Waarom krijgen we vrij op 1 mei

Gepubliceerd op 1 mei 2019 door Willem

De vier kardinale punten in het jaar vormen met elkaar een groot kruis. Dit zijn de dagen in het jaar die een zeer speciale betekenis hebben voor alle oude culturen aangezien de grote gebeurtenissen die aan de hemel zichtbaar zijn dan hun hoogte- en of dieptepunt bereiken.

Er is een dag in het jaar dat de zon haar hoogste stand aan de hemel heeft bereikt en een dag dat de zon haar laagste stand aan de hemel heeft bereikt. 

Van oudsher zijn dat de zomerzonnewende en de winterzonnewende. Nog oudere culturen die leefden met de twee oer-goden licht en duisternis spraken over midzomer en midwinter.

Haaks hierop staan de dagen dat de zon even lang aan de hemel staat als dat ze onder is gegaan en de nacht heeft toegelaten; dat de dag even lang is als de nacht.

Deze kennen we als de equinoxen, heilige momenten in het jaar.

Steevast bij alle culturen op één of andere wijze verbonden met de principes van geboorte en sterven.

Samen met volwassen worden in de midzomer en weer terug thuis komen in de midwinter weerspiegelden deze kosmisch belangrijke momenten de vier levensfasen die we allemaal kennen.

Leven voltrekt zich langs een viertal stations, kent een vier tal stadia: geboren worden, volwassen worden, sterven en weer terug thuis komen om vervolgens weer geboren te worden enz. 

In een eeuwige voortgang die zich spiralend naar een steeds hogere orde ontwikkelt.

De kosmos drukt op deze wijze haar stempel op het spel tussen zon en aarde en de mens is daar niet enkel getuige van maar geheel onderworpen aan deze wetmatigheid.

Maar de mens is een met geest begenadigd wezen die het hem mogelijk maakt om zich op een bepaalde geïnspireerde wijze te verhouden tot dit natuurgebeuren.

Dat maakt dat hij een levende plek kan innemen in de grote driehoek van kosmos, natuur en cultuur.

Onder kosmos verstaan we hier de grote ingebouwde wetmatigheden die maken dat ons zonnestelsel zoals ze is deel uitmaakt van een groter levend systeem en dat we erkennen dat de twee waar we vervolgens bij zullen stil staan volledig van haar, de kosmos, afhankelijk zijn. 

Die twee zijn de natuur en de cultuur.

Onder natuur verstaan we dan het zich ontvouwende leven en de vorm waarin het zich aan ons toont in het specifieke en unieke samenspel van zon, maan en aarde.

Roep eens het beeld op van een driehoek. Op de top van de driehoek staat de kosmos.

Vanuit deze top vertrekken de twee benen van de driehoek op weg naar de hoeken rechts en linksonder.

Met de klok meebewegend van boven naar rechts onder en dan naar linksonder en weer terug komt er een proces op gang dat zich in de tijd en in de vorm uitdrukt.

Onder invloed van de kosmos komt de natuur tot aanschijn, krijgt vorm, valt in haar patroon.

Er werd een ster geboren, onze zon en haar kinderen begonnen  te groeien en één ervan, onze aarde, ontwikkelde zich in een bepaalde richting, vond haar natuur als het ware en vanaf het moment dat de maan zich vormde en zich verbond met de aarde werd de aardse natuur geschikt gemaakt voor een nieuwe levensvorm en ontstond er naast het minerale rijk, het plantenrijk en kort daarna het dierenrijk dat uiteindelijk verder evolueerde tot het mens-dom.

We spreken hier dus over de kosmos die zich hier op aarde uitdrukt in de natuur (de stroom langs het rechterbeen van de driehoek van boven naar beneden).

Maar er voert ook langs het linkerbeen van de driehoek vanuit de kosmos een stroom naar beneden die daar de tegenhanger van de natuur mogelijk maakt.

Deze bezielende stroom ervaart de mens als de werking van de geest in hem.

En het is deze geest in hem die hem aanzet om op een bijzondere wijze zich te verbinden met de natuur opdat hij mede schepper kan worden en uitdrukking kan helpen geven aan een groot plan dat op de achtergrond in de kosmos werkzaam is.

Dat geïnspireerde werk noemt hij dan cultuur.

De mens die het voorlopige eindproduct is van de evolutie van de natuur op aarde komt in een ontwikkelingsfase terecht dat hij zo ver geëvolueerd is dat hij zich realiseert dat zijn hersenen zijn uitgerust met het vermogen zich bewust te worden van de kracht van de geest die vanuit de kosmos naar hem toe stroomt zoals zij eonen lang heeft gedaan in relatie tot de natuur.

De op deze wijze zich-zelf bewuste mens, zich van de werking van de geest in hem bewust geworden mens, als we deze driehoek goed beschouwen, komt zo in het midden, in het zwaartepunt te staan van de driehoek en weet zich zelf de levende verbinding tussen de drie grote krachten die in hem werkzaam zijn. 

Be-middelaar tussen kosmos, natuur en cultuur en kent daarmee zijn levensopdracht.

Ik beschreef zojuist dat heel lang durende evolutieproces lang de buitenkant van de driehoek. Maar er zijn in analogie daarvan natuurlijk evenzovele kortlopende processen die volgens dezelfde wetmatigheden verlopen.

Neem de schilder die een idee ontvangt. Als hij spreekt over inspiratie heeft hij het over de kosmos. De zelfde kosmos die middels de natuur ervoor heeft gezorgd dat hij middels mineralen, planten en bomen verf en papier tot zijn beschikking heeft.

Zelf heeft hij zich bekwaamd in zijn beroep door studie, training en discipline. Als hij volhardt in het vinden van de juiste innerlijke afstemming op wat hem inspireert slaagt hij er in een oorspronkelijk kosmisch idee vorm te geven in een cultuuruiting, een meesterwerk.

Het resultaat van veel arbeid. 

(als je op het eind van het verhaal bent aanbelandt dan hoop ik dat je deze alinea nog eens leest)

De oude culturen van Europa eerden en vierden hun verbinding en verbondenheid aan dit kosmische gegeven van de vier kardinale punten middels hun vier grote feesten de zonnewendes en de equinoxen.

Maar in hun cultuur trachten zij de werking van de geest tot uitdrukking te brengen en dit gegeven vierden zij in hun vier grote culturele feesten die precies in het midden van de vier seizoenen vielen.

Midden in de zomer rond 2 augustus, midden in de herfst rond 2 november, midden in de winter rond 2 februari en midden in de lente rond 2 mei vierden zij achtereenvolgens hun oogstfeest, hun verbinding met de andere wereld in hun nieuwjaar, het grote lichtfeest hartje winter en het vruchtbaarheidsfeest rond 2 mei.

 

 

In het oude Keltische Beltane feest vierden zij de kracht van de vruchtbaarheid. Na de winter keerde het zichtbare leven weer terug tijdens de lente equinox en midden in de lente stond men stil bij het hoogtepunt van de belichaming van de geest in alle nieuwe levensvormen.

Niet enkel de akkers openden zich voor het nieuwe zaad, ook de vrouwen openden zich voor nieuw leven in het grote Beltane feest opdat de kinderen die hier door via hen naar deze wereld konden komen hun eerste kreet zouden slaken vanaf het moment dat het licht weer terugkeerde vanaf de winter zonnewende.

Deze oude vereringsvormen voor de creatieve scheppingskracht die in de kosmos en de natuur tot uitdrukking kwam heeft later op allerlei manieren nieuwe vormen aangenomen afhankelijk van de op dat moment heersende religieuze invloed die dan gold. Ook allerlei nieuwe culturele stromingen die zich in maatschappelijke verhoudingen uitdrukten maakten dat deze oude feesten nieuwe jasjes kregen.

Misschien dat je nu een idee hebt waarom je vandaag een vrije dag hebt gekregen van de cultuur waar je nu in leeft.

Er wordt op veel plaatsen de dag van de arbeid gevierd.

Maar wat wordt er dan eigenlijk gevierd.

Slagen we er nog in de diepere verbanden te ontwaren in de feesten die we nu hebben.

En is, of zou, arbeid de uitdrukking moeten zijn van de werking van de geest in de zich zelf bewust geworden mensheid?

Of leven we in een cultuur waar we het zicht op dit soort verbanden al lang kwijt zijn?

Voor mij toch reden genoeg om deze verhalen te blijven vertellen omdat ik hoop dat deze verhalen de verbanden tonen die ons helpen te verbinden wat nodig verbonden moet worden!

© Willem Versteeg

1 mei 2019.

Meld je aan met je E-mailadres en blijf automatisch op de hoogte van ons nieuws: