Met de Tweelingen in quarantaine in juni

Gepubliceerd op 1 juni 2020 door Willem

Met de Tweelingen in quarantaine in juni 

 

Dat woord zijn we de afgelopen tijd wel vaker tegengekomen.
We weten allemaal nu wat het betekent.

Maar weten we ook waar het vandaan komt?

Het verwijst naar het franse woord voor veertig, quarante.
De oorsprong ligt in het Italiaanse gebruik om aanmerende schepen ten tijde van de pestepidemie in de 14e eeuw verplicht stil te laten liggen in de haven. De bemanning mocht dan niet van het schip af komen. Dit alles ter voorkoming van verspreiding van infecties.

Maar waarom veertig dagen?
Is dat willekeur of verwijst dat ergens naar?
Waar zijn we dat nog tegengekomen?

In de Bijbel vinden we verschillende verwijzingen naar het getal 40. En telkens hebben die getallen betrekking op overgangsfasen, op generaties.
Op perioden van voorbereiding op. Van 40 jaar door de woestijn trekken (Joodse volk) tot 40 dagen voorbereiding (Jezus) in de woestijn.
Dichter bij huis bereidt een vrouw gedurende 40 weken het nieuwe leven in haar voor op een geboorte.
En na 40 dagen na de bevalling is zij medisch gezien weer helemaal hersteld.

In het Tibetaanse Boeddhisme gaat de ziel na de dood van het lichaam gedurende 49 dagen door de drie bardo’s heen en worden er gedurende 40 dagen teksten gereciteerd om de overledene langs deze overgangs-wegen te leiden op weg naar goed karma.
Na de dood van Christus duurt het 40 dagen alvorens de Hemelvaart plaats vindt en na zeven maal zeven dagen, 49 dagen is hij vergeestelijkt.

Wonderlijke paralellen.

Nog verder terug.

De sterrengroep die bekend is als het Zevengesternte, ook bekend als de Pleiaden in het sterrenbeeld van de Stier, verdwijnt in het Nabije Oosten als zichtbaar beeld aan de hemel gedurende 40 dagen om dan weer terug te keren. Reden voor culturen als Egyptenaren en later ook de Inca’s om hierop hun kalenders af te stemmen. Kalenders die voor hen aangaven wanneer te zaaien en te oogsten.

Het zijn dit soort verbanden die mij fascineren en me onverdroten doen verder zoeken. Zoeken naar nog meer en diepere verbanden omdat ze volgens mij een verborgen betekenis openbaren die we al lang zijn verloren.

Een voorbeeld.

Je kunt een quarantaine uitzitten en wachten tot die voorbij is waarna je daarna weer vrolijk verder kunt. Maar je kunt die tijd ook nuttig gebruiken omdat die periode een specifieke bedoeling heeft.
Je krijgt of neemt veertig dagen om je af te stemmen op bepaalde kosmische ritmen die iets met je kunnen doen.
Bij de Tibetanen is het doel het verkrijgen van goed karma. Bij de Christenen gaat het om  vergeestelijking.
Men gebruikt deze periode die gegeven wordt.
Aan ons de keuze; gebruiken wij de opgelegde quarantaine, die nu lock-down heet, op een zinnige wijze.

Zijn we er zo mee omgegaan? Of doen we het de volgende keer beter?

 

Pinksteren. 

Pentèkostè (vijftig) of in het Vlaams Sinksen (een verbastering van het Oudfranse sinquiesme (vijftigste).
Een feest dat voor velen van ons nog weinig betekenis heeft.
Het heeft iets met 50 dagen en vergeestelijking te maken. Althans de Heilige Geest meldt zich dan. Toch?
Veertig dagen na Pasen wordt Hemelvaart gevierd en 10 dagen later (50 dagen na Pasen) valt Pinksteren.

Laat ik eens een poging doen om al deze thema’s met elkaar in verband te brengen en dan zullen we eens zien waar we dan uitkomen.

Lang voordat er door mensen ontwikkelde godsdiensten de dienst begonnen uit te maken, was de samenleving en de mensen die er in leefden niet alleen sterk groepsverbonden maar ook sterk georiënteerd op de kosmos en verbonden met de natuurlijke gang der zaken. Men leefde heel sterk met en uit een driehoeksverband.

Men besefte te maken te hebben met een lichaam en beschouwde de aarde ook als een levend lichaam.
Men had sterk voeling met het gegeven dat alles in de natuur gevuld en vervuld was met het leven zelf en men noemden alles en iedereen bezield.
En men had een sterk ontzag voor krachten die de mens te boven gingen en oppermachtig waren en kenden die krachten toe aan een wereld die voor de mensen onzichtbaar was.
Dat werd een hemel, een hiernamaals, een Nirwana enz. genoemd en sommige mensen waren zich bewust dat zij zich door die wereld geïnspireerd wisten. De geestelijke wereld.

Enkele wijze vrouwen en mannen onder hen leerden dat wanneer zij er voor kozen om bewust contact te zoeken met deze geestelijke wereld zij zich bewuster werden van hun eigen innerlijk aangeboren talenten en krachten waardoor zij geïnspireerder medeschepper konden zijn binnen hun gemeenschap en zo de ontwikkeling van de samenleving verder konden helpen groeien, analoog aan het evolutieproces zoals zij dat zich rondom hen in de natuur waarnamen.

En zo ontstonden de jaarlijkse feestelijke momenten die de belangrijke keerpunten binnen het zonnejaar benadrukten.

Men vierde het grote kruis, de vier dagen van het jaar die de relatie tussen de aarde en de zon benadrukken. De zonnewendes in de zomer en de winter en de eveningspunten, de twee periodes in het jaar dat de dag en de nacht even lang duurde, wat we nu het begin  van de lente en het begin van de herfst noemen.
Feesten die uitdrukking gaven aan dit kosmische gegeven, dit kruis waarop de mens als het ware gekruisigd was want aan dit gegeven was hij, kosmisch gezien overgeleverd.
Het begrijpen, het achten, de diepste betekenis ervan trachten te doorgronden maakte hem wat minder afhankelijk van en leerde hem deze twee gegevens naar eigen voordeel te benutten.
Zonder dit begrip was het ontdekken van de kalender en de daaraan gekoppelde landbouwmethode onmogelijk geweest. En zonder kalender en zonder landbouw weet de antropologie nu, had de mensheid nooit de ontwikkeling kunnen doormaken die zij heeft doorgemaakt.

Dit kruis verdeelt het jaar in vier sectoren, de vier seizoenen.
Heel de natuur getuigt van wat deze vier seizoenen voor effect hebben op het leven van onze planeet. En de mensheid ervoer wat het effect van deze seizoenen op hen zelf was.

De wijze vrouwen en mannen hadden hen echter geleerd dat de mensheid wezenlijk verschilde van de andere levensvormen op de planeet.
Dat zij door contact met de geestelijke wereld voor een deel hun eigen lot konden bepalen en mede schepper konden worden. En zo van natuur tot een cultuur konden groeien.
De inwerking van de geest, het geïnspireerd handelen, maakte dat de mens verworvenheden realiseerde die de samenleving en hemzelf ten goede kwam en in dat hij zich zo in harmonie kon ontwikkelen samen met de hem omringende natuurlijke orde.

Naast de vier feesten van het grote kruis, ontstonden zo de vier zg. culturele feesten van het jaar die in het midden van de vier seizoenen werden gehouden.
In het midden van de lente was er zo een feest waar het nieuwe leven gevierd werd. In het midden van de zomer vierde men de oogstfeesten. In het midden van de herfst stond men stil bij de fase van het afscheid of de dood, of de overgang naar de andere wereld. In het midden van de winter richtte men zich tot het licht dat op dat moment ver weg scheen.
Elke periode duurde ongeveer 90 dagen en als voorbereiding voor het grote kruisfeest werd er een periode van 40 dagen vasten of afstemming op aangehouden.

Feesten werden er niet voor de lol gehouden. Feesten en vieringen waren diep doorleefde momenten van achting uitdrukken voor.
Door bewust afstemmen op, door het samen vieren van het kosmisch bepaalde moment legde men contact met deze krachten en in de zeven weken daaropvolgend trachtte men deze krachten in werkzaamheden tot uitdrukking te brengen erop vertrouwend dat men daardoor tot een dieper geestelijk inzicht zou komen en zo meewerkte aan een bewustere spirituele verbinding.

Zie hier hoe de vier kruis-momenten van het jaar leiden tot de quintessence, de vijf in het centrum van het kruis.

De vijf die symbool staat voor de mens die de vier bewust beleeft.
Terugkerend in de veertig dagen afstemmen op en zeven maal zeven werkweken waarin de  vijf(tig) gestalte krijgt.

Westerse culturen lieten zich bevruchten door oosterse culturen en vroeg of laat evolueerde heel dit systeem naar een jaarfeestencirkel waarin elke volle maan het moment markeerde om stil te staan bij één van haar gezichten.
In één jaar tijd toonde de maan zo 12 maal een ander “volle-maansgezicht” aan de mensheid en zo verbonden de feesten zich met de archetypische beelden van de dierenriem die uit het Midden-Oosten kwamen en zich probleemloos vermengden met oudere symbolen van de oorspronkelijke Westerse culturen zoals Kelten en Germanen.
Het jaar in deze culturen werd bepaald door de gang van de maan aan de hemel.
Men hanteerde een maankalender en leefde van volle maan(d) naar volle maan(d).

Na twaalf maal 29,3 dagen was men bijna rond en hield men elf soms twaalf dagen over die zo het zonnejaar, dat uit 364 soms 365 dagen bestond, met veel feesten afsloot. We kennen deze periode nu nog als de Twaalf Heilige Nachten.
Af en toe, zoals nu in 2020, was er een heel speciaal jaar want dan gebeurde het wel dat er dertien volle manen in een jaar te tellen waren. Reden voor een speciaal ritueel moment.

Men begreep dat elke keer wanneer er een volle maan kwam dat de Maan dan voor een teken aan de hemel stond dat recht tegenover het teken aan de hemel stond waar de zon zich in bevond en men leefde deze polariteit en begreep dat het feest dat bij dit moment hoorde uitdrukking moest geven aan het vermogen van de samenleving om deze twee hemelse krachten met elkaar te verbinden.

Want als de Zon bv. door de Leeuw liep zou de volle maan uit die periode door de Waterman lopen en zo zou het georganiseerde feest uitdrukking geven aan hoe de mens in staat zou zijn deze twee hemelse krachten zo met elkaar te verbinden dat daaruit een nieuw scheppingsaspect zich kon manifesteren. Zoals de natuur de mens telkens weer liet zien dat wanneer het vrouwelijke zich met het mannelijke op een wezenlijke wijze verbindt dat daaruit nieuw leven voortspruit.

In dat gegeven school de werking van de geest binnen de mens.
Zijn geestkracht die hem hielp deze schijnbare tegenstellingen met elkaar te verbinden.
Zo leerde hij al vierend medeschepper te worden en zijn eigen innerlijke geestkracht tot ontwikkeling te brengen.

Ik schilder deze achtergrond en sorry dat het misschien een wat lang verhaal is geworden, maar, zonder deze achtergrond heeft het vieren van een feest als Pinksteren geen enkele zin.

Pinksteren, het feest van de Heilige Geest volgens de Rooms Katholieke kerk.

Welk beeld hebben we bij de Heilige Geest? De Geest van God?
Er is een oude driehoek die spreekt over de drie wezenskenmerken van de mens; lichaam, ziel en geest. Soma, psyche en nous.

In die betekenis werd geest gezien als een soort intellectuele intuïtie in de vorm van een goddelijke ingeving.
Dat deel van de mens dat een verbinding heeft met de geestelijke wereld.
Vandaag de dag is dat iets voor mystici en de mystiek of eventueel voor geesteszieken.

Wanneer we nu over geest spreken dan wordt dit meestal verengd tot de prestaties van ons brein. Geestvermogens worden gereduceerd tot allerlei vormen van cognitiviteit.
Binnen het domein van de cognitie heeft de intuïtie nog net een plekje gekregen ook al wordt zij door velen achterdochtig bekeken. Maar dat het een vorm van goddelijke ingeving is, die tijd is lang voorbij.

Hoe zijn we zo ver gekomen?

We hebben ons de afgelopen eeuwen heel sterk gericht op de materiele, de meetbare en weetbare (en wellicht ook de eetbare) kant van het leven. En tegelijkertijd de twee andere delen, ziel en geest aan de kant gezet.
Binnen de psychologie worden deze twee begrippen niet of nauwelijks benoemd, daarvoor moet je bij de filosofie en de theologie zijn, zegt men dan.
Over analyseren en reduceren gesproken. Typisch cognitieve handelingen.
Nu mag dat allemaal, maar het komt met een prijs.

Toen in vroegere tijden, zoals hierboven beschreven, men het moment in het jaar vierde dat de Zon tegen de achtergrond van de Tweelingen stond, symbolisch gesproken, stond men stil bij de scheppende kracht in de kosmos die men kent als communicatie. De kracht om twee principes met elkaar te verbinden.
Men leerde van de natuur wat het resultaat ervan was als men deze krachten bewust hanteerde.

Kijk maar eens naar de stem. In ons strottenhoofd bevinden zich een tweetal stembanden die samen in staat zijn om aan de passerende lucht een trillingsfrequentie mee te geven die vervolgens door het oor opgenomen kan worden en in onze hersenen verwerkt tot datgene wat wij als klank en spraak waarnemen.
Een meer typerend beeld voor waar de Tweelingen-energie symbool voor staat is er in ons lichaam nauwelijks te vinden.
Twee banden zo bijeen brengen dat we uitdrukking kunnen geven aan een gedachte of een idee of een stemming of emotie. Over mede-schepperschap gesproken.

Vroeger wist men dat de inspiratie voor een lied, de inspiratie voor een verhaal, de oorsprong van een gedachte niet in ons lag, maar buiten ons. Behoorde tot een andere wereld. De wereld van de ideeën. Wat men de wereld van de geest noemde.
Inspiratie vaak in de vorm van beelden komt vanuit die werkelijkheid tot ons en vraagt om dit beeld, deze idee vorm te geven. Uit te drukken.
In deze laatste zinnen druk ik de achting uit voor.

Je kunt er ook voor kiezen te geloven dat je zelf aan de bron van alles ligt.
Dat dat in je brein ligt.
Je stapt als het ware uit het grotere kosmische verband en gelooft niet meer dat jij samen met de aarde rond de zon draait in een veel groter geheel.
Nee je neemt liever het standpunt in dat alles rond jou draait, zoals de zon ook doet.
En als je naar buiten kijkt dan weet je dat dat klopt. Toch?

Het gevolg is dat je beeld van de Tweelingen dan verengd wordt tot enkel denkkracht. Maar het is veel meer dan dat. Het is het vermogen om ons te verbinden met de twee hersenhelftfuncties en die samen te laten werken, want om mede-schepper te kunnen zijn heb je beide heften nodig.

Denk maar aan je eerste blokkendoos die je hebt gekregen.
De ene helft van je brein is zo geoefend dat ze de verschillende blokken herkent in zijn vorm en functie. Rechthoekig, rond, ovaal, cilindervormig, langwerpig enz.
De andere hersenhelft ziet de mogelijkheden tot samenbrengen van enkele verschillende vormen. Twee ronde cilinders rechtgezet. Daarboven kan een gebogen vorm.
“He,” zegt mamma, “een poort.”
Zij geeft de naam aan die nieuwe vorm. En je hebt weer iets geleerd.
En dan komt het kritieke moment:

Als ze jou dan verder met rust laat, dan kan je zelf verder bouwen aan allerlei nieuwe constructies. Constructies die uitdrukking geven aan beelden die zich in je hoofd hebben gevormd. Of kwamen die beelden je hoofd binnenwandelen en heb je ze gebruikt als voor-beeld.
En voor je het weet hoor je jezelf allerlei verhalen vertellen en gebeuren er allerlei dingen in je eigen nieuwe kasteel en als je de tijd krijgt en niemand zich er verder mee bemoeit,  heb je de prinses bevrijd uit dit kasteel en weet je zeker dat je enkel en alleen nog met haar wil trouwen.
Tot je moeder thuis komt, vervuld is van wat je hebt gedaan en jouw grote fantasie prijst. Een foto maakt van je kasteel en het trots naar haar Facebook groep stuurt.
En jij, terwijl je het kasteel afbreekt, begint te twijfelen, zonder te weten waarom. Typisch Tweelingen-energie.

 

In de oude tijden vierde men niet enkel de Tweelingen energie maar besefte men dat de volle maan in die periode tegen de achtergond van de Boogschutter stond.
En het is juist de Boogschutter die de mens verbindt met de kracht van het enthousiasme.
Het woord zegt het al; van god vervuld. Leven vanuit een groot geïnspireerd gegeven. Het ideaal.

Blokkenbouwende kinderen genieten enkel dan van hun bezigheid als niemand voor hen bepaalt hoe het bouwwerk moet worden. Het geniet ten volle als ze zelf contact krijgen met de beelden die hen enthousiasmeren en hen de verhalen geven waar ze in geloven en die ze tot werkelijkheid maken.

Als je ze dat afneemt…

Taal, muziek, zang, dans, kunst bedoelt enkel de menselijke mogelijkheden te tonen en de aanwezigheid op de achtergrond van een onuitputbare geestelijke werkelijkheid die zich wil tonen door mensen.

Daar waar Tweelingen en Boogschutter hand in hand gaan ontstaat het product dat voor het leven van de mens tot honing wordt.

Het is de bij die zorgt dat de geest erbij hoort. Prachtig toch dat in de taal men het woordje bij heeft gekozen voor het diertje dat de verbindende kracht in de natuur vertegenwoordigt. 

Leuk he dat zoom-zoom vandaag de dag ervoor zorgt dat velen elkaar toch nog kunnen ontmoeten. Over verbanden gesproken.

Ik zou zo nog wel een tijdje door kunnen gaan want als de Boogschutter energie je te pakken heeft en die kruipt in de Tweelingen pen of doet de stembanden trillen dan is ze bijna niet te stoppen.

Bedankt voor het geduldig willen lezen van het veel te lange verhaal.

 

© Willem Versteeg.

1 juni 2020.

Meld je aan met je E-mailadres en blijf automatisch op de hoogte van ons nieuws: