Midwinter roept ons op

Gepubliceerd op 21 december 2021 door Willem

De rijp ligt dik op de velden. Wit zover het oog rijkt.

In de verte, priemend door de nog altijd groene takken van de zilversparren, zie ik de zon opkomen die straks haar laagste boog aan de hemel zal trekken.
Rakelings over de toppen van het bos zal scheren, zo laag, haast de velden aanrakend, haar stralen diep de huizen laat binnendringen en zo helpt nog wat warmte binnen te brengen in deze koude, mistige dagen.
Maar vandaag laat zij de grondmist snel optrekken en heeft snel het rijk alleen.
Een strak blauwe lucht achterlatend waar zij geen enkele concurrentie duldt.
Zelfs de condensstrepen van enkele vliegtuigen die overtrekken hebben geen schijn van kans.

Midwinter, terwijl het midden van de winter nog zeker meer dan veertig dagen op zich laat wachten.

Een heilige tijd waarin de zon er nauwelijks in slaagt hogere banen te maken.
Zij blijft als het ware stationair gedurende drie dagen om pas weer vanaf Kerstmis een iets hogere baan aan de hemel te beschrijven. Een gegeven dat lang geleden aanleiding gaf om te geloven dat het licht dus toch echt weer terugkeerde.
Opstond uit het diepste dal. Een nieuwe geboorte?
Een zoveelste wending van de levensspiraal op weg naar ongekende verten en hoogten?

Maar laten we eens van perspectief veranderen. Een ander standpunt innemen.
Dan zien we iets anders.

De zon wordt niet opnieuw geboren. Zij leeft, al heel lang, werd ooit eens geboren en zal weer sterven, eens, in een majestueus spektakel dat wij nooit zullen meemaken.
Rondom “onze” zon leven werkelijk ontelbare andere zonnen, stierven reeds ontelbare familieleden en worden er nog elke dag nieuwe geboren in een spektakel waar we geen idee van hebben en waar we slechts een onmogelijk klein deel van meemaken.

We stellen niets voor in dat mysterie.
In een verre uithoek van een stelsel dat zichzelf identificeert als de Melkweg, draait rond een kleine ster een planetenstelsel waarvan ook wij deel uit maken.
Dit Melkwegstelsel suist door het heelal, alles en iedereen daarin aanwezig met zich meeslepend op een tocht naar….

Dit weten we omdat de weten-schap ons dat vertelt.
Maar we hebben er geen enkele eigen ervaring bij.
Wat wij ervaren toont een ander beeld. Vaak tegenovergesteld.

Wij zien een zon die nu laag aan de hemel staat en over een half jaar hoog aan de hemel.
Wij zien een maan in een maan-d tijd voorbijtrekken met een viertal gezichten die ze ons toont in banen aan de hemel die tegengesteld zijn aan die van de zon.
Als je in deze dagen de maan zoekt moet je haar wel heel hoog aan de hemel zoeken.

En wat we zien heeft geleid tot talloze verhalen die bevroren tot evenzovele mythen.
En in al deze verhalen heeft de mens voortdurend getracht zijn eigen leven dat zich aan hem voltrekt, te projecteren om op die manier vat te krijgen op en de zingeving ervan te vinden.
In de opgang van de zon vanaf de midwinter tot aan midzomer zag de mens zijn eigen geboorte en groei tot volwassenheid en in de komende herfst en winter wanneer de zonnebogen alsmaar lager werden, weerspiegelde dit zijn eigen achteruitgang en uiteindelijke sterven.
Het zonnejaar met al zijn specifieke kenmerken werd zo een ijkpunt waaraan hij zijn leven kon aflezen.
En zo leerde hij dat geboorte en dood twee gezichten waren die het eeuwigdurende en telkens terugkerende leven hem toonde.

Als de aarde rond de zon draait staat er nergens een bordje in de ruimte als een stations-aanduiding die aangeeft dat hier de lente en even verderop de zomer begint.
Maar de mens heeft deze kruispunten van het leven wel altijd gekend op de parallel lopende momenten in het jaar die telkens weer opnieuw opvielen.

Vier cruciale levensfasen herkende hij op het grote kruis van het zonnejaar.
Daar waar de vier seizoenen hun aanvang hebben en de mens de kindfase, de volwassenheid, het ouderschap en de vooroudercultus herkende.

Heel de ervaren kosmologie was en is voor de mens een podium waarop hij zijn eigen leven als toeschouwer kan herkennen opdat hij zo zich zelf beter kan leren kennen en zich ingeschakeld weet in een veel groter verband dat hem draagt.

Vandaag staan we weer op zo’n cruciaal moment van het jaar.

Het is het begin van een fase in het jaar dat ons de kans geeft onze geboorte voor te bereiden.
Zoals het uiterlijke leven vanaf 21 maart zich in zijn volheid zal gaan ontplooien, vandaar de start van de lente en het feest van openbaring dat daar bij hoort, krijgen we nu de kans dit leven voor te bereiden.
Onze aandacht te richten naar de wortels. Naar de basis waarop dit nieuwe leven gebouwd zal worden.
Het is een weg die ons oproept actief de weg van binnen naar buiten te gaan om goed voorbereid te zijn.

 

De winterbeelden die ons te hulp schieten

Drie oude beelden helpen ons in deze fase.
De Steenbok die ons in contact brengt met wat er op fundamenteel niveau nodig is als basis voor een gezonde groei.
De Waterman die diep peilt naar wat ons als collectief met elkaar verbindt, wetend dat we ons z.g individuele leven niet alléén leven maar juist verbonden met, er in zullen slagen aan dit leven een unieke uitdrukking te geven.
En de Vissen geven ons de kracht te voelen wat verbondenheid werkelijk voorstelt en ons verbindt met de grote krachten van het leven die door ons heen spoelen en waar we volledig van afhankelijk zijn.
Beseffende dat we alleen niets zijn, maar samen een opdracht hebben.

We beginnen aan dat kwart deel van de cirkel dat beneden begint en naar boven leidt tot het punt dat we onze kop boven het maaiveld uit steken.

Onze eerste opdracht is ons af te vragen of de structuren die we hebben gekozen voor onze manier van leven met elkaar, ons de ruimte geven voor nieuwe impulsen die zich willen melden.
In welke mate dit het geval is voor ieder individu kan ik van hier uit niet beoordelen.
Maar uitgezoomd naar een wat grotere schaal; dan staan we vandaag de dag voor een haast onmogelijke opdracht om werkelijk alles fundamenteel om te polen.

Niet omdat ik dat vind.

Wanneer de natuur er voor kiest om zich op grote schaal tegen de mens te keren dan wil dat niets anders zeggen dan dat de natuur de mensheid als een parasiet beschouwt.

In de hoop dat de mens zich van zijn parasitaire gedrag bewust wordt en er voor kiest zijn houding grondig te veranderen en aan te passen aan het grotere systeem waar hij deel van uit maakt.

In plaats van het systeem nog langer te belasten met de afvalproducten van zijn nietsontziende wijze van “leven” die hij zich heeft “eigen” gemaakt.

Elk cybernetisch, het leven in stand houdend systeem, heeft een ingebouwd beveiligingssysteem dat maakt dat wanneer een deel van het systeem zich keert tegen het geheel, dat er vanuit de systeemkern zelf een reactie op gang komt die maakt dat het uit de tred lopende deel of geëlimineerd wordt of aangepast wordt aan het geheel en veel van zijn oneigenlijk verworven “rechten” verliest.

Ik kan deze moeilijke zin ook samenvatten in de volgende wellicht confronterende uitspraak:

“Elke crisis, elke ziekte is een gezonde reactie op een ongezonde situatie”

 

Dus in godsnaam, laten we eerlijk op zoek gaan naar wat we kunnen veranderen om te voorkomen dat we veranderd worden.

Leve de verandering!

 

 

© Willem Versteeg

21 december 2021

Meld je aan met je E-mailadres en blijf automatisch op de hoogte van ons nieuws: