De grond bewerken en grondbeginselen

Gepubliceerd op 2 februari 2024 door Huguette

Deel 5 van het blog “Veertig jaar Huize Poustinia en wat eraan vooraf ging”

 

Geografisch ligt Huize Poustinia in een gebied dat bekend staat om zijn vele bronnen, vlak naast het dorpje Ourthe waar zich de bronnen van de Ourthe bevinden. Dit zeer actieve bronnengebied maakt deel uit van het Parc Naturel des Deux Ourthes (https://pndo.be/fr/) dat als één van de zuiverste gebieden van België wordt gezien en op de oudste rotsen van België ligt. 

Met een grote Keltische erfenis, die nog voortleeft in de namen van rivieren, grotten, en steenresten maar vooral legenden en tradities. 

Waar nog heel veel natuurlijke oevers bewaard zijn gebleven en fauna en flora leeft die zeer beschermd worden waardoor de diversiteit van de natuur alle kansen krijgt.

In de dorpen en stadjes die zich in dit park bevinden wordt veel moeite gedaan om alle bewoners actief te laten participeren aan het bewaren van deze natuurlijke diversiteit. In dit perspectief is er ook een sterk appèl op  verantwoordelijk omgaan met de omgeving zowel op de plek waar je leeft als elders.

Dat ik dit even noem is zeer richtinggevend voor ons beleid hier en de wijze waarop we ons tot de omgeving verhouden alsook voor de wijze waarop we in interactie treden met de natuur. In de meest praktische zin door hoe we het stuk grond bewerken waar Huize Poustinia is gegrondvest en de keuzes die we maken om dit ecologische beleid mede te ondersteunen.

We voelen ons in deze zin opgenomen in een veel groter verband waarin steeds meer bewoners van de regio concreet initiatieven opstarten die bijdragen aan het in stand houden van een bijzonder heilzaam gebied. 

Wat heel verbindend en inspirerend werkt. Het krioelt in de regio van prachtige kleinschalige initiatieven die aanzetten tot een bewuster omgaan met de vruchten der aarde en er ook creatief mee omgaan. 

Ambachtslui en kunstenaars reiken de handen naar elkaar om natuurlijke materialen te valoriseren en ze te integreren in de dagelijkse levenswandel.

De Ardeense mens is ook nog zeer ingebed in deze krachtige omgeving en dit merk je aan hoe hij zich naar de omgeving en anderen verhoudt. 

Je loopt een ander niet zomaar voorbij. In dit verband is hij altijd op één of andere wijze een buur met wie je nauw samenleeft al woon je misschien een eind van elkaar. Als krachten in de natuur in werking komen heb je elkaar nodig om daar doorheen te gaan. Je gaat er niet mee in gevecht. Je acht deze. En zo behoudt je het gevoel dat je kwetsbaar bent en je weerbaarheid moet versterken om rechtop te blijven staan bij tegenslagen. 

Wat een ander overkomt kan ook jou overkomen. En wat mij overkomt maakt ook deel uit van wat een ander ervaart. 

Geboorte en dood en wat een mens zoal overkomt worden ingebed in een gemeenschappelijke draagkracht vanuit een gemeenschappelijk doorleefd besef dat ze beide deel uitmaken van het leven.

Een mentaliteit die gekenmerkt wordt door buigen voor wat je overstijgt. 

Die niet overschaduwd wordt door te intellectuele spinsels en door wijsheid wordt gevoed. In de zin van kracht putten uit wat je vanuit het directe leven als ervaring leeft en leert. 

Het is dus verre van een toeval dat de eerste palliatieve zorg in ons land hier in de regio opstartte, het gezamenlijk bijstaan van de stervende mens, dicht bij huis en familie en eigen omgeving.

En nog minder toeval dat ik hier 40 jaar wonende dit proces met mijn ouders mocht leven, met mijn vader in het huis in het dorp waar mijn ouders, eenmaal gepensioneerd, kwamen wonen. 

En tijdens en na de Covid met mijn moeder, hier in Poustinia. Een gebeuren waarbij verpleegsters en dokters en vrijwilligers het weggetje naar Huize Poustinia op en neer reden, en wij deel uitmaakten van hen bestaan en zij van ons leven hier. Een ontmoeting van mens tot mens tot op de grond van het leven. In verband met het leggen van verbinding, kenmerkend voor de mensen van de streek hier, citeer ik graag deze woorden van René Brown:

“Spiritualiteit is herkennen en vieren dat we allen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn door een kracht die groter is dan ons allen samen en dat onze verbinding met deze kracht en tot elkaar gegrond is in liefde en mededogen. Spiritualiteit beleven geeft een gevoel van perpectief, zingeving en doel aan ons leven.”

Van in het begin tot nu heeft deze kwaliteit van zijn in het ontmoeten van de mensen uit de streek ons diep aangeraakt en ontroerd. Het is een onmisbaar deel van de vorming die we ondergingen door 40 jaar te leven in een omgeving die voor ons nieuw was en waar Huize Poustinia diende ingebed te worden. 

We dienden daarom ook waakzaam te blijven om het zo in te bedden dat het niet buiten dit grotere leefverband viel.

Deze motivatie hielp ons om ondanks een vrij rustige ligging buiten het dorp, à l’ écart,  zoals dit hier heet, niet wereldvreemd te worden maar juist steeds meer op de wereld betrokken. 

Een Poustinik, bewoner van een Poustinia, onttrekt zich niet aan maar wortelt zich steeds meer in de menselijke conditie om in de geest eeuwig pelgrim te blijven. Pelgrim in de zin van je steeds meer vervolledigen. 

Het menselijke niet buitensluiten maar integreren. Tot op de bodem. 

Met hoogten en laagten.

Het woord bodem brengt me weer bij de grond en de grond bewerken. 

Wat doorheen de jaren een waarde en grondbeginsel is geworden in de totale werking van Poustinia. Van in het prille begin hebben mensen ons werkend in de grond aangetroffen met onze handen vol aarde, zaaiend, plantend en oogstend. In dienst van een stuk grond dat ons naast voedsel verschaffen zou spiegelen hoe we onze innerlijke grond kunnen bewerken om in resonantie te blijven met wat het groter geheel waar deze grond deel van uitmaakt ons spiegelt en leert.

Aan de ingang van de tuin staat een plaat met een tekst van Kahlil Gibran die dit grondbeginsel samenvat. 

“Zie toe dat je een gever blijft en een werktuig tot geven.
Want zie, het is het leven dat het leven geeft terwijl jij slechts een getuige bent.”

In deze omgeving, wild en gecultiveerd tegelijk, leven en werken heeft consequenties. De allereerste ochtend dat we hier buiten keken zagen we de herten dicht bij het huis in de weide grazen. Ze hebben ons sedertdien blijvend gezelschap gehouden, 40 jaar lang, en bezoeken nog steeds onze tuin om te komen zoeken naar wat hun elders ontbreekt. 

Schichtig en zachtmoedig als ze zijn hebben ze ons geleerd dat in de natuur leven waakzaamheid, voorzichtigheid en tederheid nodig is. 

Ze leven kwetsbaarheid in nauwe relatie met weerbaarheid. Iets wat voor een mens verre van evident is om te leven laat staan om te aanvaarden. 

De mens heeft eerder de neiging om deze twee te polariseren. 

We zijn vaak kwetsbaar en niet weerbaar of weerbaar en niet langer bewust van kwetsbaarheid. Met alle problemen die hieruit voortvloeien in het intermenselijke verkeer. 

Behalve de herten is de buizerd heer en meester van de omgeving. Valt niet aan te tornen. Gewoon omdat hij geschapen is met het vermogen om zowel het detail als het geheel waar te nemen. Nog eens een deugd waar we als mens wel eens moeite mee hebben. Of het detail is in zicht en het geheel niet of het geheel is in zicht en het detail buiten zicht.

Er valt dus heel wat te leren en te ontdekken in een omgeving waarin everzwijnen, herten, dassen, bunzing, vos, zwarte en witte ooievaar, wouw en buizerd enz. ons voortdurend eraan herinneren wat we in onszelf dienen te ontwikkelen om kwetsbaarheid en weerbaarheid met elkaar te verzoenen en ten dienste te stellen aan een leven in nauwe samenwerking met de natuur.

Een natuur die met tederheid bewerkt en betreden wordt omdat ze ook kwetsbaar is en haar weerbaarheid behoudt of verliest naarmate we er respectvol mee omgaan en geen dingen doen die haar schaden.

Misschien is het ook dat, wat de Ardeense mens diep in zijn hart weet. Zonder deze verbinding ben je weerloos overgeleverd aan krachten die je kunnen overmeesteren buiten je wil om en die je dient te achten.

In de eerste plaats door te participeren aan en niet in het minst door te wortelen, met je beide benen op de grond te komen al was het maar door het besef dat je een klein onderdeel bent in een groter geheel.

Dat juist dit besef ertoe doet als je wilt ontdekken hoe dit groter geheel functioneert en wat onze rol is in dit grote geheel zonder dit teveel te abstraheren maar juist in direct contact met de aarde en de grond de rijkdom te ontdekken van een innerlijke grond die de mens in zich draagt.

Een grond die we lerend en ontdekkend moeten bewerken, waarbij we niet aan ons lot worden overgelaten maar de natuur als trouwe metgezel krijgen.

De hele werking van Poustinia berust dan ook op grondbeginselen die zich hebben ontsluierd naarmate we de lessen van de natuur steeds meer au sérieux namen en vertaalden in grondbeginselen die ons leven hier dragen en schragen. Die we met vertaalslag op alle terreinen van het leven leerden en blijven leren toepassen. Dit heeft als gevolg: een voortdurend durven bevragen van hoe we hier leven en waar we onze aandacht aan schenken.

De vorm niet met de essentie verwisselen. Doet de natuur ook niet. De wisselende vormen en gedaanten waarin ze zich aan ons laat zien hielp en helpt ons steeds weer van vorm te durven veranderen om aan de essentie toe te komen. En bovenal om de essentie niet uit het oog te verliezen als de tijdsgeest ons confronteert met een vorm die niet langer in resonantie is met wat de natuur ons laat zien.

Een natuur die ook weer deel is van een nog veel groter geheel: het universum. Deze grote schoot van krachten en tegenkrachten waarin we ons als een stip bewegen. Doch wel een stip die ertoe doet. Dit laatste is het grootste geschenk dat de mens is toebedeeld.

Als er iets is wat hier leven mij heeft geleerd dan is het dit. Al de rest is uitdrukking geven aan dit besef. Een cruciale motor van ons doen en laten hier. Ik eindig graag dit stukje verhaal met dit citaat:

 

Wees als een boom.
Hou jezelf gegrond.
Leg verbinding met je wortels.
Draai een blad om
en buig vóór je breekt.

Verheug je om je natuurlijke schoonheid
Blijf groeien

Joanne Rapits

 

Wordt vervolgd…

©       Huguette Beyens

Huize Poustinia  Lichtmis

2 februari 2024

Draden weven tot een weefsel

Gepubliceerd op 6 januari 2024 door Huguette

deel vier van het blog “Veertig jaar Poustinia”
Huize Poustinia en wat er zoal aan voorafging

 

Draden weven tot een weefsel.

Na vele maanden neem ik de draad weer op van het verhaal dat ik rond de verjaardag van 40 jaar Poustinia begon te schrijven

Een schrijven dat onderbroken werd door het zo creatief mogelijk inspelen op de verbouwing van de keuken die tijdens de maanden van de voorbije herfst veel aandacht vroeg. Vooral omdat ik dit deed in combinatie met gasten ontvangen, het werk in de tuin nauw opvolgen en andere reeds eerder genomen engagementen nakomen.

Alles wat ook onverwachts in huis door het komen en gaan van gasten gebeurt vraagt ook tijd voor dialoog, samen afstemmen op en vooral samen bevoelen van wat door dialoog en afstemmen spontaan in beweging komt en in samen vieren zijn weerklank vindt. 

Zo miste ik de rust om mij op dit schrijven te concentreren wat in de stille dagen van de heilige nachten weer mogelijk is.

Schrijven leef ik niet als een mentaal proces maar een zeer organisch proces dat ik al schrijvend onderga, niet wetend waar ik zal uitkomen en hoe de verhalen zich zullen aaneenrijgen en wat zich zoal toont terwijl het verhaal zich weeft. In rust en afstemming. Vrij van indrukken. Tijdloos.

Zo onderga ik samen met de lezer het proces van een verhaal dat ontstaat en zich beetje bij beetje opbouwt en uiteindelijk de bouwstenen laat zien waaruit deze werking is ontstaan. Als een weefsel op een weefgetouw.

pastedGraphic.png

Even terug naar het begin: Daar waar de draad ontstond, de rode draad van het verhaal, het verhaal van de bron, het aangeraakt zijn door het onuitsprekelijke aanwezige leven, verborgen achter de dingen en belevingen van elke dag. Dat vraagt om een stilhouden, een stilvallen, een stil worden. Wat niet betekent niet in beweging zijn, integendeel, het is ruimte laten om zoveel mogelijk in te spelen op de beweging die zich van binnenuit toont als respons op.

Dit was en is het uitgangspunt van hoe we hier op deze plek leven. Schijnbaar verstild, wezenlijk vol beweging.

Aangeraakt en bewogen zijn we doorheen de jaren letterlijk steeds meer in beweging gekomen en naarmate we reëel over bouwstenen beschikten bouwden en verbouwden we. Het gaat om een bewogen zijn dat in alle dimensies van het mens-zijn doorwerkt. 

Van materieel, psychologisch tot spiritueel. De beweging zelf sluit niets uit.

Ook in de zin van niets menselijks is mij vreemd. Met dit laatste voluit te leven hadden en hebben we onze handen meer dan vol.

Zonder hierbij de bron uit het oog te verliezen en in een weten te vertoeven dat verder reikt dan we als mens met ons beperkt verstand kunnen omvatten.

In beweging komen en verwondering kunnen niet los komen van elkaar, het ene voedt het andere. We zijn gedurende de voorbije jaren vaak verwonderd geweest over hoe de dingen aan ons gebeurden en deze verwondering zorgde ervoor dat we het in beweging zijn niet onderbraken ondanks soms moeilijker momenten van niet weten en twijfel. Om mettertijd te ontdekken en te leren dat deze twee, niet weten en twijfel, het besef voeden deel uit te maken van een veel groter geheel. Dat het wezenlijk niet om uitvinden gaat maar om participeren aan. Wat zonder overgave niet lukt.

Een besef dat leidde tot het gevoel geleid te worden en in het ontdekken van een leidraad, vertrouwen te putten om iedere ervaring als een leerervaring te leven wat iets anders is dan ze ondergaan.

In deel twee (https://www.poustinia.be/2023/07/) vertelde ik in het kort het verhaal van wat voorafging aan het moment van herkenning bij de bron en welke inspiratiebronnen we aanboorden om te exploreren hoe door de tijd, 40 jaren lang, vorm is gegeven aan een leven vanuit de bron.

Zo raakte ik ook even aan de studie van oude bronnen zoals bijvoorbeeld ook het ontstaan van het monastieke leven. Waaruit het ontstond en wat het voedde.

Het was geenszins onze bedoeling om hier zoiets als een klooster te beginnen. Eerder een plek te creëren waar herbronning en in de wereld staan elkaar bevloeien. Doch dit wel te realiseren op basis van ritme en maat, zoals de natuur en de kosmos ons spiegelen. Door een manier van werken en samenleven te ontwikkelen, die helpt om bij de bron te blijven en tegelijk door het werk van onze handen met twee voeten op de grond te blijven.

Het werk van elke dag, zelfvoorziening en handenarbeid vormden de basis en inspiratiebron van alles wat we ook hier deden en doen.

pastedGraphic_1.png

De plek moest ook een naam krijgen en ons bezinnend over een naam werd het ons ook duidelijk dat die naam de lading moest dekken van wat we hier leven en doen en dat hij tegelijk ook in verschillende talen goed moest klinken. Zodat de naam niemand buitensluit omdat hij niet uit te spreken is of geen universele betekenis heeft. Een niet voor de hand liggende keuze, die uiteindelijk uitmondde in de naam Poustinia.

Geïnspireerd door een boek geschreven door Catherine de Hueck Doherty, geboren in Rusland: Poustinia: Encountering God in Silence, Solitude and Prayer.

Poustinia is een Russisch woord voor woestijn. Een poustinik is een man of een vrouw die alleen leeft maar niet geïsoleerd. Hij is altijd bereid om iemand te ontvangen en eten te geven. Het Russische woord voor eenzaamheid betekent oorspronkelijk ”aanwezig zijn bij iedereen”. 

In de traditie van Rusland ging een poustinik na de zegening van een mentor als een pelgrim op stap, net zolang tot hij naar een dorp werd geleid waar hij aan de ouderen van het dorp de toelating vroeg om zich daar in een Poustinia, een kleine houten hut, te vestigen. 

Dit werd hem zelden geweigerd omdat het dorp blij was met iemand die altijd aanwezig was en tijd had om een handje toe te steken, waar nodig, of om een luisterend oor te bieden of om iemand te ontvangen die nood had aan herbronning of herkenning voor wat hij doormaakte. 

Hij is geen kluizenaar en leeft niet afgesneden van, is oproepbaar en komt in beweging waar nodig.

pastedGraphic_2.png

Deze basisinstelling van verstilling in functie van een meer afgestemd in de wereld staan, raakte ons omdat we het gevoel hadden naar deze plek geleid te worden en dat de boer die het huis verkocht instemde met de bestemming die we aan zijn ouderlijk huis wensten te geven. Waarvan hij zei dat ze in overeenstemming was met de toewijding waarmee zijn ouders hier altijd hadden gewerkt en geleefd. We wilden de wereld niet achter ons laten doch integendeel als volledig mens inspelen op wat er in de wereld aan de gang is en wat het met een mens zoal doet. 

Vooral gefocust op de vraag: hoe er respons op geven zonder jezelf te verliezen. Wat zonder leerproces niet lukt.

“Fouten maken is niet erg. Het betekent niet dat je faalt.
Integendeel. Fouten laten zien wat je kan doen om niet te falen.”

Ibrahim Malouf

We kozen deze naam en stelden ons volledig open voor wat hier spontaan zou ontstaan. We streefden niet naar een kopie van een leven dat Catherine de Hueck Doherty beschreef maar stelden ons, geïnspireerd door de naam en zijn oorspronkelijke betekenis, open voor wat hier op deze plek mogelijk was en is en dit met de mogelijkheden waarover we beschikten en beschikken.

We wilden ons ook niet beperken tot één levensvisie of één bepaalde vorm van spiritualiteit en openstaan voor de diversiteit van het menselijk zoeken naar zingeving en de verschillenden vormen van belevingen die mensen hierbij ervaren.

Om boven alles dialoog en ontmoeting centraal te stellen. Het bewust leren van elkaar, het niet vastleggen in concepten wat niet kan worden gevat. 

Het juist volop laten bestaan en de verwondering over het onuitsprekelijk wonder van het leven levendig houden.

Een spiritualiteit leven, of zoektocht naar zingeving die niets uitsluit en niets vastlegt maar voortdurend in beweging blijft, van perspectief durft te veranderen met een open venster op de wereld en de tijdsgeest.

Dit alles leidde tot een universele kijk op de mens, het leven en het werk en vooral ook het gehele welzijn van de mens en wat daartoe bijdraagt en niet in het minst op het geestelijk welzijn van de mens.

Een hele opdracht die zich onophoudelijk vernieuwt en ook het durven veranderen niet uitsluit. 

Uiteindelijk kozen we voor een leven, gedeeld met gasten die komen en gaan en hun verhaal kwijt kunnen, hun zoeken kunnen bevragen en hun levensmap leren lezen als een leidraad om zich verder te oriënteren op hun levenspad.

pastedGraphic_3.png

Zo groeide Poustinia mettertijd tot een plek van ontmoeting van mens tot mens. Ook in het werken met groepen stond de menselijke beleving centraal. 

Duiding ontstond naarmate de individuele beleving gekaderd werd in een breder verband. Een verband dat we graag benoemen als de levenswetten kennen die het hele leven op aarde en in de kosmos sturen waar geen enkel levend wezen aan ontkomt. En zich verdicht in de vraag: hoe als mens met deze wetten in resonantie leven en vooral hoe je door deze resonantie gevoed en geïnspireerd, geest en materie als onverbrekelijk één kan beleven en vorm geven.

“Ieder moment en iedere gebeurtenis van het leven van een mens plant iets in zijn ziel.”

Thomas Merton

In dit perspectief, zo treffend verwoord door Thomas Merton, werd en is alles wat we hier samen met anderen leven een aanleiding om stil te staan bij wat het leven en het leggen van verbinding dient en wat het in de weg staat.

Een andere manier om te zeggen dat handenarbeid en reflectie hand in hand gaan en dat we voortdurend ook bevragen hoe deze twee elkaar schragen.

De bronnen die we in het begin als inspiratiebron leefden namen we mee als draden om mee te weven, ons niet blindstarend op de draden maar op wat zich onderweg op deze wijze al wevend met het weefsel verweeft en zo openden zich nieuwe perspectieven, het oude in een nieuw licht, diepe waarden in een hedendaags vorm geleefd en gedeeld.

We kijken nu terug op vele groeifasen, momenten in het weefsel van creatieve doorbraak, nieuwe verbanden die oplichtten en die zich verweven met.

Wat Poustinia nu belichaamt is een verwevenheid van waarden waarvoor we bewust kiezen, van groeilijnen die we verder vorm wensen te geven, van inzichten die ons voeden, het benoemen van perspectieven die zich steeds verbreden en bovenal het leven van ontmoetingen met anderen op basis van uitwisselen van ervaringen die zich verdichten tot inspiratie die om integratie vraagt. Integratie in de zin van: voor dit alles een vertaalslag vinden voor het leven van elke dag.  

Een opdracht die raakt aan de bron van leven, die nimmer stopt met vloeien.

Ze is deel van wie we zijn en wie we worden en van wat ons beweegt en doet bewegen.

Over het vinden van die vertaalslag gaat dit verhaal, dat wordt vervolgd.

 

© Huguette

6 januari 2024

 

 de andere verhalen behorend bij dit blog vind je hier

 

 

   

Kerstboodschap van Huguette

Gepubliceerd op 25 december 2023 door Huguette

Kerstmis 2023

 

Grenzeloos stil 

tikt de klok

de kerstnacht voorbij

en vangt in haar slingerbeweging

het eerste gloren

van deze kerstdag.

Een gewone dag 

en toch weer anders.

Gewoon anders.

Een dag waarop de tijd

haar tijdloosheid viert

in de geboorte van een kind.

Hier, daar, ergens,

zelfs in de schuilkelders

onder een regen van bommen.

Ze slingert voort in de tijd,

mensen komen samen en gaan

vinden en laten los,

ontmoetingen worden beloftes,

serene handdrukken verbinden.

Ontroerde ogen omhelzen 

en weerspiegelen 

de tijdloze omhelzing van de tijd.

 

 

Nu, in de geboorte van

het eeuwige kind 

dat voortleeft

voorbij de tijd.

Een slingerbeweging van leven,

dat de bommen overleeft

grenzen doorbreekt,

vrede neemt met wat is, 

wordt en zal zijn.

In de stilte luisteren we

samen naar het tikken van de tijd

in een wereld vol beweging,

een beweging die vraagt

om in beweging te komen,

ondanks wat vastloopt,

in de tijd,

als een stilgevallen klok,

een afgesloten hart,

een verkrampte hand,

een blinde geest.

Op deze kerstdag,

een gewone dag,

ongewoon anders,

wordt het tikken van de klok,

de voortgang van het leven,

de niet te stuiten levensdrang, 

die ondergronds,

ontelbare keren,

zich tijdloos vernieuwt.

Het tikken van de levenssappen,

in boom en plant,

onder de sterrenhemel,

die voorbij schuift,

over een aarde,

die ritme en tijd,

aan de sterren, ontleent.

Die in hun tijdloosheid 

de vrede spiegelen,

die ieder in zijn hart draagt,

als deel uitmakend

van een heelal.

Een helend al.

Wat we vieren vandaag, daar

herinnert de klok ons aan:

 

 

In ons leeft

een tijdloos, eeuwig kind, 

dat het heelal in zich draagt.

Als een bron,

van tijdloos leven,

in een hart dat tikt.

Daar waar liefde,

volop kan gedijen.

Liefde die verbindt.

 

© Huguette

Huize Poustinia

25 december 2023

 

 

Aan allen wensen we veel inspiratie en vreugde in deze een gezegende Twaalf Nachten Tijd,
waarvoor Kerstmis de poort opent.

Een tijd waarin we de tijdloze dimensie van de tijd 

achten

als voeling voor de getijden van het leven,

die ons gidsen doorheen de tijd,

van elke dag,

de gewone en ongewone,

dagen levend, 

alsof ze tijdloos zijn 

ondanks chaos, drukte,

en wat ons kluistert

aan tijdsdruk.

Soms wurgend, soms verstikkend,

Alles behalve tijdloos.

Klokken tikken 

en vergeten niet 

dat ze tijdloos zijn.

Daarom vallen ze af en toe stil.

 

 

 

 

 

Sporen volgend naar de Bron

Gepubliceerd op 6 augustus 2023 door Huguette

deel drie van het blog “Veertig jaar Poustinia”
Huize Poustinia en wat er zoal aan voorafging

 

Zoals ik al in de vorige blog beschreef vond de geboorte van Poustinia plaats op 9 juli 1983. 

Dit geschiedde na vele jaren van inzet en engagement waarbij een open contact met anderen in groepswerking centraal stond. 

In een geest van open dialoog waardoor perspectieven zich openden om steeds breder naar het leven te kijken. In de zin van andere manieren ontdekken om met hetzelfde om te gaan waardoor het zich verhouden naar wat zich in het leven reëel aandient, diverser en rijker wordt en bijgevolg ook diepzinniger.

De focus lag dus helemaal op wat het leven reëel aandient en de ervaringen waarmee gedeald moet worden.

Met als centraal gegeven: een mens moet het zelf doen maar vooral niet alleen. Wederzijdse inspiratie en kruisbestuiving zijn hierbij essentieel.

Spiegelen en weerspiegelen creëren mogelijkheden voor een dynamische menselijke ontwikkeling en ontplooiing. Deze werking ging gepaard met het geven van impulsen en tools als voeding voor geest, lichaam en ziel.

Verandering en vernieuwing waren essentieel om dergelijke uitwisselingen levendig te houden en te verdiepen.

Dit intensief werken met groepen nam ook diverse vormen aan. Het grootste deel van het jaar speelde dit alles zich af midden in een stadse omgeving met mensen die intensief bezig waren in werk en gezin of met studie. 

Doch ook met mensen die aan de rand van de maatschappij leefden omwille van wat hen overkomen was: hetzij door ziekte, verlies, en zoveel meer. Intensief groepswerk voltrok zich ook regelmatig tijdens momenten van herbronning in weekenden en retraites over meerdere dagen gespreid waaraan hele families deelnamen. Telkens op plekken in de natuur waar de stress van het werk kon worden ingeruild voor reflectie en herbronning en inspirerende uitwisselingen.

Hieruit werd gaandeweg duidelijk hoe onmiskenbaar de rol van de natuur is bij dergelijke herbronning en herstel. Vooral een natuur die nog in zekere mate iets van haar ongereptheid kan laten zien, waar dier en plant nog in een samenhang bewegen die helend is voor wie erin vertoeft. 

Waarin de mens nog niet teveel verstoord heeft.

Uiteindelijk, na enkele jaren, werd hiervoor tijdens een wandeling in de Ardennen een vaste plek gevonden in Bérismenil, in een huis bij een oude molen, door de eigenaar helemaal ingericht als kamphuis. 

Nu “Het Molenhuis”, gelegen in de Ardennen dichtbij La Roche-en-Ardenne.

Door de inzet van velen en het op gang brengen van acties om aan de gevraagde som te kunnen komen, kon het worden aangekocht. 

Dit op zich was een rijke ervaring van samenwerken en krachten bundelen die vooral de vrucht was van een gezamenlijke ervaring. 

Die verbindt en vormt.

Na de aankoop van de oude molen konden ook daar heel wat activiteiten in verschillende vormen ontstaan die zeer dragend en inspirerend waren.

Vele jaren waren Modest en ik van dichtbij op deze intensieve werking betrokken, die helemaal afgestemd was op herbronning en dialoog in groep.

Uit de vele ervaringen die we gedurende jaren hierbij leefden werd gaandeweg duidelijk dat er bij mensen ook een nood leefde om individueel tot rust te komen, wegens herstel, of het doorleven van een moeilijke periode of omwille van een heroriëntatie vaak tengevolge van ziekte of een crisis of verlies.

Vermits dit een vaste omkadering en een meer residentieel karakter behoeft kon dit in de werking daar niet geïntegreerd worden. Ook de inrichting van het huis leende zich daar minder toe.

Bijgevolg rees bij Modest en ik de idee om een plek te zoeken die aan gasten de rust en veiligheid en omkadering bood om aan zichzelf toe te komen. 

Een idee vraagt voeding en reflectie om grond onder de voeten te krijgen en vooral ook om te bevoelen waarop je een plek die hieraan beantwoordt, kan grondvesten. Zodat ze een duurzaam bestaan krijgt.

Bijgevolg ontstond ook de behoefte om onderzoek te doen naar bronnen die een licht wierpen op hoe in het verleden aan deze nood vorm is gegeven.

Het was het begin van een zoektocht naar bronnen die ons hierbij inspireerden en richting gaven zonder echter de roep van binnenuit om een hedendaagse vertaalslag aan dit alles te geven uit het oog te verliezen. 

Om  trouw te kunnen blijven aan een oorspronkelijk in het leven staan.

Met oorspronkelijk bedoel ik: creatief inspelen op wat op je pad komt en nauw contact houden met je innerlijke bron. Om te kunnen herkennen wat in de oude bronnen die je raadpleegt, raakt en vraagt om verder uitgediept te worden.

Wat we hier vaak benoemen als: de vertaalslag maken naar het hier en nu.

Dit betekent ook niet slaafs overnemen van, maar de essentie die uit deze bronnen oplicht, toetsen aan de noden van nu.

Tot op de dag van vandaag is een van de pijlers in de werken van Huize Poustinia: het vertalen en belichamen van oude waarden in een vorm aangepast aan deze tijd. 

En deze worden geput en uitgelicht in wat doorheen eeuwen van doorgegeven wijsheid waardevol blijkt te zijn voor de heelwording van de mens. Een proces waarin de mens als geheel word gezien. 

Waarin het vinden van connectie, het achten en leven van kwetsbaarheid en een gezamenlijk heel worden de motor is voor medemenselijkheid en mededogen. Een perspectief dat ook vandaag nog in de werking van Huize Poustinia centraal staat.

Ik citeer graag in dit verband woorden van Joanna Macy, wiens werk niet aan onze aandacht ontsnapte:

“We zijn in staat om het lijden van de werken in te voelen, dit is de ware zin van mededogen. Het geeft ons de kans om onze onderlinge verbondenheid met alle levende wezens te herkennen. Verontschuldig je niet als je huilt om de bomen die verbrand worden in het Amazonewoud en de wateren die vervuild worden door de mijnen in de Rocky Mountains. 

Verontschuldig je niet voor het verdriet, de rouw en de woede die je voelt. Het maakt deel uit van je mens-zijn en rijping. Het is deel van je open hart, en als je hart openbreekt dan komt er ruimte voor de wereld om te helen. 

Dit is wat gebeurt als mensen eerlijk naar het verdriet in de wereld willen kijken.”

Het zou te ver reiken om al de bronnen te noemen, die we tijdens onze zoektochten exploreerden. Ze vonden een vertaalslag in de vele themaweekenden doorheen de jaren die we hier in weekenden en retraites  en het samenleven en delen met gasten en vaste helpers in huis hebben beleefd. Sommige worden wellicht nog benoemd in een ander verhaal van de blog. Of ze nemen vorm aan in wat we in de toekomst in dit huis wensen te leven.

Ik haal nu een paar  bronnen aan uit die zeer richtinggevend zijn geweest voor de wijze waarop we hier ons dagelijks leven tot op vandaag inhoud en zin geven. Die ook aan de basis liggen van onze levenshouding en de wijze waarop we hier werken en afstemmen.

In de jaren die voorafgingen aan het opstarten van Huize Poustinia werden we in onze zoektocht naar bronnen zeer sterk gemotiveerd door deze drie vragen:

Waar ligt het raakpunt tussen spiritualiteit en het leven van elke dag?
Wat heeft de mens nodig om geestelijk gezond en heel te blijven?
Wat is er fundamenteel nodig om de noden van lichaam, ziel en geest in balans te houden.

Het woord spiritualiteit slaat hier niet alleen op religie en wordt door ons in de breedste zin van het woord gehanteerd: alles wat met de geest te maken heeft. En nog breder: ook de spiritualiteit van onderaf: ecologie en de lessen van natuurvolkeren en kosmologie.

Deze vragen welden op naarmate we doorheen de jaren van werken met mensen geconfronteerd werden met een geestelijke honger, de onmacht om wat inspireert te integreren in het leven van elke dag en het verlies van evenwicht tussen inkeer en inzet, werk en ontspanning, innerlijk en uiterlijk leven.

Het viel ons op dat een crisis, of het doorleven van een crisis, ook zeer veel raakvlakken vertoonde met deze drie vragen.

Weerbaarheid om met de kwetsbaarheid om te gaan die zich in existentiële crisismomenten toont vindt haar ankerpunten in het uitbalanceren van de noden van lichaam, ziel en geest.

Zo voelend en bevragend kwamen we op het idee om de wortels van het monastieke leven te onderzoeken en de overeenkomsten te ontdekken tussen de tijd waarin de eerste zogenaamde “kloosters” ontstonden en onze tijd, waarin bv. veel nieuwe woonvormen ontstaan die minder individueel georiënteerd zijn. Waarin het gezamenlijk leven van waarden een kans maakt.

De kloosters echter waren de eerste concrete vormen van samenleving waarin een respons op dergelijke vragen werd gegeven, weliswaar beantwoordend aan de tijdsgeest waarin ze ontstonden.

 

 

We stelden ook vast dat het ontstaan van de eerste kloosters een poging waren om diepe menselijke waarden te behoeden en de wijsheid die in oude boeken een bedding had gevonden te redden van plundering en vernieling.

Vanuit een aanvoelen dat wat de geest voedt niet verloren mag gaan.
Dat anders het zin geven aan wat men leeft, moeilijk wordt.
Of dat ankerpunten uit het zicht verdwijnen.

Ook vanuit de intentie een gezonde en veilige omkadering te creëren die het leven overeenkomstig natuur en kosmos garandeert.

De kennis van kruiden speelde een belangrijke rol zowel voor medicinale bereidingen als voor de keuken. De via overlevering verkregen medicinale kennis werd zorgvuldig in de oude boeken bestudeerd en toegepast. 

Zo hadden kloosters ook de eerste hospice waar mensen verpleegd werden.

Samen met handenarbeid, werken op het land en het houden van dieren, waren gebed en contemplatie de belangrijkste ankerpunt in een dagelijks leven waarin door ritme en regelmaat een evenwicht tussen lichaam, ziel en geest werd gecreëerd. 

Een andere bron was de Rijnlandse Mystiek, vertegenwoordigd door o.a. Meister Eckhart en Hildegard von Bingen, die zich kenmerkte door een zeer ecologische kijk op het leven en de gezondheid van de mens. 

Een invalshoek die heden ten dage in internationale congressen over geestelijke gezondheid zeer aan de orde van de dag is.

Mystici en de monastieke kloosters pionierden op een wijze die nu met de nodige vertaalslag terugkijkend, heel baanbrekend was en in deze tijd mede aan de basis ligt van talloze nieuwe leefvormen waarin dezelfde waarden worden geleefd.

Deze beide bronnen waren in essentie zeer nauw verwant met de waarden die in inheemse culturen werden geleefd. Waar de mens ook als een heelheid in een samenhang van kosmische natuurkrachten wordt gesitueerd, waarmee hij onlosmakelijk één is.

Dergelijke verbanden leverden stof genoeg om serieus stil te staan bij de vraag: kunnen we in een hedendaagse vorm dezelfde waarden leven en ze als omkadering hanteren voor het ontvangen van gasten en dit op een universele basis, los van het geloof en de religie die gasten voor zichzelf als richtinggevend beleven.

Een vorm waarin alles draait rond het vinden van het raakpunt die mensen in hun individuele zoektocht met anderen verbindt. Een zich verbonden weten dat voortvloeit uit herkenning en ieder in zijn vrijheid laat voor het geven van zin aan.

Een vorm waarin de Bron van alle leven zonder vooraf in te vullen, werkzaam kan zijn in het doen en laten van elke dag.

Een vorm die, na aangeraakt te zijn door de bron hier op deze plek, uitmondde in het opstarten van Huize Poustinia, een project dat zich vanaf de basis verder zou ontwikkelen en gestadig verandert naarmate deze zoektocht naar diepere waarden zich verdiept en verder ontvouwt, maar ook naarmate de tijdsgeest ons dwingt om weer eens anders naar hetzelfde te kijken.

Steeds weer sporen volgend naar de Bron: daar waar alle leven samenvloeit en zich voortdurend vernieuwt en zich op oorspronkelijke, oningevulde wijze doorheen alle facetten van het leven openbaart. 

Omdat het leven als geheel de basis vormt voor het grondvesten van een duurzaam project.

Of om het met de woorden van Rilke te zeggen:

“Laat het leven aan jou gebeuren. Het leven heeft het altijd bij het rechte eind.”

Rilke

 

© Huguette Beyens

Huize Poustinia 

5 augustus 2023

  

 de andere verhalen behorend bij dit blog vind je hier

 

Terugkijkend op 40 jaar Poustinia

Gepubliceerd op 7 juli 2023 door Huguette

deel 2 uit de serie:
Verhalen verbonden aan het veertig jaar bestaan van Poustinia.

 

Als de boerenjasmijn in het midden van de tuin bloeit en Tara bijna haar wintervacht heeft afgelegd en blinkend door de zomerse weide waadt en het riet van het rietveld hoog wapperend de tuin overschouwt, dan weten we elk jaar dat de tijd is gekomen om ons de geboorte van Poustinia te herinneren en te vieren. 

Op 9 juli. Nu al veertig jaar lang iedere zomer opnieuw.

Ons telkens weer verbazend en verwonderend over hoe het leven zich hier ontplooit.

Een viering die zich meestal bescheiden met een afstemming in de kapel voltrekt, wetend dat alles begon met een moment dat ons overstemde, dat ons bij de hand nam, zich in een ontroering toonde en onomstootbaar iets wekte wat nooit meer overging. 

Die verbazing en verwondering en de intentie op deze plek te zijn en te werken, in dienst genomen. 

Het was in 1983, op een warme zomerse dag, toen de zon al heel hoog aan de hemel stond dat Modest en ik, naar Luxemburg rijdend om de auto vol te tanken, ergens onderaan een landweggetje, dat tussen velden naar boven klom, een bordje zagen waarop stond te lezen: ferme à vendre, boerderij te koop.

We reden er eerst aan voorbij en toen we een uur later uit de andere richting het bordje opnieuw zagen staan, konden we niet weerstaan aan de nieuwsgierigheid om eens te gaan kijken waar het bordje naar verwees.

Ik ga de gewaarwording nooit vergeten van de eerste keer dat we het weggetje opreden.
We zagen aan weerszijden rijpend hooi. 

Bovenaan het weggetje hielden hoge populieren als fiere reuzen hun wacht. Een stenen klimmend weggetje dat naakt blonk in de warmte van de zon en dwong tot traag naar boven rijden, de klim beleven als een overgang en de bekende weg verlaten om het onbekende tegemoet te gaan.

Een gewaarwording die voelde als een brug overgaan, iets achterlaten en je overgeven aan. Een gewaarwording die achteraf essentieel bleek te zijn om het karakter van deze plek te beschrijven. 

Je komt er maar als je een brug overgaat en stilvalt. 

Niet in een bruuske ondoordachte beweging. 

Dit laat dit ouden stenige weggetje niet toe, zelfs op de dag van vandaag niet. Het is en blijft een stenig weggetje dat een brug slaat. Het is met de jaren een metafoor geworden voor wat het leven af en toe nodig heeft. 

Een brug overgaan en een brug slaan tussen werelden die schijnbaar niet bij elkaar horen en toch zo aanvullend blijken te zijn, zo onoverkomelijk één om de volheid van het leven te proeven en te leven.

We kwamen na een wijle boven en zagen een rijzige boerderij in Ardeense stijl, waar op de gevel hoog, in prachtige natuursteen uit de streek, het getal 1933 prijkte.
Een boerderij van 1933. 

Daar wachtend, in stilte, verzonken in herinneringen, die als het ware rond het huis dwarrelden als stille getuigen van het leven dat er geleefd was. 

Het was er buiten het briesje dat ons zacht beroerde stil, heel stil. Adembenemend stil.

 

 

We stapten uit, en keken om ons heen. En zover ons ogen reikten zagen we wuivend hooiland, waartussen papavers en korenbloemen groeiden. 

De geur was als in oude tijden, als ik als kind argeloos de landweggetjes struinend op zoek ging om wat veldbloemen te plukken voor een bescheiden zomers boeketje op de keukentafel.

Een geur die ruikt naar ongereptheid, een voor het eerst weer zien wat je al vaker zag, maar niet altijd in zijn volheid ziet, omdat het vaak al ingevuld wordt door gedachten of spinsels of wat dan ook nog vóór je het ziet.

Een schamele poging om in woorden te beschrijven wat ons daar zo onbevangen naar de velden deed staren met onze rug naar de boerderij want die was in dit aanschouwen even niet zo belangrijk.

Zo voelend en kijkend viel onze blik op een ruïne in de verte, bijna tegen de bosrand. Een paar afbrokkelende muurtjes in Ardeense steen, een grijze bevroren gestalte in het gouden hooiland. 

Toen gebeurde het dat we zonder enige vorm van overleg, vanuit een onverwoordbaar dorsten naar, in beweging kwamen en voorzichtig door het hooiland lopend naar de ruïne toeliepen. 

Die naarmate we naderden wat groter bleek dan we aanvankelijk konden inschatten. Ze lag daar als ingeslapen.

We waren al heel dicht genaderd toen de klank van stil zingend water ons tegemoet kwam. Onze aandacht verscherpte nog, ons lichaam trilde toen we ons volop openden voor de klank van het water die ons als een gids naar een plek leidde waar het water zomaar uit de grond borrelde, tussen het frisse groen van de waterkers.

Er zijn geen woorden om te beschrijven wat we toen ervoeren. We konden enkel gaan neerzitten en luisteren. Luisteren en nog eens luisteren. Met ogen open, en dan weer ogen dicht, om ze daarna lang gesloten te houden en aangeraakt, ontroerd ons over te geven aan wat diep van binnen in beweging kwam.

Een aangeraakt zijn tot op het bot. Waar je niet aan kan weerstaan.
Waar je je enkel aan kan overgeven en voelen wat het met je doet. 

Zonder gedachten geïnspireerd worden vanuit de bron van het bestaan.
Waarvan we de herinnering diep in ons dragen en die ons vooral ongevraagd en ongezocht, soms geheel onverwachts, in beweging zet en houdt.
Als de juiste dingen, op de juiste plek, op het juiste moment dit weerspiegelen.

Ik weet niet hoe lang we daar zaten maar wel hoe we daar zaten en hoe we een paar uur later verstild, sereen en ontroerd terugkeerden naar het erf waar de auto stond te wachten.
Geen woord werd er gesproken.
We hebben noch de ruïne, noch het huis bezocht, ze waren beiden op de achtergrond verdwenen.
We werden zelf door een bron bezocht, die ons nooit meer losliet.

Vandaag de dag zet de bron ondergronds haar werk verder, een riviertje voedend dat uit haar schoot ontstaat. In ons borrelt ze nog steeds uit de grond, ze is aanwezig in ons doen en laten hier, in de wijze waarop we vorm gaven en geven aan de oude boerderij, die ondertussen een huis is geworden waar gasten af en toe, een wijle, bij de bron van het leven kunnen verwijlen die in hun welt. 

Gezien of ongezien, maar onverwoestbaar aanwezig, haar kracht ontvouwend ondergronds.

De tuin, het huis zijn beiden in hun vormgeving georiënteerd op de bron van het leven.
We zijn als mens te klein om haar te belichamen. 

We zijn als mens eerder de waterdragers, die de weg naar de bron gaan langs kleine weggetjes en het water brengen naar waar het nodig is.

Na deze ervaring, enkele maanden later, op 9 juli 1983, was de aankoop van de boerderij een feit. Een boer, Jean, uit St. Vith, kocht het grootse deel van het immense weiland als hooiland. Wij, de boerderij en het weiland eromheen.

Tussen het ontdekken van de bron en het tekenen van de akte was er met ons veel gebeurd. Een heel verhaal op zich.

Het maakte allemaal deel uit van een proces van toestemmen in wat hier op deze plek ons riep om te belichamen waar het in het leven om gaat: uitdrukking gevend aan wat achter de vorm wezenlijk inspireert.

We gaven het huis de naam Poustinia, stille plek waar je tot jezelf komt, tot dat wat je wezenlijk draagt en inspireert los van elke invulling ook. Maagdelijk als een bron. Poustinia, huis van herbronning.
Het woord heeft als wortel het Russische woord Pousta, dat woestijn betekent.
Een “poustinia”, was destijds in Rusland, een kleine kluis in de woestijn waar je je in stilte terug trok om bij de bron van het leven te vertoeven.
Een woord dat in vier talen goed klinkt en gasten welkom heet. 

Aan de ingang van het erf staat een bord met de welkomstwoorden in Nederlands, Frans, Duits en Engels 

 

 

” Vrede zij met U. La  paix soit avec vous. Der Frieden sei mit ihnen. Peace will be with you.’ 

Poustinia is vlak bij de grens van Duitsland en Luxemburg gelegen. Het Drielandenpunt.

Het bord staat pal op de plek waar zich toen we hier kwamen een klein Mariakapelletje bevond, verbonden met de bron.
Zoals in de Ardennen bijna altijd het geval is. 

De plek, Joffen, zo genoemd op de oude stafkaart, blijkt zoals ons is verteld, een oude Keltische plek te zijn, waar de bron werd geacht en geëerd en bezocht om haar heilzame uitwerking.

Het kapelletje bestaat niet langer, de Vrouwe die haar bewoonde, staat nu onder een houten kapelletje, door Willem gemaakt, vlak bij de ingang van het erf, pal op een bron vlak bij het huis, die zich 25 meter diep bevindt.

Ze is georiënteerd op de kapel, die we zelf bouwden. Daar recht tegenover.
Een plek van inkeer met een universeel karakter. De bron kent geen grenzen. De bron verbindt over de grenzen van elke invulling. 

Ze is motor van leven en belichaamt de onstuitbare scheppende kracht van het leven, dat zich in oneindige vormen uitdrukt. Dit overal ter wereld.

Daarom draagt deze plek van afstemming de naam: de kapel van de schepping. Maar dit is weer het begin van een ander verhaal.
Voor een andere keer.

We zijn nu veertig jaar verder. Het voelt als weer bij de bron zijn. 

Een cirkel is rond en een ander begint. De bron is meer dan ooit aanwezig in wat ons nu verder leidt en doet verwijlen bij de vertaalslag maken naar de fase waarin we nu zitten.

Het consolideren van wat leven op deze plek, in afstemming, ons leerde en waartoe ze ons nu inspireert.

Veel heeft zich ondertussen al werkend en levend doorheen ontmoetingen met vele mensen hier ontsluierd en het vraagt om het uitzetten van lijnen van waaruit op oorspronkelijke wijze verder vorm kan gegeven worden aan wat deze plek nu nodig heeft om aan herbronning een invulling te geven overeenkomstig de noden van deze tijd.  

De nood aan het vinden van ankers om op een menswaardige wijze het hoofd te bieden aan wat het leven op deze planeet nu laat zien.
De natuur blijkt steeds meer ernstig bedreigd en wellicht ook onze natuur als mens. Deze twee zijn onlosmakelijk één.

We kunnen in deze tijd de vraag stellen: kennen we onze natuur en de natuur wel? 

Leren we van haar wat we ervan kunnen leren?
Kunnen we lezen wat ze ons spiegelt?
Of zijn we de taal vergeten die ze spreekt en mensen met elkaar verbindt: een universele taal waarin de wetmatigheden van de kosmos en het leven zijn weerklank vindt.

Herbronning geven we op deze plek deze invulling: kiezen voor blijvende verandering in dienst van het leven. 

Een nooit aflatende reflectie over wat nodig is om goede condities te scheppen voor dialoog en samenwerking in dienst van de gemeenschap, waarin elk individu op eigen creatieve wijze bijdraagt. 

Een door werk van onze handen uitdrukking geven aan het ritme van het leven dat zich in elk dag inschrijft als een mogelijkheid om uitdrukking te geven aan wat ons inspireert: voeding, zorg voor de dieren en de planten in de tuin. 

De inrichting van het huis en erf. Een gastvrij ontvangen van gasten die aan herbronning toe zijn: zij het door verlies, herstel van ziekte, geestelijke crisis of nood aan verstilling.

Tegelijk geeft permanente herbronning de kracht om een sterk netwerk uit te bouwen in contact met mensen die verspreid over de wereld de bron levendig houden.

Zodat dialoog vanuit herbronning zich ook verbreedt naar een samenwerking op vele vlakken met anderen die door het achten van menselijke waarden geïnspireerd de bouwstenen schenken om creatief in te spelen op een veranderende samenleving.

Waartoe dit alles leidt lees je wellicht in de komende maanden als je het verhaal van Poustinia verder wenst te volgen.

Er voltrekt zich ook hier een verandering, die de vrucht is van een reflectie en belevenissen van de voorbije jaren en stap na stap vorm aanneemt.

De vorm verandert maar de essentie, de bron van waaruit alles hier groeide, blijft.

 

Huguette Beyens

Samen met Modest  ( overleed in 2008 ) aan de wieg van Poustinia in 1983.
Sedert 1985 tot nu samen met Willem verder vorm gevend aan.

 

de andere verhalen behorend bij dit blog vind je hier

 

Ode aan de Midzomer

Gepubliceerd op 24 juni 2021 door Huguette

We wensen allen vanuit een bloeiend en groeiend Poustinia een vreugdevolle Midzomer.

Ode aan Midzomer

Zo laag, zo door droogte bevangen,

in een ingehouden beweging,

vorig jaar, in Midzomer,

spiegelde de natuur 

de inwaartse beweging die we, 

bedwongen door corona,

dienden te maken.

Uit eigen beweging 

of niet.

 

Zo hoog, zo de hoogte zoekend,

bewegen de planten nu

in deze Midzomer.

In de regens

van gulzige buien.

Die aarde zoeken 

om de wateren des hemels

ten gronde

bedding te geven.

 

Laag en hoog, 

twee bewegingen,

die ons ergens,

daar tussenin,

het midden doen vinden

tussen wat ons overkomt,

en soms ook bedwingt,

en waar we kunnen naar uitreiken.

 

Net als de bloemen

zijn en worden wij

noch het uitreiken,

noch wat ons overkomt.

We zijn toeschouwers

en hoogstens bemiddelaars,

tussen wat naar beneden 

en naar omhoog beweegt.

 

Buigen voor 

en uitreiken naar.

Een dans die ons in leven houdt,

als even van voorbij de wolken

zonlicht door stormige donkerte breekt,

herinnert aan wat was

en weer zal zijn.

Levensadem,

die niet ophoudt te bestaan,

ook niet na de laatste adem.

Hoe leert een mens klein te zijn

zonder de grootsheid van het leven

waarvan hij de kiem 

in zich draagt 

te vergeten?

 

Hoe kan een mens 

buigen en uitreiken

en zo aan zichzelf toekomen

midden de kleine dingen 

van het leven,

die zich groots ontvouwen

als ware zij 

door een onzichtbare hand 

naar hun bestemming

geleid.

 

Midzomer.

Het is nu

dat we het licht 

mee naar binnen nemen

ook al heeft alles de schijn

van uit grenzen breken

in een roes van groei en bloei.

 

De zon gaat met ons mee

de beweging inwaarts.

Er is geen houden aan

we buigen met haar mee

naar de schoot voorover,

die haar licht 

in zich ontvangt

en het vele maanden 

later

verdicht aan de wereld schenkt.

Tot openbaring

van wat onnoembaar

maar aanwezig

in geboorte 

tot aanschijn komt.

 

Het is nu

dat we de vuren aansteken 

het licht mee naar binnen nemen.

Het is nu 

dat we de innerlijke roep 

om te zijn 

niet langer kunnen weerstaan.

Het overkomt ons vandaag.

 

We worden vanaf vandaag

dag na dag kleiner

terwijl Het Leven roept

en zich groots

in ons ontvouwt, zoals de zon 

het ons schouwt,

in haar neerwaarts bewegen.

Terwijl de zomer

levend als een weelde

grenzeloos in haar schoonheid

vergankelijk in bloei

aan een schoot

haar zaden vrijgeeft.

 

Het is nu

dat we midden in het volle leven

aan Zijn toekomen

zonder meer.

Oneindig vol

oneindig teder

oneindig mild

oneindig aanwezig.

Een zegen.

 

 

© Huguette Beyens

Huize Poustinia

 

24 juni 2021

ST.JAN – MIDZOMER

Wijziging datum Crossing the abbys V

Gepubliceerd op 12 juni 2020 door Huguette

 

Beste,

De recente mondiale coronacrisis onderbrak de beweging die velen ingezet hadden. Plannen werden doorkruist, perspectieven om ideeën, plannen en intenties te belichamen werden in een kort tijdsbestek grondig gewijzigd. Zo ervoeren we hoe het leven middenin in alles wat al in beweging is een grondige nieuwe beweging inzet, waardoor we de dingen die we leven weer in een heel andere dimensie dienen verder te leven, soms ook in gewijzigde vorm.

Het is niet vanzelfsprekend om los te laten, onvoorbereid ruimte te scheppen voor een andere oriëntatie maar het is tevens vormend om te ervaren dat alles zijn tijd heeft, ook het verwerken van wat dit alles met ons doet. En vooral te zien waar het ons naartoe leidt.

Het is echter in dit verband ook uit overmacht en realiteitszin dat we 

afzien van de planning van de reeds eerder aangekondigde conferentie 

in september 

onder het thema: 

De bedding van het leven. 

Een moeilijke maar nu noodzakelijke beslissing.

Praktisch zijn vele zaken die eraan raken onzeker en het maken van een internationale vliegtuigreis eveneens. Zo hebben we in overleg besloten om alles naar een andere datum te verleggen, wellicht in het voorjaar 2021, als alles wat meer tot rust is gekomen.

Als daarover meer duidelijkheid is wordt je automatisch op de hoogte gebracht.

Aan wie dit leest en op één of andere wijze door ziekte of verlies van familieleden getroffen werd wensen we kracht toe om dit te verwerken.

Moge deze ervaring ons allen sterken en ons helpen te vertrouwen op de kracht van onderlinge afstemming en verbondenheid. 

Hartelijke groet,

Huguette Beyens

 

 

Paasboodschap 2020 van Huguette uit Poustinia.

Gepubliceerd op 12 april 2020 door Huguette

DE NIEUWE DAGERAAD – ERBARME DICH

 

Haar gelaat zal gevuld zijn met ogen 

die veelvuldig zien

wat in één blik

niet kan worden omarmd.

 

Ogen die donkerte 

niet schuwen maar achten

als schaduw die zich

zonder licht nooit

in haar goudglans zou ontvouwen.

 

De gouden glans van kwetsbaarheid

die zich verweeft doorheen deze dagen

als levensdraden

van een weefsel

waarin donker en licht 

in samenspel

de rijkdom van wat zich onderscheidt 

maar elkaar ook aanvult 

ontsluit.

 

We zijn donkere wezens

uit aarde ontstaan 

en met licht omhuld.

Een licht dat niet verhult

maar de donkerte 

naar klaarte optilt

als een moeder haar 

zoekend en tastend kind.

 

Haar gelaat zal getekend zijn

door erbarmen 

spiegelend wat wij 

in deze donkere

en tevens lichtende tijden leren

van haar kwetsbaar

minnend aanwezig zijn.

 

Er is geen leven dat komt of gaat 

dat niet door haar is gezien

gestreeld, gevoed, geheeld.

Zelfs de dood is in haar

aanschijn een opstap naar leven

menswaardiger leven althans.

 

Zij is de armen

die ons soms 

in onmacht ontbreken.

De ogen waardoor

wij het ongrijpbare

aanschouwen.

De handen die zich openen

voor wat wij afwijzen.

De voeten die gaan

waar wij ons niet wagen.

 

Zo bewegen we doorheen de pijn

van afscheid nemen en helen

met erbarmen.

Zonder de donkerte haar licht te ontnemen

noch het licht zijn donkerte.

Ze zijn samen de schoot

van nieuw leven

waarin niets kan worden miskend,

geminacht en ontkend.

 

We leren tastend en voelend

om zelf ook schoot te zijn.

Voor grote en kleine dingen

die in hun samenhang

niet door ons kunnen 

worden gescheiden.

 

Het kleine haalt het grote uit elkaar

en het grote heelt het kleine.

Zo worden we gelijk 

van individu tot gemeenschap

een samen kijken naar 

een samen dragen van

een samen delen van 

een samen door het lijden gaan,

een samen in vreugde ontstaan,

maar in bewust geleefde

Kwetsbaarheid.

 

Onschendbaar

is haar aanwezigheid in ons.

Zij heet erbarmen-mededogen.

Een met de volheid van ons wezen

toestemmen in donker en licht

de gouden bouwstenen voor 

nieuw leven

dat hergeboorte heet.

 

Oneindig beweegt ze 

in ons als helende 

zalvende, zegenende kracht.

Door scheppend zonlicht

bekrachtigd.

 

Pasen 

zoals nooit eerder

zo intens kwetsbaar en krachtig

zo donker lichtend

in de mensheid geleefd.

 

© Huguette Beyens

Pasen in Huize Poustinia 2020 

De ballade van de Drie Koningen

Gepubliceerd op 6 januari 2020 door Huguette

De ballade van de Drie Koningen.

 

Zag of hoorde je ze ooit? Of misschien kwam je ze wel eens tegen. Of ze klopten aan je deur en zongen hun blije lied met een draaiende ster in hun hand. Of zijn ze figuren in een verhaal en vervaagden ze met de tijd zodat hun lied niet langer in je oren klinkt als op Drie Koningen de dageraad een deur opent voor een zon die het leven dat in de donkere voegen van de aarde aan het openbreken is, ter wereld brengt. Zoals worden wie je in wezen bent. 

De Drie Koningen met ene ster. Ze kwamen van heinde en ze kwamen van ver.
Drie wijzen uit het Oosten volgens een oud verhaal, die een ster aan de hemel volgden, hadden oog voor tekens. Een ster, net iets anders fonkelend dan de andere.
In tijden waarin donkere machten het zicht op de kosmos dreigden te overschaduwen. 

Waar zijn ze nu gebleven in tijden waarin donker hevig woedt?
Welke deur gaat voor hen open, als de klanken van hun lied niet langer worden gehoord? Wie reikt hen de appel en de wafel die ze zingend hebben verdiend?

Jaren geleden maakte ik de drie koningen van wat resten stof en ijzerdraad.
Ze waren meer suggestie dan werkelijkheid. Expressieve gestalten in stof en draad.
Maar ze kwamen spontaan in mijn handen tot leven en ik voelde van heel nabij hoe ze onafscheidelijk bij elkaar hoorden. De drie die de essentie van het leven in de vorm van een ster konden herkennen.
Mijn handen werden er scheppend warm van en ik blij van gemoed.
Zo onschuldig eenvoudig gaat het ook wel eens.

Samen spiegelen ze de mens die door herkenning in het goddelijke toestemt.
Eruit ontstaat en erin opgaat. Als een continuüm, een basso continuo in de cyclus van het leven. Zo voelde het, als uit deze eenvoud betekenis zich veelvoudig openbaart.
Driekoningen feest: feest van de openbaring. Wat diep verborgen is opent zich.
Wat niet te grijpen is laat zich aanraken. 

Lees verder »

Kerstboodschap van Huguette 2019

Gepubliceerd op 25 december 2019 door Huguette

De sterrentijd.

Tijdloos

staar ik naar zilveren sterren 

die in de diepe blauwe nacht

fonkelend aanwezig 

door de grenzen

van de tijd breken.

Ze beroeren in mij

een kiem van eeuwigheid

terwijl ik in de schreden

van stille donkere uren treed,

die me schroomvol

meenemen in een 

wenteling van de tijd.

de stille dagen van

Midwinter,

Wat in mij loslaat

is een tijdelijk omhulsel

van ingevulde en niet ingevulde dromen.

Er is meer dan wat de tijd

in ons optelt en in waarde meet.

Er is een nooit 

ophoudend verlangen 

naar een openbreken in de tijd,

een tijdloos ontstaan

en vooral ook bestaan 

als leven dat kiemend

de tijd in mij vereeuwigt.

Levend als een wezen

door tijd en ruimte begrensd

ben ik tegelijk

een tijdloos zelf

gedragen door duizenden

wentelingen in de tijd

die zich eerder 

in de verleden tijd voltrokken

en door toekomst worden omarmd.

 

Een toekomst 

die ver boven de maat

van tijd en ruimte reikt

van menselijke gedachten,

die neigen te bevriezen

wat buiten ruimte en tijd beweegt. 

Toekomst die tijdloos

de onophoudelijke 

drang tot scheppen baart

die mijn schreden leidt

in een tijd die mij 

vleugels geeft.

De sluiers oplicht

van een oneindig bestaan

dat barend ontstaat

en mij in de tijd

door ontroering doet stilstaan,

terwijl hij me dag na dag

meedogend tegemoet treedt.

Beroerd kijk ik

naar sterren die weven

sterren die waken

sterren die vallend 

mij een hand reiken

en me een herinnering 

schenken aan tijdloos bestaan,

in een kind

dat uit de eeuwigheid zelve

lijkt te ontstaan.

Dat de belofte in zich draagt

van wat door tijdelijk zien en grijpen

enkel inschattend kan worden aanschouwd.

Er is zoveel meer dan de mens

kan weten en meten.

Er is een eeuwig kind,

een oeverloos ontwaken 

dat ons tijdloos

aan onszelf teruggeeft

en ons herinnert

aan het kiemend leven

dat we in ons dragen.

Dat we levend

aan de tijd voorbij

in een scheppend ontstaan,

eeuwig ervaren.

Het eeuwige nu van de sterrentijd,

bezield en beademd,

tot het zich tot amen verdicht.

Groei die door instemming

kan worden beleefd

en vooral geleefd.

 

Huguette Beyens

Kerstnacht 2019

 

Huize Poustinia

Meld je aan met je E-mailadres en blijf automatisch op de hoogte van ons nieuws: