Gepubliceerd op 25 december 2018 door Huguette
Kerstmis 2018
De helder zilveren nacht zinkt zwanger
over de ijzige velden in het donker neer.
Teder behoedzaam ontvangt de stilte
hem in haar zachte armen en bemint.
Wiegend baren de verstilde bomen
de helle klanken van een lied uit de hemel
dat parelend licht in de fonkelende sterrennacht
een herinnering aan Liefde in de diepe zwarte voren
van de aarde plant.
Aangeraakt en verwonderd
buigt de boer zich over de aarde
en zegent haar
waar ze trillend de hemel kust.
In een stil getuige zijn
van wat zich in deze omarming voltrekt.
Ziende wat zich voor zijn ogen ontsluiert,
ontwaart de mens verstild
de essentie
die vorm baart.
Barend wordt de mens
wat hij ontwaart
voorbij het zien
op het raakpunt van
hemel en aarde
waar zon en maan
en de hele kosmos zich
hun oorsprong herinneren.
Waar in de ochtend
tussen het mijmerend rijm
van bevroren velden
en de zachte streling van de grond
van een grazend hert
de nacht in de dag glijdt,
wordt zich herinneren
de toonaard van wat
zich dienend in de aarde voltrekt.
Een buigzaam toegeven
aan wat zich onstuitbaar
in de mens verdicht
een drang tot baren
van essentie in vorm
het ontsluiten van herinnering
van wat onnoembaar groot
zich in het kleine openbaart.
Een kind dat de schoot van de aarde
tot moeder verheft.
We zijn de wekkers van sterrenstof
dragers van herinnering
tot klei gevormd
om schoot te zijn
voor Leven
dat zich onophoudelijk
vanuit het donker
tot Licht verdicht.
Verwijlend bij de barende ochtend
en het smeltend rijm
ontsluiert de zon
zich vol en rond
aan de einder.
De mens herinnerend
aan vorm en essentie
tegelijk.
Het wonder dat zich ziende
voorbij de ogen voltrekt.
Waar stilte onzichtbaar
het raakpunt vindt
tussen worden en zijn.
De mens keer op keer gegeven
een blanken wit
zich ontvouwend Zijn.
Vreugdevol Kerstmis vanuit een wit berijmd ochtendlijk
Huize Poustinia
Huguette Beyens
Gepubliceerd op 19 december 2018 door Willem
Een mid-winter boodschap uit Poustinia
en een tip voor een nieuwe, oude viering.
Met midwinter vieren we het begin van de winter.
Waarom noemen we dit moment dan mid-winter. Het midden van de winter valt tenslotte rond 5 en 6 februari.
Het begrip midwinter komt uit een tijd dat we meer verbonden waren met wat er zich om ons heen afspeelde in de natuur. We hadden op dat moment van het jaar iets heel concreets te vieren.
Ga eens mee terug naar de tijd dat ons leven werd gestuurd en bepaald door de twee grote Goden die we kenden als de Grote Lichten aan de hemel. Nu noemen we die zon en maan.
We hadden toen geen idee van een zonnestelsel en de wetmatige loop van zon, maan en aarde en de verschillende cycli.
We konden enkel een groot ontzag hebben voor deze “goden” aangezien ze zeer bepalend waren voor heel ons leven.
De term mid-winter verwijst naar de observatie die de mensheid al heel lang geleden heeft gedaan dat de zon gedurende een half jaar steeds kleinere en lagere bogen aan de hemel maakt en zij doet dat vanaf het moment dat de dag even lang duurt als de nacht.
Na een tijdje komt er een moment dat de zon zo laag aan de hemel staat en de maan zo hoog dat zij in hun samenspel precies het tegenbeeld tonen van een half jaar daarvoor of daarna.
De zon bereikt een keer haar laagste stand en dan begint ze weer opnieuw te klimmen aan de hemel. Op dat moment dat de zon als het ware weer terugkeert, het licht terugkeert, wordt het moment van midwinter gevierd.
De zon klimt vervolgens aan de hemel, het moment komt daar dat de dag weer even lang is als de nacht en de zon klimt vervolgens nog hoger en de periode van de zomer breekt aan. Heeft de zon haar hoogste stand bereikt spreekt men van midzomer als tegenbeeld van het moment van midwinter.
Midzomer en midwinter markeren op die wijze de twee kardinale punten van de zonnebaan aan de hemel. Haar hoogtepunt en haar dieptepunt wordt gemarkeerd.
En in die viering werd vooral aandacht besteedt aan de diepere symboliek verbonden aan dit fenomeen.
De constatering namelijk dat op het hoogtepunt, de zon besluit haar dalende baan te starten en dat wanneer de zon haar dieptepunt bereikt heeft, er enkel nog een weg terug omhoog mogelijk blijkt voor de zon.
Dit fenomeen heeft in de diepte van de psyche van de mensheid een fundamenteel thema verankerd.
Het inzicht, ondersteund door de natuurlijke feiten, dat een klimmen naar een hoogtepunt wetmatig wordt afgewisseld met een dalen naar een dieptepunt en dat het dalen naar een dieptepunt de mens toont dat er een bodem is van waaruit enkel een klimmen omhoog weer mogelijk is.
Dat maakte dat de primitieve mens van toen… geen angst kende voor hoogtepunten noch dieptepunten, doch zich inschakelde in het geheel door het te achten.
Het kan helpen om het getal acht even neer te leggen, daar even voor te buigen en daarin de lemniscaat te herkennen en te zien hoe dit getal op heel bijzondere wijze de cyclus aan ons toont, de voortgang van het eeuwige leven en hoe we dat vervolgens achten in de betekenis van dat m-achtige woord “achting” hebben voor.
Ach……

Wat is er met ons gebeurd dat we dit inzicht, gedurende onze ontwikkeling als mensheid, hebben ingeruild voor een feest dat ons leert dat we blij mogen zijn met de geboorte van het licht (haar terugkeer-kerstmis) en dat een kwart jaar later we vieren dat dit licht vervolgens de duisternis heeft weten te overwinnen (lente-pasen).
Waar is het feest naartoe dat de geboorte van de duisternis acht en het daaropvolgende feest dat de overwinning van de duisternis over het licht viert?
Of zijn we het geloof in cycli verloren en hebben we definitief gekozen voor één kant van de medaille?
En zo ja, wat zou de medaille hiervan vinden?
We beginnen als mensheid langzaam wakker te worden rond klimaatverandering.
We beginnen in de gaten te krijgen dat er iets schort aan ons klimaat.
Inderdaad.
ONS klimaat.
De aarde redt zich wel met haar klimaat. We kunnen haar uiteraard een handje helpen, maar veel belangrijker dan dat is dat we gaan inzien dat we ons culturele klimaat moeten aanpakken.
Dat we samen een ander klimaat creëren.
Een klimaat waarin opnieuw ruimte komt voor het ontzag voor datgene of diegene, kies maar, dat aan de basis ligt van alle klimaten. De twee oude goden, zon en maan en de derde verborgen kracht die deze twee hemellichamen aanstuurt vanuit een veel grotere verborgen orde die we Leven mogen noemen.
In plaats van hier onverantwoord rond te lopen met zevenmijlslaarzen en ons weinig aan te trekken van en te doen waar we zin in hebben. Zin of goesting.
Als ik vroeger als kind tegen mijn vader zei dat ik ergens geen zin in had, dat was steevast zijn antwoord: “Dan maak je maar zin!”
Het heeft een tijd geduurd voordat ik veel later begreep dat alles in het leven draait om zingeving.
Ik hoop van harte dat je de komende dagen op een zinvolle wijze (een ander woord voor manier) met elkaar weet te vieren wat jullie samenkomst zin geeft.
Geniet van de kans die de kosmos ons ook dit jaar weer geeft om in de tijd van de twaalf heilige nachten stil te staan bij wat ons op het diepste niveau met elkaar verbindt.
Maak er een pr-acht-ige tijd van.
© Willem Versteeg
20 december 2019
Huize Poustinia
https://www.poustinia.be/blog/
Heel veel meer over midwinter en de betekenis van dit moment in het jaar en de diepere betekenis van Kerstmis vind je in het archief van mijn blog onder december 2017
https://www.poustinia.be/willem/de-achtergrond-van-onze-feestdagen/#more-464
Kijk ook eens naar het begin van het blog over de betekenis van de namen van de maanden van het jaar.
https://www.poustinia.be/willem/de-maanden-van-het-jaar/#more-596
We zien elkaar terug op 1 januari 2019 wanneer we stil staan bij de betekenis van de naam januari en diepere symboliek van de steenbok die is verbonden met deze tijd van het jaar.
Gepubliceerd op 1 december 2018 door Willem
Wat de Boogschutter en spelt met elkaar gemeen hebben in december.
We zijn aanbeland bij de tiende (deca) maand van het jaar volgens de oude kalender die het jaar liet beginnen in de maand maart.
De huidige kalender is voortgekomen uit vele voorgangers die allemaal weer wat anders georiënteerd waren. Afhankelijk van de heersende cultuur en het heersende wetenschappelijke inzicht heeft onze kalender heel wat hervormingen doorgemaakt.
Al deze hervormingen hebben er niet bepaald toe bijgedragen dat we de verbinding van de kalender met het natuurgebeuren daarin duidelijk weerspiegeld terugvinden.
Die tijd is voorbij terwijl kalenders van oorsprong toch bedoeld waren om het tijdsverloop in kaart te brengen. Een tijdsverloop dat door de natuur bepaald werd.
Ik kijk uit door mijn raam over een veld waarin spelt is gezaaid. De groene sprietjes staan, met honderdduizenden bijeen, zo’n tien centimeter hoog, te wuiven in de wind en zullen de komende maanden nauwelijks nog langer worden want ze wachten op de terugkeer van de warmte om straks de hemel te bestormen in hun drang de zon te kussen opdat zij de korrels kan laten rijpen die later in augustus, begin september geoogst zullen worden.
In de herfst, precies op het juiste moment, werden de korrels van de vorige oogst, gezaaid en de uitgelopen zaden die voor mijn deur staan te zwaaien, zullen daardoor precies op tijd hun cyclus kunnen voltooien.
Omdat de boer precies weet wanneer hij moet zaaien.
Duizenden jaren geleden, zonder kalenders was dat iets ingewikkelder. Zaaide de boer te laat of te vroeg dan had heel het dorp een jaar later een groot probleem.
De natuur heeft haar eigen wetmatigheden, haar eigen regels en rituelen en de mens is en blijft hiervan afhankelijk.
Spelt wordt in onze contreien gezaaid op het moment dat de zon als maar lager aan de hemel komt te staan en nog juist voldoende kracht heeft om het zaad, samen met voldoende water, te laten ontkiemen. Vervolgens spurt de kiem naar buiten, wordt snel groen door de fotosynthese, laat haar “zonnepanelen” nog even uitgroeien zolang het kan en komt dan in een toestand terecht dat het niet langer groeit, maar haar essentie terugtrekt in het wortelgebied en mee “ten onder gaat”, vaak onder een dik sneeuwtapijt.
Lees verder »