Ode aan de Midzomer

Gepubliceerd op 24 juni 2021 door Huguette

We wensen allen vanuit een bloeiend en groeiend Poustinia een vreugdevolle Midzomer.

Ode aan Midzomer

Zo laag, zo door droogte bevangen,

in een ingehouden beweging,

vorig jaar, in Midzomer,

spiegelde de natuur 

de inwaartse beweging die we, 

bedwongen door corona,

dienden te maken.

Uit eigen beweging 

of niet.

 

Zo hoog, zo de hoogte zoekend,

bewegen de planten nu

in deze Midzomer.

In de regens

van gulzige buien.

Die aarde zoeken 

om de wateren des hemels

ten gronde

bedding te geven.

 

Laag en hoog, 

twee bewegingen,

die ons ergens,

daar tussenin,

het midden doen vinden

tussen wat ons overkomt,

en soms ook bedwingt,

en waar we kunnen naar uitreiken.

 

Net als de bloemen

zijn en worden wij

noch het uitreiken,

noch wat ons overkomt.

We zijn toeschouwers

en hoogstens bemiddelaars,

tussen wat naar beneden 

en naar omhoog beweegt.

 

Buigen voor 

en uitreiken naar.

Een dans die ons in leven houdt,

als even van voorbij de wolken

zonlicht door stormige donkerte breekt,

herinnert aan wat was

en weer zal zijn.

Levensadem,

die niet ophoudt te bestaan,

ook niet na de laatste adem.

Hoe leert een mens klein te zijn

zonder de grootsheid van het leven

waarvan hij de kiem 

in zich draagt 

te vergeten?

 

Hoe kan een mens 

buigen en uitreiken

en zo aan zichzelf toekomen

midden de kleine dingen 

van het leven,

die zich groots ontvouwen

als ware zij 

door een onzichtbare hand 

naar hun bestemming

geleid.

 

Midzomer.

Het is nu

dat we het licht 

mee naar binnen nemen

ook al heeft alles de schijn

van uit grenzen breken

in een roes van groei en bloei.

 

De zon gaat met ons mee

de beweging inwaarts.

Er is geen houden aan

we buigen met haar mee

naar de schoot voorover,

die haar licht 

in zich ontvangt

en het vele maanden 

later

verdicht aan de wereld schenkt.

Tot openbaring

van wat onnoembaar

maar aanwezig

in geboorte 

tot aanschijn komt.

 

Het is nu

dat we de vuren aansteken 

het licht mee naar binnen nemen.

Het is nu 

dat we de innerlijke roep 

om te zijn 

niet langer kunnen weerstaan.

Het overkomt ons vandaag.

 

We worden vanaf vandaag

dag na dag kleiner

terwijl Het Leven roept

en zich groots

in ons ontvouwt, zoals de zon 

het ons schouwt,

in haar neerwaarts bewegen.

Terwijl de zomer

levend als een weelde

grenzeloos in haar schoonheid

vergankelijk in bloei

aan een schoot

haar zaden vrijgeeft.

 

Het is nu

dat we midden in het volle leven

aan Zijn toekomen

zonder meer.

Oneindig vol

oneindig teder

oneindig mild

oneindig aanwezig.

Een zegen.

 

 

© Huguette Beyens

Huize Poustinia

 

24 juni 2021

ST.JAN – MIDZOMER

Wat we altijd hebben geweten hebben we gewist

Gepubliceerd op door Willem

 

 

En omdat we het hebben gewist, 

wisten we niet langer meer wat geweten was. 

Was het wissen maar geweten. 

Maar we weten zelfs niet meer dat er een geweten is.

Is geweten wat was?

Is geweten wat je nog wel weet?

Is geweten het per ongeluk gewiste weten?

Kun je weten wissen?

Heb je het dan geweten?

Wie het weet mag het zeggen!

 

 

Diep in ons ligt het Gehele Weten opgeslagen, als een ineengerolde spiraal, gelijk een slang in winterslaap.
Het is een Weten dat de drie aspecten omvat.
Het heeft weet van verleden, heden en toekomst.
Dit Weten weet dat deze samen één zijn.
Maar wanneer dit Weten aanklopt aan de deur van ons bewustzijn, wordt dit Weten gefilterd.
Bewustzijn op zichzelf kent een stadium van ontwikkeling.
Afhankelijk van dit ontwikkelingsstadium waarin dit bewustzijn zich bevindt, zal het dit Weten toelaten, hanteren, filteren, bewerken enz.
Daarnaast heeft het bewustzijn ook een orgaan nodig waarmee het zich kenbaar maakt.
En ook dit orgaan, zijn eigenschappen en de mate van ontwikkeling, heeft invloed op hoe via dit bewustzijn het Weten de ruimte krijgt om zich kenbaar te maken.
En wat wellicht nog belangrijker is; het bewustzijn van de mens is door de jaren heen ook volgestopt met ervaringen, met feiten, met allerhande informatie uit allerlei bronnen.
Deze informatie ligt opgeslagen en zal op zijn beurt ook weer een filter worden die gebruikt wordt wanneer nieuwe informatie binnenkomt.
Veel informatie die op die wijze is vergaard heeft ook een bepaald stempel.
Sommige informatie heeft als stempel “waarheid”, of “feit”, of “ervaring”.
Andere informatie is geordend in de map “geloof” of “bijgeloof”.

In welke map de informatie zich ook bevindt, door de aard van het orgaan, de hersenen en de werking van het bewustzijn, zal nieuwe informatie, of die nu van buiten komt of van binnen uit vanuit die heel diepe laag in ons waarover ik in het begin sprak, langs al deze filters gaan en zo al of niet een plek krijgen in één of andere map.

Op je bureaublad, klaar voor gebruik of ver weggestopt in een obscuur gedeelte van het archief.

Als jouw bewustzijn je nu vertelt dat er helemaal niet zo iets bestaat als een diep verborgen laag in ons die een universele laag van Weten bevat, wel dan houdt hier mijn verhaal op te bestaan…
Mocht je de weg vrij houden voor…
dan ben ik benieuwd in welke map mijn verhaal terecht zal komen.

 

WAT WE ALTIJD HEBBEN GEWETEN HEBBEN WE GEWIST

Je kunt deze zin in overweging nemen, maar als je dat doet weet waar je aan begint.
Probeer je eens te herinneren waar jij als kind, hoe klein je ook was, heel sterk door gefascineerd was.
Wat komt er dan als herinnering naar voren?
Welk mapje gaat nu open?
Welk gevoel springt tevens mee naar buiten?
Kijk eens naar de context waarbinnen dit zich afspeelt.
Wat het thuis? Op school? Bij een opa of oma thuis?
In de natuur?
Waar was het dat je dat intense gevoel ervoer?

Als ik even mee doe, dan zie ik me zelf als een jongetje van 13 jaar op de middelbare school tijdens de eerste lessen die onze wiskundeleraar ons gaf waarin hij op het bord een driehoek tekende.
Ik kreeg na de les een boek mee naar huis over Planimetrie.
Een geheel nieuwe wereld opende zich voor mij.
Ik dook middels dat boek in de wereld van de vlakke meetkunde.
En ik was “verloren”.
Uit puur enthousiasme heb ik alle opgaven uit dat boek allemaal achter elkaar gemaakt, lang voordat de leraar ze als huiswerk opgaf.
Voor dit vak heb ik nooit geen huiswerk gemaakt op het moment dat de leraar het mij opgaf.
Elke opgave was reeds lang op voorhand uitgewerkt in een speciaal voor die gelegenheid gekocht schrift.

Geef mij een passer, een liniaal en een geo-driehoek.
En je hebt geen kind meer aan mij.
Dit kind was toen diep gelukkig en is het tot op de dag van vandaag als het met deze attributen kan spelen.

Van Planimetrie, vlakke meetkunde heeft mijn interesse zich ontwikkeld tot de studie en de beoefening van de sacrale geometrie en de studie van de archetypische krachten die in de kosmos werkzaam zijn.
En via deze lange weg leidt zij mij tot de studie van dezelfde krachten zoals ze diep in ons menszijn werkzaam zijn.
Want deze archetypische krachten, die we vroeger goden noemden, hebben niet enkel de kosmos vorm gegeven maar dezelfde grondpatronen drukken zich ook uit in ons psychisch functioneren.

Daar diep van binnen wordt iets geweten over jou.
Wordt dus iets geweten voor jou.
Daar heeft iets weet van jou.
Op voorwaarde dat dat deel niet gewist is, kan het opnieuw geweten worden.

 

Even voor de duidelijkheid, over geweten.

Er bestaat een oud begrip, het geweten in ons.
Dat is een deel dat weet of iets dat we willen doen of doen, of dat juist is. Beter gezegd of het in overeenstemming is met wie we diep van binnen zijn. Of het wezenlijk bij ons hoort.
Of het bijdraagt aan de wezenlijke ontwikkeling van wie we in potentie zijn.
Ik noem het voor het gemak even een instrument.

Laten we ons voorstellen dat we hiervoor een oude weegschaal nemen met twee van die koperen schalen.

De weegschaal is het instrument, het geweten.
Op de ene schaal leggen we onze voorgenomen actie of handeling en op de andere schaal maken we plaats voor het diepere weten diep in ons.
Plaats maken voor doe je door aan het hart te vragen wat het er van vindt. Niet wat jij er van vindt, maar wat zij, het hart, er van vindt.

Opdat niet mijn woord, maar …

Zij stuurt vervolgens een gevoel naar boven. Een gevoel dat door de weegschaal opgenomen wordt.
Als ons plan overeenstemt met het diepere Weten dan zullen de schalen in evenwicht, in balans zijn. 

Dit is wat het instrument, het geweten ons toont.

Als ons plan niet in overeenstemming is met het diepere Weten dan komen de schalen niet in balans.
Ons plan legt dan niet voldoende “gewicht” in de schaal om de andere schaal naar boven te krijgen.

Dit beeld maakt heel duidelijk dat niet al onze plannen in overeenstemming zijn met ons eigen diepere Weten.

Wat het ook laat zien is dat wanneer we een oorspronkelijk plan of idee hebben dat we willen uitvoeren, dat alleen al door de vraag te stellen, het instrument zijn werk te laten doen, we te zien krijgen of de schaal van het diepere Weten omhoog komt. En als ze omhoogkomt en ze brengt de beide schalen in balans dat we dan ook zicht krijgen op wat er op die andere schaal ligt.

En het is enkel op deze wijze dat we zicht krijgen op wat er zoal verborgen ligt in de diepere lagen van ons menszijn.

Door het instrument te gebruiken, door allerlei zaken af te wegen, en hier gaat het dus niet over diep nadenken of piekeren over, door het tonen van de bereidheid om in over-weging te nemen wat iets diepers in de schaal wenst te leggen, leren we niet enkel het instrument beter kennen maar door dit gebruik verkennen we de diepere lagen van ons zelf en ontsluiten we geleidelijk aan onze diepere bronnen.

 

Om niet in verwarring te geraken moet ik ook iets vertellen over een ander geweten.

We kennen namelijk ook allemaal het z.g. sociale geweten.

Dit is een verzameling regels, voorschriften, wetten, waarvan we in de loop van de tijd gebruik hebben leren maken omdat onze opvoeders en onze omgeving ons dat hebben ingeprent.
Dat kan gaan van de meest alledaagse zaken zoals dat je voor het eten je handen wast, tot dat je als jongen je verdriet niet toont en altijd stoer blijft tot dat je als vrouw je zelf wegcijfert en je braaf de opdrachten van je echtgenoot uitvoert ook al gaat dat tegen je eigen zin in.
Ook de typische familiegewoonten en daaruit voortvloeiende regels vallen daar onder.
De typische gebruiken die horen bij je land en je volk en niet te vergeten de voorschriften die je godsdienst je opleggen en zonder welke je het eventuele hiernamaals nooit zult bereiken.
Al deze zaken worden op den duur ingebakken aspecten van je z.g persoonlijkheid waarmee je door het leven gaat.
Je bent al of niet vrij om hier een relatie mee aan te gaan, maar weet dat het slechts een aspect van je “gedrag” uitmaakt.
Het is letterlijk datgene wat “ge”, gekregen van een ander, verder “draagt”. 

Hoe je dit verder draagt of verdraagt is aan jou, maar het heeft niets te maken met wie je in je diepste wezen bent, want al deze wezenlijke aspecten van je eigen individualiteit, die in jou tot volle wasdom willen komen, liggen opgerold diep binnen in jou te wachten op ontwikkeling. 

Je persoonlijkheid, je ego of je ik, verschillende namen voor de wijze waarop je je toont aan de buitenwereld, de persoon waar je ik tegen zegt, degene die je aan de wereld en aan jezelf toont, is een verzameling van allerlei gedragingen die je hebt aangeleerd. 

Eigenschappen, eigen-aardigheden, vaardigheden, houdingen, normen enz, die je hebt en hanteert omdat je hebt ervaren dat deze manier van jezelf presenteren jou het gevoel geeft iemand te zijn, erbij te horen, hiermee oogst je waardering, krijg je doorgaans wat je denkt nodig te hebben om te leven en jezelf in stand te houden. 

Op die wijze ben je geliefd en ligt er een toekomst voor je.
Het is een relatie die je aangaat met je zelf en de buitenwereld waarbij inspelen op en aanpassen aan centrale thema’s zijn.
Dit hele pakket gedragingen vormt je gedrag en bepaalt hoe je je gedraagt.

 

Maar niet wie je bent.

Niet wie je kunt worden.

Als de graankorrel niet sterft”

 

In de graankorrel ligt een belofte opgeslagen.
Zoals in de eikel een volwassen eik klaar ligt om gerealiseerd te worden.
De graankorrel en de eikel zullen zich moeten overgeven aan de grond en de vier elementen en sterven om de belofte waar te maken.
Elke keer als er in een sprookje of een mythe verhaald wordt over dit sterfteproces dan verwijst men naar de mogelijkheid tot transformatie.
De rups die de cocon maakt opdat hij tot vlinder kan worden.

Hetzelfde proces is ook voor ons weggelegd.
Na de geboorte bouwen we een persoonlijkheid op die als een ego door het leven gaat. 

Het bewuste sterfteproces zit hem in de keuze van de persoonlijkheid om zich in dienst te stellen van het Wezen dat in de kern als een opgerolde slang ligt te wachten tot hij gewekt wordt.

En zo zijn we aangeland bij het begin van mijn verhaal.

Diep in ons ligt het Gehele Weten opgeslagen, als een ineengerolde spiraal, gelijk een slang in winterslaap.
Het is een Weten dat de drie aspecten omvat. Het heeft weet van verleden, heden en toekomst.
Dit Weten weet dat deze samen één zijn.

De persoonlijkheid kan als hij daar dus voor kiest besluiten dit diepere Weten, zijn oorspronkelijke Zelf te leren kennen.
Talloze malen heeft dit Weten zich reeds kenbaar gemaakt aan de persoonlijkheid middels gevoelens en inspiraties die door de persoonlijkheid werden opgepikt.
In oorspronkelijke ideeën, tijdens sterke gevoelens van enthousiasme, maakte de persoonlijkheid af en toe contact met dit Weten.
Gebruikmakend van de Wet van de Resonantie, ontwaakte een deel van mijn diepere Zelf op het moment dat mijn persoonlijkheid kennis maakte met de vlakke meetkunde waarover ik vertelde.
Mijn Wezen herkende hierin een deel van de reden van mijn bestaan.
En dit sterke gevoel is voortdurend de drijfveer geweest om dat deel verder te exploreren.

Zo heeft elk mens de herinnering aan een moment dat je contact maakte met iets of iemand die vanaf dat moment van doorslaggevende betekenis is geweest voor je verdere leven.
Zoiets overkomt je, komt over je heen en neemt je bijkans in bezit.

Het zijn deze resonantie-momenten die ons eraan herinneren dat er diep in ons een Weten ligt te wachten dat voor ons weet heeft van de weg die we kunnen gaan, die we wellicht zouden moeten gaan.

De vraag is nu: willen we als een moeder en een vader zijn voor dit unieke deel van ons zelf?

De vaderkracht in ons geeft ons de mogelijkheden om ons leven juist die structuur te geven die maakt dat in ons, ons wezen zich kan ontwikkelen en uitgroeien tot een leidende kracht.

De moederkracht in ons leert ons dat onze diepere gevoelens de boodschappers zijn uit onze bron die ons melden wat we diep van binnen al wisten.

Deze twee krachten verwijzen naar de oude archetypische beelden die vanuit de oudheid tot ons gekomen zijn. Het beeld van de Kreeft en de Steenbok.

We naderen één van de belangrijke keerpunten van het jaar waar we stil kunnen staan bij deze elementaire krachten.

Aan het begin van de zomer, komende maandag de 21e juni, vroeg in de ochtend, wandelt de zon het beeld van de Kreeft binnen en staat zij zogezegd recht boven de Kreeftskeerkring.
Daar start zij haar terugtrekkende beweging op weg naar de Steenbokskeerkring die zij bereikt op 21 december.
Natuurlijk wandelt de zon niet, het is de Aarde zelf die deze beweging maakt en ons eraan herinnert dat wij zelf ook deze beweging zouden kunnen maken.
Innerlijk wel te verstaan.

Elk jaar opnieuw, in haar rondgang door het zonnestelsel, toont het zon-, maan en aardestelsel ons dat we contact kunnen maken met een aantal kosmische principes die hebben gemaakt dat we zijn wie we zijn. Maar vooral dat we kunnen worden wie we in potentie zijn.
De jaarlijkse rondgang is niet enkel bedoeld om alles eeuwig te herhalen. De jaarlijkse rondgang herinnert ons eraan dat tijd niet enkel lineair is, maar ook, op een dieper innerlijk niveau, circulair is, beter gezegd spiralend.
De spiraal toont dat de cirkelbeweging zich langzaamaan verheft.
De cirkels worden herhaald maar de ontwikkeling bereikt telkens een nieuw niveau.

En het is hierin dat onze opdracht ligt.

Er is een zaad geplant. Een zaad dat wil kiemen en een belofte in zich draagt.

Groei in de kosmos geschiedt wetmatig. En op onze plek in de kosmos is het zo gearrangeerd dat wij onze ontwikkeling doormaken op een planeet die onderhevig is aan een aantal kosmische wetmatigheden die de ontwikkeling sturen.
Die wetmatigheden drukken zich uit middels het kruis.
De as van het kruis wordt gevormd door de archetypische krachten van de Kreeft en de Steenbok, symbool staand voor twee principes die we kennen als de moeder -en de vaderkracht in de schepping.
Het is de as waarrond de aarde zelf draait.

Jij bent hun kind. 

Maar dit kind dat jij bent voelt de drang tot volwassenwording.

Volwassenwording is het resultaat van de integratie van de twee oerbeelden van de moeder en de vader waar Kreeft en Steenbok symbool voor staan.
Jouw unieke vereniging van de mannelijke en de vrouwelijke energie in jezelf, maakt dat er een nieuwe vruchtzetting kan plaats vinden, geheel analoog aan de periode in de natuur die nu aanbreekt.

Maandag vieren we de verbinding met de moederkracht in de zomerzonnewende en richten we ons op de komende fase die leidt naar de Steenbok rond 21 december.
Want ook al is de zomer dan begonnen, moet de grootste warmte nog komen, ligt de vakantie voor ons, de zon treedt alweer terug en gaat op weg naar zijn diepste punt, want voor haar is de winter weer begonnen.
Totdat we beseffen dat ons taalgebruik niet klopt.
Het is de Aarde die draait en al deze bewegingen veroorzaakt.
En aangezien wij de kinderen van diezelfde Aarde zijn, maken wij al deze bewegingen en redeneringen.

 

Zij, de Zon, vecht niet, noch met het één, noch met het andere. 

Zij is één in zichzelf. Stralend zich zelf.

Zij is de inspirerende geest van ons leven. 

Een deel van haar ligt diep verscholen en verankerd in ons. 

Zoals het vuur van haar in het diepste van de Aarde brandt.

Brandt een deel van haar diep in ons. 

Ons hart heeft daar Weet van.

Alles draait om haar.

Als voorbeeld voor ons.

Het is de plaats waar het Weten huist.

 

 

 

© Willem Versteeg

20 juni 2021

Meld je aan met je E-mailadres en blijf automatisch op de hoogte van ons nieuws: