deze harmonie, deze ontmoeting met het diepere Zelf, de goddelijke kern, 

de grote Adem in ieder van ons, in vele vormen, in elkaar te beluisteren en te beleven, werd dit huis gekocht.

Reeds één jaar werken en leven we in de Poustinia, bouwend aan een thuis voor velen. Het huis was een hoeve met veel bijgebouwen. Van de stal maakten we een eet- en leefruimte. Binnenkort wordt ook de schuur omgebouwd. In het huis zelf wonen wij en een groot deel ervan staat open voor gasten. We hopen binnen afzienbare tijd nog meer slaapruimte te voorzien, zodat de gasten zich gemakkelijk kunnen terugtrekken. 

Veel werk en geduld is er nodig. Af en toe komen mensen een handje toesteken, 

zodat we er niet alleen voorstaan. Samen werken is bovendien een boeiende ervaring, 

die vele blije spontane contacten mogelijk maakt.

Wijzelf leven in de Poustinia van handenarbeid, meditatie en zelfvoorziening. 

Levend vanuit de kleine dingen van elke dag bevoelen we de zin van het leven. 

Deze plaats is geen vluchtheuvel. Het is een huis van bezinning en overgave aan de roep van deze tijd, waaraan ieder vanuit zijn diepste zelf antwoord kan geven.

Met ons leven enkele dieren, met wie we wat vriendschap delen. 

Menig bezoeker werd reeds door Lanza, de hond, met veel warmte ontvangen.

De hof neemt hier een centrale plaats in ons leven in, waar het groeiende en bloeiende leven ons elke dag weer ontroert. Zelden hebben we in kerken of bidplaatsen zo intens en lang kunnen bidden als op deze heilige plaats – we hebben haar dan ook een eigen vorm gegeven. 

De aanplanting vertrekt van uit het midden van de tuin, waar een meditatiebank staat, omgeven door vele bloemen. De bloemen groeien als een stralende zon wijds de ruimte in. Als we geloven dat alles ontstaat, leeft en sterft, groeit en vruchtbaar wordt vanuit het Ene Leven, is dit zeker ook waar voor de tuin en al wat er groeien wil. 

Alles groeit van uit die Ene Levensenergie. Daarom vinden we het belangrijk hier te bidden en in de Ene te werken en zijn vele levensvormen te bewonderen.

Een jaar geleden ging Marc, die mee aan de basis lag van de inspiratie van dit huis, uit ons midden heen. Levend vanuit zijn ziel, stellen wij hem aanwezig in het hart, het centrum van de tuin, met de woorden: “Wees stil mijn broeder en leef je eeuwig leven”.

Deze plaats, midden in de hof gelegen, stelt het levensrad voor, het wiel, symbool van het leven dat immer doorgaat. ’s Avonds kan je van daaruit de zon zien ondergaan: 

een ruimte die zich opent voor de oneindigheid van het leven. 

Een mens die zich beweegt tussen geboorte en dood, zevenmaal…zevenmaal…

Levend vanuit een innerlijke dynamiek, die zich niet aan vaste patronen laat binden, stellen we het huis open voor ieder die op zoek is naar de diepere zin van het leven. 

We binden ons aan geen enkele ideologie. Ieder mag met zijn geloof hier thuis komen.

We wensen dan ook van harte dat dit een open ontmoetingsplaats mag zijn en worden, waar mensen voor elkaars geloof respect opbrengen en niet naar de verschillen maar naar de raakpunten zoeken.

Het huis werd aangekocht dank zij een gift van mensen die jarenlang hard gewerkt hebben, levend vanuit een diepe verbondenheid met de aarde en de dieren.

We voelen ons dankbaar dat dit mogelijk is en wensen ook de geest van intense verbondenheid met de natuur in het leven van de Poustinia te integreren.

Moge Poustinia uitgroeien tot een plaats waar poëzie, kunst, muziek, wetenschap en dans hand in hand gaan met creatieve handenarbeid en meditatie, de bouwstenen voor een nieuwe wereld.

In die zin is Poustinia ook een centrum van doorstroming. 

We leven in een boeiende tijd, waarin de mens meer dan ooit, ondanks de voortdurende bedreiging van vernietiging en chaos, op zoek is naar de wezenlijke kern van het leven. Een wereld van inzichten opent zich. Het bewustzijn neemt toe. Op velerlei wijze leert de mens bewust om te gaan met zijn diepere Zelf, de onverwoestbare kern van het leven, 

dat eeuwig doorgaat.

Zo worden in de Poustinia cursussen en weekends gepland die het mogelijke maken in bewustzijn te groeien. Natuurgeneeskunde, massage, meditatie, dans en de stilte als hoofdtherapie bieden rijkelijk kansen tot ontplooiing en verdieping. 

Toch blijven we het belangrijk vinden dat deze cursussen in een sfeer van vriendschap en ontspanning verlopen en dat het leven er centraal blijft staan. Geen enkel initiatief dat genomen wordt is een doel op zich.

 

Ondertussen veertig jaar later geldt nog steeds de essentie van deze tekst. 

Al heeft door praktisch werk en een inzet die trouw blijft aan de beginselen, zich een diversiteit aan mogelijkheden ontvouwd die de werking heeft verdiept, verbreedt en vooral geprofileerd.
Daardoor berust de werking nu op deze pijlers:

Herbronning, bewust antwoord geven op en kiezen voor verandering.
Een eerlijke open dialoog aangaan met, veiligheid, omkadering en preventie inzake een gezonde geestelijke ontwikkeling.
De heilzame kracht van de natuur achten als volwaardige bondgenoot.
Tegemoet komen aan een nood tot spirituele zingeving.
Dit laatste raakt aan een bewuste keuze om de werking van Poustinia te verbinden met een netwerk van verwante initiatieven verspreid over het land en andere landen in de wereld. 

Huguette en Willem.

30 mei 2023

 

 

de andere verhalen behorend bij dit blog vind je hier:

Earth’s Day – 22 april

Gepubliceerd op 22 april 2023 door Willem

Strikt genomen ben ik weer te laat.
Op donderdag 20 april, zo rond 10.30 uur, wandelde de zon het beeld van de Stier binnen.
De kinderen die vanaf dat moment geboren worden op deze wereld mogen zich een “Stier” noemen.
Ik probeer telkens het moment te kiezen dat de zon een nieuw teken binnenwandelt om het vervolg van dit verhaal het licht te laten zien.
Maar deze dag, iets later dus, sluit wat beter aan en het kan gelden als excuus.

Vandaag staat sedert een tijdje bekend als “Earth’s Day’, 22 april.

Ik heb er in mijn verhalencyclus vorig jaar ook al aan gerefereerd.

Geheel in stijl met de gronddynamiek van het “Stier” archetype hebben een groep wijze mensen besloten deze dag, 22 april, uit te roepen als universele feestdag ter ere van onze planeet.

Wie verder wil neuzen daaromtrent moet zeker dit adres even bezoeken: 

https://www.earthday.org/

 

 

Het één zal wel met het andere van doen hebben maar vandaag viel er ook een bericht in mijn mailbox binnen dat repte over een cursus die mensen inzicht wilde geven in een nieuwe tak van de psychologie, de zg. ecopsychologie.

Het is een welig groeiende (psychologie)boom waar de laatste tijd vele nieuwe takken aan verschijnen die reppen over nieuwe vergezichten die onze blik als maar verder en dieper helpen doen (in)zien hoe we als mens ineen steken.
Nooit is er zoveel aandacht geweest voor onszelf.
Daarom is het van belang dat we onze zelfontwikkeling ook vooral op tijd, nu het nog kan, verbinden met nieuwe inzichten zoals onze wederzijdse afhankelijkheid die wij hebben met onze planeet.
Anders gezegd, wie vandaag de dag goed voor de dag wil komen, moet niet enkel een afdeling groen in zijn klerenkast hebben hangen, maar ook zijn vocabulair dient zich aan te passen aan de nieuwe wendingen die zich in de samenleving aftekenen, die onafwendbaar zijn.
Nieuwe kennis, nieuwe rapporten, nieuwe inzichten doen ons hopelijk inzien dat er een veel nauwere relatie bestaat tussen ons, ons handelen en onze planeet.

Hopelijk leidt dit tot een keuze.

Maar Earth’s Day heeft als geboorte-gesternte de dynamiek van de Stier.

En bij hem moet je niet aankomen met nieuws, inzichten, psychologie, bewustzijn enz.
Bij hem gaat het om daden die voortkomen uit een grondhouding.
Om een diepgewortelde erkenning van wat juist is.
Van wat in de grond goed is.
Een “Stier” heeft grond nodig om op te staan.
Het is een “aarde-teken”. Die weet wat fundamenten zijn

Op fundamenten kun je een sterk huis bouwen.
Laat ik je eens een beeld geven van hoe een sterk fundament eruit ziet.
En dan wil ik eens praten over zaken die alle mensen aan gaan. Iedereen.
Die universeel zijn.
Over eigenschappen die ons allemaal in-geschapen-zijn.

Een ieder die dit leest heeft wat ik nu beschrijf wel eens meegemaakt. Wel eens gevoeld.
Omdat we ermee uitgerust zijn, met dat gevoel dat dan de kop op steekt in ons.

 

Je bent te gast bij iemand. En de gastheer of gastvrouw schotelt je een aantal maaltijden voor waar je werkelijk van geniet.
Het is vanuit liefde geschonken en vanuit wederkerige liefde in dank aanvaard.
Beiden zijn tevreden.
De volgende dag gaan jullie wegen uiteen.
Zoals gepland.

Maar…

Onvoorziene omstandigheden maken dat je niet kunt vertrekken en je moet een beroep doen op de gastheer om nog wat langer te mogen blijven.
Geen probleem. Dat kan. Iedereen opgelucht.
Maar de tijd vordert en de situatie voor jou verandert weinig. In die zin dat je niet weg kunt. Dat je geen keuze hebt om nog langer te blijven waardoor je opnieuw een beroep moet doen op de gastvrijheid van de ander.
Ondanks dat de gastheer(vrouw) verzekert dat het wel zal lukken, gebeurt er bij jou iets.
Er kruipt langzaam een gevoel omhoog vanuit je buik.
Je begint te voelen dat dit niet langer zo kan blijven duren want er begint iets scheef te groeien.
Dat wordt nog veel sterker naarmate de omstandigheden die dit hebben veroorzaakt ervoor zorgen dat je niets of weinig kunt terug doen voor je gastheer.
Je voelt dat je iets moet terugdoen. 

En de meest geschikte vorm daarvoor is vergoeden, het weer “goed” maken.
Want langdurig alles maar van één kant laten komen dat voelt niet “goed”.
De gastheer wil er niets van weten, in het begin toch, maar als de situatie blijft duren, komt ook hij in de problemen. Ook zijn voorraad goederen, eten en dienstbaarheid hebben hun grenzen.
De enige manier om met dit gevoel te “dealen” is het vinden van een manier waarop jij het gevoel hebt iets terug te kunnen doen waardoor de balans tussen jou en de gastheer weer als hersteld voelt.
Dat kun jij niet bepalen. Dat kunnen jullie enkel in goed overleg.
Want jullie alle twee, hebben weet van dit “weegschaal” idee, dat gevoel dat jou vertelt wanneer de balans uit evenwicht begint te raken.

Het is niet omdat ik dit zeg, het is een feit dat elk mens op deze planeet dit ingeschapen gevoel kent.
Reden voor veel oude culturen om dit menselijke aspect uit te roepen tot één van de “heilige”plichtenMen noemde dat vroeger GASTVRIJHEID.
Het is namelijk in dit culturele gebruik dat we gastvrijheid noemen, dat we dat “weegschaal-gevoel” ontmoeten en leren kennen en gebruiken.

Voel je wat ik bedoel, zie je in waar het hier over gaat?

Wat doe jij verder met dat gevoel dat op alle mogelijke manieren in jouw systeem zich roert, maar dat je nooit echt serieus als iets van jou hebt begrepen.
Dat je wel overal om je heen tegen komt.
Dat zelfs nu aan je deur klopt en zich kenbaar maakt als “klimaatprobleem”.
En je die ene simpele vraag stelt:

Na ettelijke eeuwen alles gegeven te hebben, voor niet, wanneer kun je IETS terug doen om het weer “goed” te maken.

Om het weer, het klimaat (waarin we leven) samen, weer als in evenwicht te laten voelen.

Dure cursussen ecopsychologie?

 

Geen woorden, maar daden.
Voor wat, hoort wat.
Stier? Boter bij de vis.

Happy Day, Earth !!!

 

© Willem Versteeg.

22 april 2023

Doe wat er in jou bij het begin van de lente als wil gewekt wordt.

Gepubliceerd op 23 maart 2023 door Willem


Je zult dat ook wel eens hebben meegemaakt, dat je een lucifer die je wilt laten ontbranden, afstrijkt langs de rand van het doosje, en dat er dan ineens niets gebeurt.
Wat je ook doet.
Of een motor start die met een schrapend geluid laat weten er echt geen zin in te hebben.
Blijkbaar zijn de omstandigheden die normaal gezien samen komen en op de juiste wijze in elkaar grijpen, niet aanwezig.
Verouderde benzine, vochtig luciferdoosje, allerlei oorzaken tonen zich ineens die maken dat de combinatie van factoren niet de gewenste is en daardoor het plan niet kan doorgaan.
Plannen lopen vast, ideeën krijgen geen uitdrukking, writers lopen tegen een block aan.
En “altijd” gebeurt dat op het moment dat het het slechtst uitkomt.

Want op 21 maart had je dit verhaal misschien al wel willen lezen.
Ik was toch van plan het dan te laten verschijnen.
Maar de lucifers waren niet droog genoeg zullen we maar zeggen.
En uitgerekend, natuurlijk, als het een verhaal betreft waar de zg. “Ram” energie centraal staat.
Een energie die alles te maken heeft met initiatief, de kracht van het nieuwe begin, de doorbraak naar het nieuwe en het opruimen van het oude.
Beelden van een explosie, een ontploffing, een ontsteking, de lont, de lucifer.
Er voor gaan, ongeacht de consequenties. Doorbraak. Vernieuwing. Revolutie.

 

Daarom begint het nieuwe jaar rond 21 maart.
Het is maar een datum natuurlijk, maar het geeft het moment aan dat in de relatie zon en aarde het moment daar is dat bij ons op het Noordelijk Halfrond de zon voor het eerst weer eens langer aan de hemel staat dan de maan.
Vlak voor 21 september was dat ook zo, maar een half jaar lang, heeft de zon het onderspit gedolven en heerste de maan.
Maar deze periode ligt achter ons en de zon bekroont dit moment en roept de natuur als het ware op om uitdrukking te geven aan dit grootse thema door zich te tooien met talloze nieuwe levensvormen in evenzovele vormen.

Een andere manier om te zeggen dat de lente begonnen is.

En dat willen velen op deze aarde weten en overal worden vormen gevonden om dit te vieren.
Zo cruciaal dat dit voor de primitieve volkeren een reden was om hun nieuwe jaar te verbinden met dit tijdsmoment.
(Even terzijde, het woord primitief komt van het woord “primus” dat eerste betekent. Laat je niet verleiden mee te gaan met allerlei connotaties die later verbonden werden met dit woord, waardoor het wellicht “gevaarlijk” wordt deze woorden te gebruiken. Bronnenonderzoek kan helpen om trouw te blijven aan de origine van zoiets als het woord “primitief”.)

Er hangt iets in de lucht aan het begin van de lente en de natuur kan niet anders dan hier uitdrukking aan geven.
Het leven zelf is een ongrijpbaar, onzichtbaar iets.
Je realiseert je dat op een onuitwisbare wijze wanneer je getuige bent van de dood van iemand.

Het moment dat het leven iemand verlaat, want ik kan het echt enkel zo uitdrukken, dat het leven iemand verlaat, ja je leest het goed, het leven kiest dat moment en gaat dan op dat moment zijn eigen weg; dat je dan die persoon kwijt bent, terwijl zijn lichaam er gewoon nog is met alles erop en eraan.
Het leven glijdt uit het lichaam van de stervende en bij jou als toeschouwer voel je aan alles dat ook jij er geen enkele greep meer op hebt.

Dat leven, dat iets dat het lichaam bezielde, want zo noemen we dat toch, dat het lichaam in beweging zette en hield, dat het lichaam in “leven” hield, dat iets trekt zich nu terug.
En we constateren dat dat zo is wanneer duidelijk is dat geen enkele functie van dat lichaam nog actief is.

Heel dit proces is analoog aan hoe het een boom vergaat.
Met één groot verschil.
Het zichtbare leven trekt zich terug aan het begin van de herfst, gaat dan ondergronds in de winter.
Maar onze ervaring heeft ons geleerd dat de boom zelf niet is gestorven.
In de lente komt ze weer “tot leven”.
Ze toont aan de buitenkant weer dat het leven van onderuit zich een weg zoekt naar de bovenwereld en daar zichtbaar wordt in wat ze met de boom doet.

Er is nog zo’n proces dat analoog hieraan is.

Het creatieve proces.

Net zoals bij de mens en net zo als bij de boom, of welk dier en welke plant dan ook, komt leven (op zichzelf onzichtbaar en ongrijpbaar, niet materieel) maar tot uitdrukking wanneer er een bevruchting heeft plaats gevonden.
En een bevruchting is het resultaat van twee “principes” die, tegengesteld van karakter, man-vrouw, bloemetje-bijtje, enz. zich verzoenen. En uit deze verzoening komt een derde een nieuwe levensvorm naar voren.
De driehoek die de basis is van elke schepping.

De totale materiële werkelijkheid bestaat dus maar bij de gratie dat de bouwstenen waaruit de werkelijkheid bestaat door een onzichtbare kracht, die ik voor het gemak maar even het leven noem, op een dusdanige wijze “gestuurd” worden opdat deze verzoening kan plaats vinden. Een verzoening die tot gevolg heeft dat er zoiets als schepping plaats vindt.
Voor de wereld van de mineralen, planten en dieren praten we dan over natuur en als het mensen betreft praten we over cultuur. Verschil moet er zijn natuurlijk.

Terug naar het creatieve proces.

Een creatief proces is dus niet enkel de totstandkoming van een film of een boek.
Van een standbeeld of een symfonie.
Ook een geboorte van een kristal, een ontluiken van een crocus, de eerste kreetjes van een kitten, de geboorte van jezelf en je kleinkind. Het is allemaal het wetmatige resultaat van de werking van dezelfde basisdriehoek.

De twee bouwstenen die bijeen gebracht worden door de inwerking van een derde onzichtbare kracht.

Wel, als de lucifer niet ontbrandt, de motor niet start, het gedicht niet op papier komt.
Wel dan kan het misschien ook wel eens zo zijn, dat het leven niet verschijnt, omdat er iets mis is met één van de twee ingrediënten (natte lucifer-oude benzine), of

– omdat het leven zelf beslist zich nog niet te verbinden met de twee die bijeen willen komen.

– omdat het leven wacht totdat de twee op een iets andere wijze dan gepland was door die twee, bijeen zullen komen

– omdat het leven zelf beslist niet mee te willen doen met het plan dat door die twee werd bedacht.

– omdat het leven zelf beslist enkel daar binnen te willen komen als het leven zelf ook volop kansen krijgt bij te dragen aan

– omdat het leven zelf beslist dat de harmonische ontwikkeling van het geheel meer belang heeft dan de individuele wens van één van de twee partijen of beiden.

 

Een poging om aan te geven dat er misschien altijd wel een goede reden is waarom de motor niet wil starten.

Een antwoord komt enkel dan, als ook een vraag wordt gesteld.
En wie eerlijk vraagt, stelt zich open voor dat antwoord.

Kortom; als het je stoort dat de lucifer het niet doet, weet dan, dat je er zelf te veel druk op legt dat het gaat zoals jij wilt.

Er is een keuze voor een ieder.

DOE WAT JE WIL
of
DOE WAT ER IN JOU ALS WIL GEWEKT WORDT

De Ram energie die ingebed is in een groter geheel weet zich geïnspireerd en drukt een groter idee uit. Die doet niet wat hij wil. Die geeft uitdrukking aan iets dat in hem werkt als een groot willen.
Hij kan dat ook ervaren als een zelf willen, maar dan wordt hij een d-rammer.

De “Ram-kracht” op zichzelf loopt dit risico.
Kennis van de scheppingsdriehoek toont ons weer de oplossing.
Als de “Ram” zich verzoent met zijn tegenbeeld de “Weegschaal”, realiseert hij zich dat elk handelen consequenties heeft. De Weegschaal waakt over het evenwicht.

Denk maar aan de eerste klap op de beitel die de beeldhouwer geeft.
Hij staat voor de brok marmer. Ziet met zijn geestesoog de figuur die uit het blok bevrijd wil worden. (Het grondidee, de inspiratie, de geest, het leven, het nog ongeschapene, noem het hoe je wilt).
Maar hij weet uit ervaring dat de eerste en de volgende slagen van de beitel (Ramkracht), beheerst moeten zijn (Weegschaal) anders resten er slechts brokstukken.

Hij heeft geleerd dat schepping niets anders is dan de twee, in jezelf te laten samenwerken, opdat de Derde zich daardoor kan tonen.

 

©         Willem Versteeg

23 maart 2023

Vanuit Huize Poustinia – Beter laat dan nooit.

Leven naar of voor een patroon

Gepubliceerd op 19 februari 2023 door Willem

De zon wandelde vandaag het beeld binnen van de Vissen. Het laatste beeld van de dierenriem. De voltooiing van wederom een jaarcyclus.
Vandaar dat het beeld van de terugkeer verbonden is hiermee.
Het grote thuiskomen.

Na negen maanden in een oceanische toestand verkeerd te hebben, worden we geboren doordat de navelstreng wordt doorgeknipt. Van een toestand van al-één komen we alleen ter wereld weliswaar met onze moeder in de buurt (als alles goed gaat), maar toch.

Sommige mensen beschouwen het dan startende leven als één grote zoektocht naar dat oorspronkelijke oceanische gevoel van daarvoor. Daar in de veilige, warme moederschoot.
Anderen doen hun uiterste best om in dit leven zelf dat oorspronkelijke gevoel nieuwe vormen te laten aannemen. Om hier op aarde een hemel te creëren.

Het is tussen deze twee uitersten in dat de archetypische kracht die uitgedrukt wordt in het oerbeeld van de Vissen, zich beweegt en zich poogt uit te drukken in. Tot manifestatie wil komen. Vormen tracht aan te nemen. Drijvende kracht wordt voor, de grote motivator voor hoe in het leven te staan.

Het creëren van een hemel hier op aarde, in tegenstelling tot het vinden van een hemel hierboven, wat niet meer is dan een projectie van het eerste, wordt zeer krachtig gestimuleerd door een diep aangevoelde werkelijkheid dat mensen onderling meer verbonden zijn dan dat ze verdeeld zijn.

Het is de archetypische kracht van de Vissen, die in elk van ons werkzaam is, die maakt dat we diep van binnen weten dat onze oorsprong voor een ieder dezelfde is.

Evolutiebiologen wijzen dan naar de processen die de foetus in de baarmoeder doormaakt, processen waar het jonge leven snel alle evolutiestadia doormaakt, alsof het daardoor nog even herinnerd wordt aan waar het vandaan komt alvorens zijn individuele taak op zich te nemen.
Het is in de oceaan waar het allemaal is begonnen. Of dat nu een kleine was of een grote.
We hebben water gehapt voordat we lucht hapten.
Ook in de moderne psychologie ontdekt men dat het lichaam alles wat het heeft meegemaakt in datzelfde lichaam opslaat als herinnering.

In de grond zijn we allemaal gemaakt van sterrenstof.
We dragen diep in ons de herinnering van een collectieve oorsprong.
Elk deel van ons, elke molecuul, elke druppel water was eens een onderdeel van een andere levensvorm.
Na zoveel tijd heeft iedereen deel uitgemaakt van wie weet hoeveel verschillende vormen van manifestatie.

Ik krijg een beeld van een boek dat je vasthoudt, optilt, er hard aan schudt en alle losse letters vallen eruit in een grote bak. Even later komt er iemand langs en haalt de letters er één en voor één weer uit, formeert ze in een ander gelid en “schrijft” er zo weer een ander verhaal mee.
En zo ervaart elke letter hoe het is om deel geweest te zijn van weer een ander verhaal.
Die letters moeten elkaar toch heel wat te vertellen hebben als ze in de grote bak liggen af te wachten wanneer ze weer door iemand opgeroepen worden om deel uit te maken van een nieuw verhaal.

Zoals dat gaat met verhalen en beelden, ga eens mee in het volgende beeld.

Tegenwoordig kennen we allemaal dit fenomeen. 

Je begint een kort berichtje te typen op je GSM. De intelligentie ingebouwd in het apparaat helpt je door in te spelen op wat je wilt typen en stelt woorden voor die je wellicht wilt gaan gebruiken. Anticipeert op wat komen gaat.
Dit fenomeen neemt op allerlei terreinen toe. Kunstmatige intelligentie, algoritmen enz.
Maar waarom werkt dit?

Dat komt omdat men ontdekt heeft dat aan de basis van dit fenomeen patroonherkenning ligt.
Onze hersenen zijn zo gebouwd dat ze zeer snel op zoek gaan naar herkenbare patronen.

 

 

GSM-men, als dat woord juist is, hebben een eigen-aardige gewoonte. Een gewoonte die hen eigen is. Maar aardig is wat anders.
Want nadat je enkele letters hebt ingevoerd, hebben ze de neiging om ZELF al een woord in te vullen. Wil je toch een ander woord gebruiken dan moet je een extra handeling doen, om toch dat te willen schrijven wat jij wilt.

Hier botst patroonherkenning op originaliteit.

Kunstmatige intelligentie werkt omdat we de neiging hebben onze originaliteit uit handen te geven aan een machine.
Omdat we (ons lichaam) in de grond lui zijn (is).
Waarom zouden we nog langer iets nieuws verzinnen of bedenken of als inspiratie tot ons laten komen, als er een programma bestaat dat alles voor ons bedenkt.
Van automaat tot robot tot ChatGPT, tot een geest die wanhopig op zoek is nog contact te krijgen met een brein waardoor hij zich wil uitdrukken.

Het is waar, we zijn met zijn allen uit de oceaan gekropen. Het land op gegaan. Daar zijn we geëvolueerd tot wezens die rechtop gingen lopen. Tot het moment dat we zo ver waren dat een andere werkelijkheid, de wereld van de geest zich wist te verbinden met deze materiële, lichamelijke vorm omdat de evolutie van de hersenen in de mens daar rijp voor was.

En langzaam brak het licht door en zonder dat hij het zich realiseerde deed hij allerlei ontdekkingen. Hij ontdekte het vuur en leerde het in al zijn verschillende uitingsvormen en toepassingen kennen.
Aan de ene kant miljoenen jaren evolutie van de vorm, het lichaam. De levensboom met ons als laatste loot.
Daarnaast de gestadige inwerking van de geest op dat lichaam.
En de langzame versmelting van de twee die daar het gevolg van was. Leidend tot een langzaam ontwakend bewustzijn.
Een cruciale doorbraak.

De mens, met een lichaam dat bezield is met een geest die in hem werkt en zich uitdrukt.
Een driehoek vormend. Perfect in evenwicht als bekroning van de schepping en de schepping aldus naar een hoger plan brengend.

Echter, we staan op een kruispunt. 

Dit is de laatste maand. Een cruciale maand. Hierna kan het afgelopen zijn en vallen we weer terug in de grote oceaan en worden we weer onderdeel van een grote chaotische stroming die de kraamkamer is voor een nieuwe levensvorm. De herhaling van een eeuwenoude cyclus.
Of we laten op het eind van deze maand, de nieuwe impuls toe, de Ram, of als je Christelijk georiënteerd bent, Pasen.
De grote jaarcyclus toont ons deze grootse beelden om ons eraan te herinneren langs welke kosmische wetmatigheden de schepping ineen is gezet.

We staan voor een groots conflict.
De patroonherkenning botst op de originaliteit.

We kunnen enkel overleven als we de originaliteit even veel ruimte geven als de patroonherkenning.

En daar is slechts één manier voor.

Originaliteit werkt in ons middels beelden die tot ons komen. Van binnenuit.
Als je een verhaal leest in een boek, ontstaan er vanzelf beelden in je hoofd. Voorstellingen als het ware die je kunt zien.
Als je stil bent kan een hele binnenwereld in allerlei beelden contact met je leggen.
En je op ideeën brengen. Je inspireren. Je enthousiasmeren.

Zet dat eens naast de beelden die van buiten komen middels allerlei schermen.
Die ons “geschonken” worden door anderen vanuit allerlei motieven.
Die ons in een richting willen laten groeien die ons (of hen)uitkomt?
Die ons op ideeën brengt? Hun ideeën. Jouw ideeën?

Elke archetypische kracht kan op positieve of op negatieve wijze zich uiten.
De Vissen als kracht maakt dat we onze individualiteit verliezen ten voordele van het collectief.
Op zijn tijd kan dat een voordeel zijn. Het kan ook als nadeel werken.
Daarvoor zijn we zelf verantwoordelijk te oordelen wanneer het een waar is en wanneer het andere.

Er zijn vandaag de dag echter krachten bezig die sterk de neiging hebben ons in een collectief gebeuren te dwingen zonder dat we genoeg zelf-bewustzijn en zelf-verantwoordelijkheid aan de dag leggen om ons bewust te zijn van de gevaren hiervan.
Het persoonlijke initiatief, de originaliteit dreigt het loodje te leggen.
We leven als maar meer naar de beelden die ons voorgeschoteld (ja voornamelijk middels schotels) worden.
En braaf eten we deze schotels leeg….

O ja, bijna vergeten te vertellen dat de geest ervoor heeft gezorgd dat er een orgaan in ons lichaam geplaatst is dat af en toe een signaal kan geven om ons te vertellen of wat we doen en waar we voor kiezen, of dat klopt of niet. 

Diezelfde geest die heel de schepping aanstuurt plaatste dat daar. In het hart van ons lichaam en niet in het hoofd.

 

© Willem Versteeg

19 februari 2023

 

vanuit Huize Poustinia.

Op weg naar hartje winter

Gepubliceerd op 20 januari 2023 door Willem

Onze feestdagen worden voor het grootste gedeelte ingekleurd door de godsdiensten waar we ons mee verbonden weten.
Elke religie heeft zo zijn dagen, feesten en vooral redenen om deze dagen in het “zonnetje” te zetten.
Echter in toenemende mate voelen mensen zich alsmaar minder verbonden met allerlei godsdiensten en de daaraan gekoppelde rituelen en gebruiken.
En zo gaat er sluimenderwijs weer een mogelijkheid verloren om je verbonden te weten met.

Religies en de daaraan verbonden godsdiensten waren tenslotte een culturele poging van de mensheid om de oer-verbondheid met het geheel in allerlei vormen tot uitdrukking te brengen.
Deze verbinding te eren en te achten.

We bevinden ons op een beslissend keerpunt.

Aan de ene kant worstelt de mens zich als het ware vrij in het lossen van de banden die te sterk binden en de echte verbinding met het leven in de weg staan.
Aan de andere kant is de nood aan verbinding groter dan ooit.
De eerstgenoemde worsteling om vrij te komen van, toont de behoefte van de mens die zijn eigen wording centraal stelt en de wereld rond hem daarvoor als middel gebruikt.
Het is het puberale standpunt dat de mens wegdrijft van de groep vanwaaruit hij voortkomt. Met als doel een zelfstandig levende mens te worden.
Het daarop volgende stadium van de volwassenheid confronteert de mens, dat op zich zelf staan geenszins wil zeggen dat hij zich kan losmaken uit het grotere geheel.
Doet hij dat wel, dan valt hij terug naar de puberale status die koste wat kost zijn eigen wil zal doordrijven.
Het leven zelf zal hem dan leren dat wie niet wil luisteren zal moeten voelen.

Volwassenheid die wil uitgroeien tot wijsheid legt zich neer bij het besef dat vrijheid de resultante is van het besef dat wanneer men zich vrijwillig onderwerpt aan de grotere wetmatigheden binnen de schepping, deze acht en eert, men vervolgens door de geest geïnspireerd, zich creatief kan uitdrukken en de wetmatigheden als instrumenten leert te hanteren om langs die weg medeschepper te worden van een nieuwe wereld.

Lang geleden toen de mensheid nog niet in de luxe leefde zoals we die nu kennen, gebeurde het elk jaar weer opnieuw dat hij zich tegenover krachten wist staan die hem ver te boven gingen.
Zeer talrijk daarom waren de rituelen en gebruiken die uitdrukking gaven aan de hoop en de verwachting om deze confrontatie met die krachten te overleven.
Een ieder van ons heeft voldoende verbeeldingskracht om zich voor te stellen wat ik hier bedoel.
Naast al deze rituelen leerde de mensheid langzaam aan ook om met behulp van de natuur, denk aan de ontdekking van vuursteen bv., ontdekkingen te doen die hij toepaste om zijn bestaan “aangenamer” te maken.
En zo heeft hij een lange weg afgelegd waarin hij zich steeds verder bevrijdde uit een “vijandige omgeving”.
En hoe meer zijn kracht en zijn vermogen tot handelen en reageren op toenam, hoe meer hij dacht dat zijn macht toenam en hoe sterker hij zich zelf ging zien als meester op aarde.
En zo ging hij op weg naar zijn kantelpunt. 

Volwassen worden of de puber blijven die graag zijn eigen gang gaat.

Lang geleden vierden de oude culturen die onze contreien bewoonden in het putje van de winter, op een kruiskwartdag, dat is het punt dat ligt precies tussen de winter-zonnewende en de lente-evening, een belangrijke gebeurtenis.
Het was het moment in het jaar dat men tegenover één van de grootste krachten stond die op Moeder Aarde werkzaam staan.
De winter.
Deze ouden culturen, de Kelten, vierden daar hun feest Imbolc.
Op of rond de eerste en tweede februari.
Van oude korenschoven werden poppen gemaakt en deze werden geofferd aan de lichtgodin die tevens over de vruchtbaarheid regeerde.
Op haar rekende men, juist op het moment dat elk streepje leven, aan een onzichtbaar draadje hing en dreigde verloren te gaan gedurende de koudste tijd van het jaar.
Als men pech had, waren de voedselvoorraden uitgeput. Bracht de jacht nauwelijks iets op. Had men enkel nog elkaar.

Een vuur, elkaar en de hoop dat het grotere hen goedgezind zou zijn in de dagen die kwamen…

De ouderen in hun cultuur kenden, omdat het leven het hen had geleerd, wat ik hierboven beschreef en wat een korte omschrijving is van wat ook wel eens het beeld van de Waterman wordt genoemd.

Volwassenheid die wil uitgroeien tot wijsheid legt zich neer bij het besef dat vrijheid de resultante is van het besef dat wanneer men zich vrijwillig onderwerpt aan de grotere wetmatigheden binnen de schepping, deze acht en eert, men vervolgens door de geest geïnspireerd, zich creatief kan uitdrukken en de wetmatigheden als instrumenten leert te hanteren om langs die weg medeschepper te worden van een nieuwe wereld.

 

De Waterman, het beeld stelt een mens voor die een grote kruik op zijn rug draagt,
gevuld met water.

Maar het betreft hier levenswater dat hij uitgiet voor hen die er naar dorsten.
Het levenswater is het symbool van zijn vermogen om zijn denken, zijn innerlijke vuur, zo te gebruiken dat hij zich met zijn geest richt naar de andere wereld en daar peilt.
Zich middels die wereld te laten leiden, omdat hij die wereld ootmoedig benadert.
Zich daaraan wenst en weet te onderwerpen om vervolgens de opgedane inspiratie die hij in zijn kruik heeft verzameld, uit te schenken aan hen die daar om vragen.

En omdat de ideeën niet van hem zelf komen, zijn ze origineel, nieuw, revolutionair, visionair. Daardoor bevrijdend en vernieuwend met als gevolg dat de mensen in hun  toepassing ervan zich verbonden weten met, omdat de ideeën telkens op het geheel zijn gericht. 

Levenswater, als het niet vast gehouden wordt, wel eigen gemaakt door er van te drinken, maar niet eigen gemaakt door het vast te houden, wil verder stromen en een ieder voeden die naar de stroom toekomt.
Door enkel te drinken van en het water verder te laten stromen voor een ieder die na hem komt, weet men dat het water uiteindelijk terug thuis komt in de grote oceaan.
Om vervolgens daar vroeg of laat, weer te verdampen, zijn echte thuis op te zoeken, daar verzadigd te worden van nieuwe ideeën en impulsen die opnieuw uitgestort zullen worden over de aarde in een eeuwige kringloop.

Het is dit beeld dat in dit tijdsmoment tot ons komt en waar rond we kunnen vieren.

Als we de weg gaan om elkaar op te zoeken en te delen wat ons verbindt.

De Christelijke traditie heeft dit gebeuren naar zich toegetrokken en er een Maria feest opgeplakt. Maria Lichtmis.
Maar de Egyptenaren, lang voordat er zoiets als Christendom bestond, kenden hun korenschoven-poppen die ze offerden aan Isis, hun vruchtbaarheids leidsvrouwe.
De Ieren vieren nog altijd het feest verbonden met hun leidsvrouwe Brigit.
In IJsland liepen de vrouwen drie rondjes rond hun huis en nodigen de zonnegod uit om binnen te komen in een aangepast ritueel.
Dat het als een erg belangrijke tijdsmarkering gold, kan men zien aan de oriëntatie van cultusplaatsen. Bijvoorbeeld in Meath (Ierland) is de binnenste ruimte van de “Dumha na nGiall” perfect geligneerd op de richting van de opkomende zon op Imbolc en op Samhain.

Altijd en overal zullen er mensen zijn die eren, achten en vieren.

Trouwens acht en vier is twaalf en zo zijn we weer rond (de tafel).

 

© Willem Versteeg

20 januari 2023

de dag dat de Zon het beeld van de Waterman binnenwandelt.

 

 

 

Wie of wat geeft grond aan onze toon

Gepubliceerd op 21 december 2022 door Willem

Ik eindigde vorige keer met deze alinea:

“Als de partituren uitgedeeld worden, ben je er dan klaar voor. Misschien is het jouw taak om één klap te geven op de grote trom, of één tik tegen het triangel. Zorg dan dat je trom en je triangel klaar staan. Dat ze gestemd zijn. Je stokken klaar liggen. Je alert bent. En als het grote moment daar is…”
(
https://www.poustinia.be/2022/11/ )

Ik wil graag nog even stil staan bij dat stukje: “zorg dat ze gestemd zijn”, want de vraag blijft: 

Hoe stem je een instrument?

Wie mijn eerdere verhalen heeft gelezen, weet ondertussen dat al het goede uit drie voortkomt en dat ik geneigd ben om overal die drie er bij te halen. Ook nu weer.

Je hebt een instrument nodig. Het instrument bevindt zich in de z.g passieve fase. Het ontvangt iets bij het stemmen, is zelf niet actief.
Jij als bespeler van het instrument wordt actief in die zin dat je bv. een snaar laat trillen of een toets aanslaat op de piano. Of een stok laat neervallen op een drumvel.
Deze twee samen resulteren in de zg. derde, de verbindende schakel, de toon die wordt geproduceerd.
De klank die vrij komt.

Dat is een zeer bijzonder verschijnsel, klank, een toon, want niet materieel, is lucht dat in trilling wordt gebracht. 

De lucht zelf als zodanig verandert geenszins (passieve fase), maar wel haar karakter (actieve fase) en in een onzichtbaar gebied, waar we niet kunnen binnentreden en waar we nog heel weinig echt over weten, gebeurt iets wonderbaarlijks. Via onze oren worden deze luchttrillingen die we geluid noemen, omgezet in elektrische signalen in ons brein die uiteindelijk door ons bewustzijn “gehoord” worden in ons hoofd.

En dan gebeurt er iets wel heel bijzonders.
Dat wat gehoord wordt wordt geijkt.
We horen niet alleen. We merken dat wat we horen wel of niet in overeenstemming is met …

Wie of wat geeft grond aan onze toon. De titel van dit verhaal.

In overeenstemming is met.
Het zit zoals altijd in het woord zelf verborgen.
In over-een-stemming.
Je instrument afstemmen is bemerken, of opmerken, of merken of het in overeenstemming is met…
Merk je dat we nog een werkwoord, merken nodig hebben.

Je hebt dus stemmen, overeenstemmen en merken nodig voor dit proces.

De voortgebrachte toon kan dus vergeleken worden met:

Klinkt hij vals?
Klinkt hij goed?

Klinkt hij vals?
Is daar een maat, een merk voor?

Klinkt hij goed?
Wat is goed?

Je zult snel merken dat dit sterk aan stemmingen onderhevig is.
Ja, ik bedoel gewoon menselijke stemmingen. Zoals de bui waarin je bent. Hoe je je voelt.
In een trieste bui kan een disharmonische klank heel anders ervaren worden dan een harmonische klank.
We zijn allemaal wel eens in een mineure stemming. Toch?

Is er dan zoiets als een objectieve maat die niet beïnvloed wordt door menselijke stemmingen.

Ja zeker, dat is de stemvork.

Je kent hem wel, een tweetandige, metalen “vork” die bij trilling een toon voortbrengt.
Ze zijn tegenwoordig zo gemaakt dat de temperatuur en luchtvochtigheid er een minimale invloed op hebben en zo brengt de stemvork een geluid, een trilling met een standaardfrequentie van 440 Hz.
Net zoals de seconde, en de meter, is ook deze maat vastgelegd door een groep wetenschappers die op deze wijze voor ons hebben bepaald hoe we onze instrumenten moeten afstemmen.

Vraag blijft waarop?
Op die 440 Hz. Die zij hebben vastgelegd.

Echter…

Je voelt hem wellicht aankomen.

Een dergelijk verhaal in dit kader zal vroeg of laat een verbinding krijgen met kosmische verbanden.
Is er een verband waarop we ons eventueel hadden kunnen afstemmen?
Is de natuur misschien zelf al afgestemd op een grondtoon?
Of de kosmos?
Of de mens.
En zo ja, welke toon?

Wel, heel de kosmos en dus de aarde, de natuur en de mens, is opgebouwd aan de hand van harmonische getalsverhoudingen.

Het was Pythagoras die als ervaringsdeskundige de natuurwetten ook terug vond in de muziek. De getalsverhouding van 3:2 is cruciaal en bepaalt de plaats van de intervallen. De aard van trillingen, de aard van het octaaf enz.
Later vonden anderen dat deze “muziekwetten” ook opgaan voor de verhoudingen in ons zonnestelsel, zoals de afstanden tussen de verschillende planeten.
En ook vandaag de dag ontdekt men in de fractale wiskunde dezelfde grondprincipes.

Pythagoras kwam uit op een frequentie van 432 Hz voor de toon A.

Daar waar de moderne muziek de toon A op 440 Hz stelt.

Een klein verschil.
Het één op basis van menselijke argumenten; het ander op basis van kosmische argumenten.

Ik ga me hier niet mengen in de discussie wat het beste is want muziek blijft ook vooral een gevoelige, emotionele kwestie al hoewel het een wiskundige basis heeft.

Wie het verschil wil horen, luistert even naar het volgende fragment:

https://www.youtube.com/watch?v=lWAzo2DVJPM

Telkens heeft de mens dus de keuze.

Of hij stemt zich af op kosmische ritmen omdat hij zich wezenlijk verbonden voelt met het geheel en vandaar uit wenst te leven of hij gaat zijn eigen gang, gebruikt de vrijheid die hem is gegeven op zijn weg door het leven.

Het is niet aan mij te oordelen welke weg het beste is, als die er al is.
Waar het om gaat is dat je doet wat wezenlijk voor jou juist voelt.

Voor ons hier in Poustinia voelt het juist om te leven op een manier waarop onze verbondenheid met het grotere geheel tot uitdrukking komt.

We nemen daarom het zonnejaar en de symbolische betekenis ervan voor ons als mens en onze natuur als uitgangspunt.

In de jaarlijkse beweging van de zon, de maan en onze aarde, ervaren wij een aantal wetmatigheden die zich dusdanig hebben ingeschreven dat we ze in ons eigen leven kunnen terugvinden als richtinggevende krachten waarop we wensen in te spelen om op die wijze mede-schepper te kunnen zijn.

Zoals in het vorige verhaal van de maand november kiezen wij ervoor om ons te laten inspireren door ideeën die we opvangen vanuit een andere sfeer en waaraan we zo goed mogelijk trachten uitdrukking te geven.

Zo laat wat er nu speelt in de kosmos ons duidelijk zien wat er momenteel in de lucht hangt.

We bevinden ons als het ware onderaan, op de bodem van een cirkel. De zon kan niet lager gaan. Ze heeft haar laagste stand bereikt. Ze kan enkel nog omhoog. En dat doet ze ook nadat ze als het ware drie dagen heeft “stil” gestaan.
Ze heeft drie maanden nodig om uit de onderste regionen van de cirkel diens middellijn te bereiken alwaar ze middels de lente-evening haar kop als het ware boven de horizon steekt en de lente begint op weg naar de top van de cirkel, de zomer.
Maar nu bevindt ze zich in het ultieme duister.

In de afgelopen maand, de boogschutter tijd, heeft ze zoals ik vorige keer heb beschreven, de essentie van haar licht opnieuw verkend. De vier zondagen van de Advent hielpen ons stil te staan bij deze vier aspecten. Wie onze meditaties via Zoom heeft gevolgd weet wat ik bedoel.
Nu breekt de Steenbok-fase aan. Het licht dat nu uit de diepte gehaald wordt gaat door de Steenbok fase heen en wordt als het ware doordrenkt met de structurerende kracht van de Steenbok die symbool staat voor die vormende krachten die de basisstructuur leggen voor de latere zich ontvouwende scheppende kracht.
Het is alsof de Steenbok het nieuwe licht een grondstructuur meegeeft, een soort muzieksleutel die voor de notenbalk gezet wordt en daarmee de sfeer, de toonsoort bepaalt van de komende compositie.
Ritme en maat bepaalt. 

Vroeger sprak men dan over de Saturnus-kracht en in het oude Rome werden rond deze tijd dan ook de z.g Saturnalia gevierd. Grootste festiviteiten die in Rome door alle mensen gevierd werden en de basis markeerden van de z.g Gouden Periode.

( lees vooral even dit verhaal: https://nl.wikipedia.org/wiki/Saturnaliën )

Hier in Poustinia gebruiken we deze tijd om op zoek te gaan naar welke sleutel ons dit jaar aangereikt wordt waarop we het komende jaar verder componeren.
Dit doen we al zo lang we hier zijn tijdens de z.g. Twaalf Heilige Nachten.
De tijd die daarvoor bedoeld is. En vanaf 6 januari 2023 kunnen we dan met meer zicht op, naar buiten treden.

We hebben dit jaar allerlei veranderingen doorgemaakt.
De covid-periode is min of meer afgesloten. Nieuwe uitdagingen staan voor ons net zoals voor iedereen. En we zijn heel benieuwd wat dit nieuwe jaar dat nu aanvangt, ons en een ieder zal brengen.
We laten nog van ons horen het komende jaar, wetend dat de zon in haar ommegang ons voor zal gaan.

Tot slot.

Een ieder vanuit Huize Poustinia fantastische inspirerende dagen gewenst waarin je op zoek kunt gaan naar datgene dat jouw als inspiratie wil dienen.
Het is aan jou om daar dan de geschikte vorm voor te vinden.

Let goed op de sleutel-momenten van de komende dagen. Gebruik je moment van afstemming op om te horen wat er verklankt wil worden en hoe jij daar op in kunt spelen met jouw eigen instrument, jouw eigenheid.

Lieve groeten van Huguette en Willem.

21 december 2022

 

© Willem Versteeg

Met de Boogschutter toeleven naar.

Gepubliceerd op 24 november 2022 door Willem

 

De zon duikt het laatste segment van het zonnejaar binnen. Het meest duistere.
Na de herfst-evening rond 21 september waar de dag nog even lang was als de nacht en het oerbeeld van de Weegschaal ons toonde hoe belangrijk het is om op cruciale momenten te zoeken naar de derde evenwicht brengende kracht in het leven, maakte de zon alsmaar diepere en lagere banen aan de hemel, langzaam het duistere rijk binnen gaand, weerspiegeld door een natuur die in al haar gezichten afscheid aan het nemen was.
Verkleurend, haar kleed uittrekkend en zich naakt tonend overgaf aan het rijk der dood, haar heil zoekend in de wortel, de grond. Haar grondtoon zoekend en vindend.
Zich gewillig leiden laten door deze transformatie tot die diepe duisternis waar slechts één doel wacht.

We gaan de Boogschutter tijd binnen na de Schorpioen fase in de natuur.

 

 

De levenskracht, de vonk die aan alles haar begin geeft bij het begin van de lente, die zich machtig stralend toont in alle levensvormen tijdens de hoogzomer, duikt nu de diepste diepte binnen om zich, alsof zij zich de paaigronden van haar schepping herinnert, weet waar naar toe te gaan. Naar die plek waar het allemaal begon. Daar waar de vonk ontstond. Bij het moedervuur. 

Er brandt een groot vuur diep onder onze voeten. Een bal van vloeibaar ijzer, gloeiend heet, draaiend en kolkend als een grote smidse. Miljoenen vonken schieten er voortdurend in alle richtingen vanaf en doordringen de andere lagen en vinden soms hun weg naar de oppervlakte van de aarde.

Vuur in aarde, moeder van nieuwe aardlagen, moeder van vruchtbaarheid.
Dat de mens leerde wat landbouw hem kan brengen.

Vuur in water, kraamkamer van leven in de diepste troggen van de oceanen. Waar onze wieg zich bevindt. Dat de mens leerde hoe samen te leven met alle andere levensvormen.

Vuur in lucht, de electro-magnetische kracht die zich toont als een godenzoon in donder en bliksem. Dat de mens toonde hoe de krachten van de natuur te gebruiken.

Vuur in vuur, als de levenskracht zelve, de zon, van buiten op alles inwerkend.
Alles sturend, alles aanjagend, in al facetten van wat wij “klimaat” noemen.

Ook ons psychische klimaat wordt voortdurend aangestuurd en aangejaagd door de verschillende gezichten die zij ons toont.
Wij begrijpen haar gedrag nog nauwelijks, maar zij deelt zich zelf uit.
Zij jaagt de levenskracht uit haar binnenste naar haar buitenste regionen en ontlaadt haar levenskracht in talloze kringen, protuberansen, die zich wervelend een weg zoeken door de ruimte als een zonnewind door haar stelsel.
Daarmee de toon zettend voor alles wat daar op resoneert. Een muzikale, kosmische wet gehoorzamend.
We kunnen niet anders dan daar uit-drukking aan geven.

Zoals de gitaar niet anders kan dan haar snaren laten klinken wanneer ze aangeslagen worden.

Willen we meedoen in dat grote orkest van talloze instrumenten, allemaal anders gevormd, allemaal anders van toon, allemaal verantwoordelijk om goed gestemd te zijn.

Willen we samen klinken en klanken voortbrengen.
Dan moet elk instrument “aangeslagen” worden overeenkomstig een plan, een compositie.
Zo samen spelend en uitdrukking gevend aan een onzichtbaar plan dat pas gekend wordt wanneer het gehoord wordt omdat het gespeeld wordt, maakt dat de muzikant deel wordt van een bijzonder geheel.

Een driehoeksbeleving. Een opgenomen worden en zijn in een kosmisch spektakel waarbinnen hij ervaart hoe het voelt gedragen te zijn binnen een driehoek.
Binnen een oerverband. Ervaart wat waarlijke verbondenheid voorstelt.

Zoals de gitaar niet anders kan dan haar snaren laten klinken wanneer ze aangeslagen worden.

Jij bent de degene die het instrument bespeelt. Zorg draagt voor het instrument.
Het in al haar facetten leert kennen. De techniek ontwikkelt en beheerst.
Jij slaat de snaren aan en laat haar klinken.
Maar welke snaren sla je aan?
Wanneer doe je wat? Hoe doe je wat?
Daar is een partituur voor.

De richtlijnen die het oorspronkelijke idee uitdrukken in een taal die de muzikant heeft leren lezen en toepassen.
Het idee van een ander, de inspiratie die vorm kreeg in een compositie.
Wanneer deze twee samen komen, klinkt er iets. Wordt er iets hoorbaars.
Dat derde, onzichtbare, wordt hoorbaar en beleef-baar.
Schept een nieuw leven binnen in je.
En het is dit hoorbare dat iets doet, iets bewerkstelligt.
Bij de toehoorder, het publiek.
Maar bovenal bij de muzikant.

Wat geboren kan worden in deze driehoek van klank, idee en instrument, is de ervaring en de aanmoediging die de muzikant ervaart om zich steeds meer te verbinden met de bron van de inspiratie.
De inspiratie die hem of haar zelf zoekt en zich middels hem wil uitdrukken.
Zodat alsmaar grotere, hogere en diepere ideeën via de mens tot uitdrukking kunnen  komen.

Zodat de zon zich eindeloos kan manifesteren met en door mensen, door mensen die de zon willen verklanken, die willen scheppen, die willen meebouwen aan een paradijs op aarde.
De weg daarnaartoe loopt via de diepte. De bereidheid om je te willen laten aanraken en aangestoken te worden door dat ene vuur.
Dat toont ons deze tijd van het jaar waarin we terugkeren naar onze bron. We vier weken de tijd krijgen om langzaamaan het licht weer terug op te halen. Weken waarin we kunnen leven naar het licht.

Dat ene licht dat terugkeert op het einde van deze periode, dit Kerstlicht, komt niet zomaar tot ons, om niet.

Want als de muzikant zich niet heeft voorbereid, wat staat hij daar dan te doen als hem een partituur in handen gestopt wordt?
Licht keert altijd terug, elk jaar weer. Wil telkens in ons geboren worden.
Dat het toch maar zo weinig straalt en tot levend licht wordt, zegt wel-licht iets over ons engagement om licht-drager te willen zijn.

Als de partituren uitgedeeld worden, ben je er dan klaar voor.
Misschien is jouw taak om één klap te geven op de grote trom, of één tik tegen het triangel. Zorg dan dat je trom en je triangel klaar staan. Dat ze gestemd zijn. Je stokken klaar liggen. Je alert bent. En als het grote moment daar is…

Dat is toeleven naar…

Of met een ander woord: advent.

 

©             Willem Versteeg

24 november 2022

De grondtoon van oktober en november

Gepubliceerd op 25 oktober 2022 door Willem

Wanneer je bij ons in Poustinia de Kapel van de Schepping binnengaat, ietwat gebukt onder het lage deurtje door, dan kom je in het voorportaal en vandaar uit kijk je door de grote opening waar geen deur in zit, binnen in de kapel.
Aan weerszijden van deze opening zitten links en rechts een serie van zes medaillons die de twaalf werken van het jaar verbeelden. Het zijn kopieën van de medaillons zoals je die terugvindt in de basiliek La Madeleine in Vezelay.

Hier zie je zo’n medaillon.

Op elk medaillon wordt de typerende bezigheid voor die periode van het jaar binnen een agrarische samenleving gedurende de Middeleeuwen, uitgebeeld.
Sommigen van ons kennen ze nog als de oude namen voor de maanden van het jaar.
Tellend vanaf januari waren dat de louwmaand, de sprokkelmaand, de lentemaand, de grasmaand, de bloeimaand, de zomermaand, voor juli was dat de hooimaand, daarna de oogstmaand, de herfstmaand, de wijnmaand (voor oktober), de slachtmaand en de wintermaand.
Op oude afbeeldingen uit almanakken, gebedenboeken en kalenders vind je ook steevast de relatie tussen de afbeeldingen en de beelden van de dierenriem.
In Vezelay zie je ze daar ook en bij ons in de kapel uiteraard ook aangezien we deze oersymboliek als uitgangspunt hebben genomen voor de bouw van deze ruimte die in symbolen uitdrukking geeft aan de basiswetmatigheden die in de Schepping verankerd liggen.
En omdat wij als mens een wezenlijk onderdeel van deze Schepping zijn, erkennen we hiermee tevens dat we dezelfde wetmatigheden ook in ons zelf erkennen en achten.
Middels het gebruikmaken van de principes van de sacrale geometrie hebben we deze kosmische grondprincipes zo vormgegeven in onze kapel dat wanneer men de ruimte betreedt, men letterlijk een gesymboliseerde wetmatigheid binnentreedt.
En aangezien wij als mens volgens dezelfde principes zijn ontworpen, resoneert ons lichaam en onze ziel hiermee.
Een ervaring die zich moeilijk laat beschrijven maar vooral laat voelen eens je de drempel overschrijdt.

In de periode tussen 1989 en 1995 hebben we aan de kapel gewerkt en vanaf dat allereerste moment zijn de twaalf grondprincipes waarop het ontwerp is gebaseerd onze grootste inspiratiebron geweest.
We hebben dan ook nooit naar thema’s hoeven zoeken voor bv. feesten, onze workshops, onze werkzaamheden.
Elk jaar stemmen we af op de zg. Twaalf Heilige Nachten tussen Kerstmis en Driekoningen waarin we zoeken contact te leggen met hetgeen zich het nieuwe jaar hier wil verwezenlijken.
Want medeschepper zijn betekent vooral dat je zoekt en leert uitdrukking te geven aan krachten die zich middels ons mensen willen manifesteren.

 

We zijn tenslotte zo ontworpen dat we de ideeën uit een grotere werkelijkheid kunnen opvangen en middels onze menselijke kwaliteiten, die we al groeiend ontwikkelen, in creatieve vormen mogen uitdrukken.

Zo heeft de periode die nu voor de deur staat, vanaf het moment dat de zon het beeld van de Schorpioen binnengaat, een symbolische eeuwenoude wijze om aan te geven dat er weer een andere “energie” in de lucht hangt, alles te maken met het thema….

Ja, welk thema?
Waar komen die thema’s vandaan.
Waar vinden we de bron?

Ik grijp even terug naar een zin die even hiervoor geschreven werd:

We zijn tenslotte zo ontworpen dat we de ideeën uit een grotere werkelijkheid kunnen opvangen en middels onze menselijke kwaliteiten, die we al groeiend ontwikkelen, in creatieve vormen mogen uitdrukken.

Antwoord op de vraag: waar vinden we de bron?, krijgen we als we deze regels eens rustig en diepgaand bestuderen.
Wat vinden we dan.

We zijn tenslotte zo ontworpen…

Dit betekent dat we ons zelf niet hebben gemaakt of ontworpen. We zijn een product van een kosmische werkelijkheid. Al onze atomen van alle bouwstenen van ons lichaam komen uiteindelijk van onze zon waar rond wij draaien.
En aangezien het heelal zoals wij het nu kennen is opgebouwd aan de hand van een aantal fundamentele natuurwetten, werken deze natuurwetten in alle onderdelen ervan door.
En dus ook in ons.
Ook wij bv. vallen allemaal, als we vallen, naar beneden.

dat we de ideeën uit een grotere werkelijkheid kunnen opvangen

Alle grote ontdekkingen, alle grote inzichten die hebben bijgedragen aan het verzamelen van de kennis van de fundamentele wetmatigheden binnen de Schepping, zijn steevast het gevolg, niet van nadenken over, niet van deductie, niet van rekenwerk, maar telkens het gevolg van een ontvangen inzicht verkregen middels een droom, een visioen, een openbaring, een flits van.
Voor het gemak noem ik dat even een grotere werkelijkheid.
Deemoedigheid maakt dat ik besef dat we slechts een heel klein stukje van de hele werkelijkheid kennen en dat stukje dat we kennen daarvan kennen we slechts maar een klein percent.
Elke astronoom, elke hersenspecialist, elke celbioloog, kan je vertellen dat we al veel weten, maar dat het in verhouding niets voorstelt.
Voor elke nieuwe ontdekking duiken er minstens twintig nieuwe problemen op.

Het is erg vleiend te geloven dat wij zelf aan de basis liggen van onze ideeën maar een hedendaagse onderzoeker in de bionica bv. slaagde er pas in om waterdichte kleding te ontwikkelen nadat hij zorgvuldig had bestudeerd hoe het vel van haaien is ontworpen.
Of internetgebruik en de daarmee samenhangende principes achter webhosting werden pas dan actueel en toepasbaar nadat uitvoerig het coöperatieve gedrag tussen vogels, vissen en insecten bestudeerd en begrepen werd.
Vraag het aan kunstenaars, musici, koks, aan jezelf; als we praten over inspiratie dan hebben we het over de werking van de geest, wat dat dan ook is.

kunnen opvangen en middels onze menselijke kwaliteiten

Wat het dan ook is, deze werking van de geest, als we het erkennen in zijn werkzaamheid (dat is wat het oude woord “ootmoed” uitdrukt) als we er voor buigen (dat is wat het oude woord “deemoed” bedoelt), en als we vervolgens de “Moed” hebben om ernaar te handelen dan doen we wat de regel zegt:

we vangen de inspiratie op en met onze menselijke kwaliteiten gaan we aan de slag.

In onze psyche sluimert een vermogen dat zich laat ontwikkelen als we er tenminste aandacht aan besteden; een vermogen dat we verbeeldingskracht noemen.
Het lezen van verhalen roept dit vermogen wakker. Trouwens als we niet wakker zijn gaat het vanzelf, want zo belangrijk is het voor de mens.
Ontneem de mens zijn mogelijkheid tot het verbeelden van, bewust of onbewust, en hij sterft een gruwelijke dood.

Door het stimuleren en ontwikkelen van dit vermogen wordt als het ware de “antenne-functie” van ons brein geperfectioneerd.
Naast het feit dat we aangeboden beelden van anderen (verhalen), beelden die we zelf bedenken (fantasie) kunnen ervaren, zal de “antenne” zich vroeg of laat kunnen richten op een heel ander gebied, een heel andere frequentie.
In plaats van naar de wereld (verhalen) of naar de eigen wereld (fantasie) kan de “antenne” ook gericht worden op een werkelijkheid die buiten de onze ligt.
Je hoeft hem enkel te veronderstellen. Aan te nemen dat er iets groters is dan de wereld die je kent en je eigen wereld.

Vroeger noemde men dat “de weg van inwijding gaan”.

onze menselijke kwaliteiten, die we al groeiend ontwikkelen, in creatieve vormen mogen uitdrukken.

Inwijding verwijst dus naar de ontwikkeling van die specifieke menselijke kwaliteit die ik de “antenne-functie” noem.
Daarnaast is er de “normale” ontwikkeling van de menselijke kwaliteiten.
Gebaseerd op de vier basiselementen waarmee alles is opgebouwd in ons zonnestelsel, de vier grote lego-bouwblokken zogezegd; aarde, water, lucht en vuur.
Ook in onze psyche hebben we die kunnen terugvinden.
Het zijn ons vermogen tot waarnemen, onze intuïtie (ons aanvoelen), ons denken en ons vermogen tot voelen (niet tasten maar ons gevoel).
Opvoeding en onderwijs heeft, of zou moeten hebben, tot doel het evenwichtig ontwikkelen en leren gebruiken van deze vier instrumenten.
Vier instrumenten waarmee we alle mogelijke creatieve uitdrukkingen kunnen geven aan de ideeën die tot ons komen.

Zo komen we langzaam bij een antwoord op de vraag:
Waar komen die thema’s vandaan? De thema’s die symbolisch horen bij de oude beelden van de dierenriem.
Die dus verwijzen naar fundamentele scheppingskrachten.
Archetypische krachten die in mensen werkzaam zijn.

Deze vier instrumenten die we nu hebben blijken ook nog eens aangestuurd te worden door een drietal grondprincipes.
Deze drie vormen tezamen de basis waarop heel de Schepping is gebaseerd.
De basis driehoek.

onze menselijke kwaliteiten, die we al groeiend ontwikkelen, in creatieve vormen mogen uitdrukken.

Voor een goed begrip weer even terug.

De mens maakt contact, door de eeuwen heen, middels zijn antenne-functie, met de diepere werkelijkheid; komt op het spoor van kosmische principes.
Maar elke cultuur op Aarde heeft daar door de eeuwen heen zijn eigen taal, zijn eigen beeld op geplakt.
Ik noem er een paar:

In Egypte sprak men van Osiris, Isis en Horus.
Zo noemden zij de Drie Grote krachten.
Chinezen (Taoisten) spreken al eeuwen lang over Yang, Yin en Tao.
In het Hindoeisme; tot op de dag van vandaag eren miljoenen mensen Shiva, Parvati en Vishnu.
In India zijn er hele volksstammen die de werkzaamheid van de drie guna’s achten: Rajas, Tamas en Sattva.
In de middeleeuwse alchemie: alle dingen werden gezien als variaties van de drie elementen zout, zwavel en mercuur.
In het Katholieke geloof spreekt men over de Drievuldigheid van Vader, Zoon en Heilige Geest.

Wordt het niet de hoogste tijd dat we met elkaar beseffen dat we het allemaal gewoon over hetzelfde hebben! Dezelfde principes, elk in een eigen jasje!

Drie wezenlijke krachten die in alles werkzaam zijn, alles doordringen. Sterker nog alles wat is, is een manifestatie van een bepaalde manier waarop deze drie zich met elkaar verbinden, zich tot elkaar verhouden.

Een voorbeeld uit de wereld van de drukkerij.

Het kleurenoctaaf strekt zich uit van blauw tot rood. Beide aan het einde van het spectrum. (laten we zeggen de één staat voor Yang en de andere voor Yin).
Je kunt die mixen, maar de onvoorstelbare hoeveelheid verschillende tinten ontstaan maar als je er de derde basiskleur geel bij haalt.
Die ligt exact in het midden van het spectrum, is daardoor middelaar (Tao) en wordt zo als derde de basis voor de enorme hoeveelheid kleuren.
Ik kan nog talloze andere voorbeelden geven van hoe de drie samen werken en elk verschijnsel mogelijk maken, maar dat is voor een andere keer.

Het moge duidelijk zijn dat we in wezen over heel de wereld het eigenlijk wel met elkaar eens zijn als het over die drie gaat.
Voor een goed begrip. Het gaat hier over relativiteiten.

Niets is enkel Yang (actief). Niets is enkel Yin (passief). Dat kan niet bestaan. En niets is enkel Tao (verbindend).
Elk verschijnsel ontstaat en is doordat deze drie zich op een bepaalde wijze tot elkaar verhouden en een relatie aangaan.

De vier elementen, aarde, water, lucht en vuur kunnen zich dus elk zo manifesteren dat bv. water zich zo gedraagt dat de actieve kracht sterker op de voorgrond treedt dan de andere twee.
Of water gedraagt zich zo dat de passieve kracht sterker op de voorgrond treedt.
Of dat de bemiddelende kracht zich steker manifesteert dan de andere twee.

Vier principes die elk op drie manieren zich manifesteren leiden zo tot twaalf modaliteiten.

In deze zin ligt de grondlag voor de schepping van ons zonnestelsel vervat.

Ik zal een andere keer wel dieper ingaan op één en ander. Nu wil ik even stil staan bij het thema voor de periode in het jaar die ingaat rond 24 oktober en loopt tot ongeveer 23 november.
Dat heet bij de ouden de tijd van de Schorpioen. De wijnmaand.
De achtste maand gezien vanuit de oude telling die start met het begin van de lente op 21 maart.
De grondtoon voor deze periode is het element water. Water dat in zijn gedrag sterk de passieve kant toont met op de achtergrond de andere twee.
Voor de duidelijkheid: dat betekent niet dat water zich enkel in deze maand zo gedraagt.
Water heeft altijd de mogelijkheid om zich zo te gedragen, maar in deze tijd van het jaar zal dit gedrag (in verhouding) zich vaker manifesteren.
B.v het typische fenomeen dat water zich begint terug te trekken in bomen, waardoor de bladeren verkleuren en beginnen te vallen, is typerend voor deze periode.

Volgens de oude traditie is het archetypische beeld van de Schorpioen verbonden met het thema leven en dood. Transformatie in al haar vormen.
Dood als voorwaarde voor nieuw leven.
Er is heel veel meer over te vertellen, maar je weet ondertussen, dat is voor een andere keer.

Dit is voldoende om te zien wat de grondtoon hierover ons toont.

Water in zijn introverte, passieve staat.

Als water zich van de bemiddelende, verbindende kant toont dan is zij als de zee, voortdurend bewegend, aangejaagd door de rommelende oceaanbodem (aarde) en de opzwepende winden (lucht), zich klaarmakend om op te stijgen door de werking van de zon (vuur).
Water wordt damp, wordt regen en reist zo over heel de wereld en legt met alles zo een relatie.
Als water zich van haar actieve zijde toont is zij de vallende regen, de zich verzamelende stroom die naar beneden dendert en ook al is zij zacht van aard, verwoestend kan uithalen.
Maar als water vrijwel tot stilstand komt in poelen, vennen, moerassen, mangrovebossen, in baaien en inhammen, meren en plassen.
Als zij ingesloten raakt in de bodem en zich vermengt met de aarde.
Als zij op zeer grote diepte in troggen en oceaankloven niet meer deel uit maakt van de grote stromen die over de aarde trekken, dan wordt zij het belangrijkste ingrediënt van alle kraamkamers van deze aarde.
Vrijwel stilstaand water, passief van aard, diep zoekend, is en wordt het ideale medium waar allerlei stoffen zich in kunnen oplossen waardoor de processen van dood en leven op gang komen.

Voor nieuw leven is water nodig dat in haar Yin-element duikt.

Voor nieuw psychisch leven is het nodig dat het gevoel, want dat is wat water is voor de psyche, ons gevoel, dat dit gevoel bezien, beluistert, beschouwt wordt.
Waar niet direct actief op geacteerd wordt. Maar dat zich zelf langzaam toont, ontvouwt, rijpt en tot nieuwe bloem wordt.
Water dat passief wordt heeft graag een bodem nodig, zoals aarde in de vorm van een bedding. Waar het gedragen wordt en opgevangen. Een bodem die langzaam richting geeft, meebeweegt en kronkelt. Maar stevig genoeg is om niet doorheen te zakken.

Water kan een tijdje gedragen worden zelfs door handen, als ze maar niet grijpen naar haar.
Daarom is water, daarom is het gevoel niet te be-grijpen.
Daarom moet het denken terugtreden, passief worden en overgaan in haar modaliteit van schouwen over. 

Moet “schorpioen” worden die de diepte zoekt en weet dat nieuw leven enkel te vinden is in het rijk van de dood, dat rijk dat niet geschuwd wordt maar waar men doorheen gaat op voorwaarde dat men de drie anderen elementen op zijn plek heeft.
Men neemt een licht (vuur) mee in dat rijk, men gaat grondig en goed voorbereid te werk (aarde) en houdt het denken op een afstand, laat het schouwen, wordt als een schoorsteen, een kanaal dat lucht in de grond brengt, puur functioneel, in de hand gehouden om daar in de diepte Haar te leren kennen.

Wat wil Zij, de ziel, ons vertellen middels haar eigen instrument, het gevoel.

In de achtste maand van het kosmische jaar, de acht die tevens de lemniscaat is als zij gaat liggen, toont ons de kracht van de Schorpioen die ons kan leren wat de macht van het gevoel is als zij haar diepste waarheden toont.

Er is er één die er als de dood voor is.
Dat is dat deel in ons dat denkt dat hij zelf de belangrijkste, de slimste is.
Hij is zo bang omdat hij weet dat hij diep van binnen enkel van haar geen verstand heeft.
Zijn tegenpool, zij, daar beneden, ergens in die buik, in één van die vele plooien, waar zij leeft en heerst… 

 

© Willem Versteeg.

25 oktober 2022

Huize Poustinia

 

 

De Weegschaal leert ons leven in een wereld waar één plus één drie is.

Gepubliceerd op 23 september 2022 door Willem

Mensen die aan de westkusten van Europa wonen of verblijven hebben het geluk dat ze dagelijks getuige kunnen zijn van een telkens weer opnieuw, ontzag-wekkend natuurfenomeen; “we kunnen de zon in de zee zien zakken”, zeiden wij vroeger tegen elkaar als we als kinderen op het strand speelden en het ultieme moment daar was!

Iedereen over de hele wereld kan de zon zien wegzakken, maar niet iedereen krijgt daar ook een zee bij cadeau.

De zon beweegt zich naar de einder daarmee de dag beëindigend. De helft van een etmaal is voorbij.
Nadat ze ’s morgens in het oosten opkwam, een grote halve boog langs de hemel trok, duikt ze nu onder.
Waar naar toe?
Naar het westen. Buiten westen?
Een vraag voor velen lang geleden.
Zonder kennis van zaken neemt de angst het makkelijk over.
Komt ze terug?
Wat gebeurt er ondertussen met haar?
Wat maakt ze mee, wat brengt ze mee terug?

Dat licht werd geloofd en geëerd en duisternis gevreesd, heeft in dit oerritme haar grond.

Niemand die het kan navertellen maar er zijn ongetwijfeld nog wel vele mineralen, eenvoudige levensvormen, enkele oerplanten en zeewezens die nog vage herinneringen hebben opgeslagen in hun systemen die spreken over die paar keer dat de zon niet terugkeerde.
Dat ze na verloop van tijd weer opkwam daar waar ze was ondergegaan.

Onze aarde is niet altijd zo stabiel geweest zoals ze nu lijkt te zijn.

Ze heeft haar as al enkele malen laten kantelen. Ze heeft haar draaisnelheid af en toe aangepast. Een bijna botsing met een andere proto-planeet schudde haar danig doorheen en het kostte haar vele jaren om haar min of meer stabiele positie terug te vinden.
Maar geen mens die daar nog weet van heeft, we waren er waarschijnlijk toen nog niet, of misschien toch wel, maar … laten we dat maar geschiedenis noemen.
Wat resteerde en een diepgewortelde indruk achter liet in onze psyche is het simpele feit dat we licht en duisternis zeer sterk ervaren als een oertegenstelling.

We gaan met zijn allen voor het licht en stellen ons teweer tegen het duister.
Vrijwel al ons handelen heeft dit motief als grondslag.
Vrijwel alle religies en godsdiensten hebben dit motief als grondslag.

 

Maar laten we eens terugkeren naar de zee. Naar het strand.
Laten we nog eens kijken wat we zien als de zon in de zee wegzakt.
We zien een cirkel (de zon) die langzaam wegzakt achter de horizon.
Als ze halverwege is ontstaat min of meer dit beeld:

 

Alles draait om het begrip halverwege.
De zon bereikt hier het moment dat haar dagelijkse rondgang op het punt is aangekomen dat we “halverwege” noemen.
Ze heeft haar dagboog afgerond en staat op het punt om met haar nachtboog te beginnen.
Een dag is voorbij, een nacht volgt. Samen een etmaal vormend.

We kunnen het zonnejaar, de opvolging van de vier seizoenen door het jaar, analoog zien aan een etmaal.
De dagboog omvat dan de lente en de zomer en de nachtboog staat voor de herfst en de winter.
Op het punt halverwege, daar waar de zomer overgaat in de herfst, meestal rond 23 september, vindt als het ware de “zonsondergang” van het jaar plaats.
De herfstequinox, de herfst-evening.
En het archetypische beeld dat daarbij hoort is het beeld van de Weegschaal.
En het symbool waarmee dit beeld wordt weergegeven is de afbeelding hierboven.

Aan het begin van de herfst, vandaag dus, kijken we als het ware naar de grote zonsondergang.
En wat toont deze zonsondergang ons.
Dat het op deze dag net zo lang donker is als dat het licht is.
Dat hier een evenwichtspunt werd bereikt.
De dag is voorbij, maar het etmaal nog niet.
Een etmaal bestaat uit licht en donker samen. In volledig evenwicht.
Op dit moment althans.
Maar een moment is een opname omdat we de stroom van het leven even stilzetten en “kijken hoe laat het is”.

Er zijn twee momenten in het jaar dat alles in evenwicht is (althans als we even halt houden) wat op zich niet kan, want als je even kijkt hoe laat het is en je spreekt uit: “dertien over 4”, bv. dan is het op dat moment al weer net even later…

De cyclus toont ons de twee poorten van het leven.
De poort van het leven aan het begin van de lente en de poort voor de dood aan het begin van de herfst.
De Weegschaal toont ons dat er een instrument is, (het enige dierenriembeeld dat noch mens, noch dier is), dat ons helpt te ontdekken wanneer er een evenwicht bereikt wordt.
Het staat symbool voor het vermogen in ons mensen die maakt dat we een synthese kunnen bereiken. Dat we licht EN donker zo met elkaar in contact kunnen brengen dat ze samen leven voortbrengen.

We hebben als mensheid lang geleefd met het idee zoals ik dat hierboven beschreef:

 

We gaan met zijn allen voor het licht en stellen ons teweer tegen het duister.

Vrijwel al ons handelen heeft dit motief als grondslag.

Vrijwel alle religies en godsdiensten hebben dit motief als grondslag.

 

Maar alles stroomt, net als de tijd.
Als een spiralende beweging die telkens een winding hoger reikt.
Lang (?) geleden dachten we zoals hierboven.
In de grote oertegenstellingen. Partij kiezend. Strijdend en zegevierend en ten onder gaand. Telkens weer.

 

Lang geleden zag de zodiac, de riem van beelden van dieren, geprojecteerd op de sterrenhemel, een poging van oude culturen om vat te krijgen op dat wat de wereld en haar bewoners bewoog in het zicht te krijgen, er anders uit dan nu.
Ook dat beeld was groeiend, gelijklopend met het groeiende bewustzijn van de mensheid.
Het is een boeiend maar lang verhaal dat ik hier heel erg inkort.
Veranderend maar vooral groeiend bewustzijn maakte dat culturen nieuwe menselijke eigenschappen begonnen te ontdekken.
In potentie natuurlijk altijd al aanwezig, maar nu langzaam op de voorgrond begonnen te treden, hetgeen maakte dat men ook anders naar de hemel keek (of andere, nieuwe zaken daarop projecteerde).

Zo kon het gebeuren dat astronomen van lang geleden in het sterrenbeeld van de Schorpioen een groepje sterren ineens anders begonnen te bekijken en ze besloten om deze groep als het ware te isoleren van de andere sterren en hen een eigen naam en betekenis te geven.
Op dat moment in de tijd vond ook de herfstequinox plaats in dat specifieke beeld waar ik over spreek. En zo werd het nieuwe sterrenbeeld, precies daar waar de herfstequinox plaats vond, vastgesteld en het kreeg een bijzondere naam. De Weegschaal.

Overeenkomstig het vermogen in de mens dat zich langzaam begon te manifesteren.
Het vermogen dat we diep in ons over een ijkpunt beschikken. Wij allemaal.
Een ijkpunt dat we hanteren om te bepalen of iets in evenwicht is of niet.
Diep in ons ligt, naast veel andere “hogere” vermogens van ons mens-zijn, het vermogen om te weten wanneer rechtvaardigheid geschied.
Wanneer iets in harmonie is.
Dat vermogen gaat voorbij aan stemmingen en sentimenten, zo eigen aan dieren en mensen die onbewust handelen. 

Daarom werd gekozen voor een instrument en geen dier- of mensenbeeld.
Een instrument dat uitdrukking geeft aan het begrip uit-balanceren.
Zo’n instrument; als we dat in onze wereld tegenkomen en we willen het gebruiken dan willen we zeker zijn dat wanneer het aangeeft 2 kilo, dat het dan ook echt 2 kilo is.

Het zal dan door een onafhankelijk lichaam, het ijkwezen, geijkt moeten zijn.

Wel, op een ietwat grotere schaal, bestaat er ook een ijkwezen.
Dat heeft ons geijkt.
Anders waren we niet in staat de volgende fenomenen waar te nemen in ons leven.

Schoonheid. Harmonie. Rechtvaardigheid. Evenwicht.

De juiste maat. Ontmoeting. De Gulden Snede.

Als onze samenleving hier nauwelijks tot geen uitdrukking aan weet te geven,
als je eigen leven deze typische Weegschaal principes ontbeert, weet dan dat het de hoogste tijd is om weer eens naar het ijkwezen te stappen.

Voor een herijking.
Een ver-rijk-ende ervaring.

Die ons uiteindelijk laat zien dat alle religies overbodig zijn
wanneer je ontdekt dat één plus één drie is.
De grote ijker toont ons dat enkel wanneer we de ander, het andere, het duister ook opnemen in de vergelijking, we dan in staat zijn een som te maken.
Wanneer we ontdekken dat de ander, het andere, het duister in essentie gelijk is aan ons zelf. Dat het gewoon een deel van ons uitmaakt.
Dat we in de grond niet anders zijn.
Dat we dus samen gewoon één zijn.
Twee enen, naast elkaar, vormen een drie.
Want die twee naast elkaar werden door die derde geijkt en goed bevonden.

Altijd weer als ik deze beelden oproep komt dat oude vertrouwde beeld terug bovendrijven.

 

Ik zit in de speeltuin, ben vier jaar oud, moeder blij dat ik buiten speel, wachtend op mijn vriendje.
Die heb ik meer dan nodig want ik zit op de wip.
Zonder hem kom ik niet omhoog; wat ik ook doe.
Als hij dan eindelijk komt moet ik er af, want zijn zitje zit onmogelijk hoog in de lucht. Leeg.
Samen lopen we naar het midden van de wip en gaan elk een kant op en houden de wip in balans en klimmen voorzichtig elk op een kant op ons plekje en dan kunnen we eindeloos wippen.

Daarna rennen we naar de schommels.
Ze zijn vrij gekomen, de buurjongens zijn naar de glijbaan gegaan.
Wanordelijk hangen ze daar rond te tollen. We gaan elk naar een schommel.
Het is nog niet simpel om op zo’n schommel te klimmen als niemand je helpt.
Als je eenmaal zit en je hebt dat ding een beetje tot rust gebracht, moet je vervolgens de boel weer in beweging zien te krijgen.
Een monsterklus als niemand het jou heeft voorgedaan.
Van een ander heb je begrepen dat je met je handen omhoog de kettingen naar achter moet drukken en zelf met je benen voorzichtig langzaam naar voren moet bewegen.
Direct daarna moet je precies het tegenovergestelde doen. Maar wel langzaam het tempo opvoeren.

 

Alles draait hier om geleidelijkheid.

Naar voren met benen gestrekt en de handen die de ketting wat naar achter duwen.
Op het hoogste punt alles omdraaien. Benen inklappen onder de schommel zo diep mogelijk en de handen die de ketting nu naar voren duwen.
Naar het andere keerpunt. En zo telkens de twee oerprincipes beheersend, de twee in innige samenwerking brengend, kom je langzaam steeds een beetje hoger en verder.
Als dat lukt ben je de koning te rijk.
En als slotakkoord, op het hoogste punt, laat je alles los en spring je zo ver je kunt.

Zo veel fijner dan wanneer je bij de eerste keer door je vader op de schommel bent getild, hij achteruitlopend jouw meenemend en dan loslatend, je je eerste schommelervaring geeft.

 

Waar zijn nog de speeltuinen; waar zijn nog de kinderen die de wip en de schommel leren hanteren en zo de wijze lessen van het leven spelenderwijs onder de knie krijgen?

Samen spelen, de ander helemaal toelaten, zoals hij jouw toelaat, in wederzijdse afhankelijkheid van elkaar, ontdekken dat dat oude gezegde: “Waar twee in mijn Naam verbonden zijn, zal Ik zijn”, nog altijd niets verloren heeft in zeggingskracht.

Het waren de wip en de schommel die al heel vroeg mij leerden dat één en één drie is.

 

©             Willem Versteeg

23 september 2022

Huize Poustinia – www.poustinia.beinfo@poustinia.be

Meld je aan met je E-mailadres en blijf automatisch op de hoogte van ons nieuws: