Wikken en wegen in oktober

Gepubliceerd op 1 oktober 2018 door Willem

We zijn beland bij de achtste maand in ons verhaal over de betekenis van de namen van de maanden.

Op de gewone kalender is het natuurlijk de tiende maand, maar die kalender is nadat hij vele verschillende uitvoeringen heeft gekend (ook een verhaal dat we eens moeten vertellen, want heel boeiend) uiteindelijk gestandaardiseerd en heeft daardoor nog minder verbinding met de oorspronkelijke symboliek, die we in deze verhalen weer wat onder het stof willen uithalen.

De Romeinen noemden deze maand de achtste, vandaar oktober, want zij begonnen te tellen vanaf maart.

En daar houdt het verhaal verder op.

We keren dus weer terug naar het natuurgebeuren; onze grootste leermeester.

Vorige week heb ik jullie verteld over de slangen van El Castillo en daaruit blijkt maar weer eens hoeveel belang de oude volken hechtten aan de vier kardinale punten van het jaar.

(zie daarvoor ook het verhaal van maart 2018 over de lente-equinox)

De vier kardinale punten van het jaar waren en zijn de twee zonnewenden en de twee eveningen.

 

Zonder veel kennis van astronomie waren geduldige observeerders vroeger al heel vroeg in staat om deze momenten in het jaar te markeren.
Op twee momenten in het jaar duurt de dag namelijk even lang als de nacht.
En er zijn  twee momenten dat de zon haar hoogste stand en haar laagste stand aan de hemel heeft bereikt en vanaf dat punt de tegengestelde richting inslaat. De wende van de zon; de zonnewende.

Niemand die het weet maar het zou me niet verbazen dat het kruis, dat als oudste symbool van de mensheid geldt, hierin zijn oorsprong vindt.

Ga even mee in gedachten of teken mee op een vel papier dat werkt nog veel beter (waarom zou ik daar tijd voor maken; wel doe maar eens en ervaar eens wat dat met je doet)

Trek door de cirkel een horizontale streep, ja een horizon.

Het eerste wat je ziet is dat deze tekening een symbool wordt voor de cyclus die we kennen als dag en nacht.
De cyclus, de weg die de zon aflegt (dacht men vroeger). 

In het bovenste deel van de cirkel zien we haar opgaan (links), haar 12 uurs stand (boven) en haar ondergang (rechts). Het onderste deel van de cirkel is in duisternis gehuld.
De nachtzijde.

Een stapje verder; we zien de zon dit pad afleggen terwijl we weten dat zij stilstaat en dat de aarde draait. 

Dit fenomeen dat alle mensen op heel de wereld dagelijks ervaren en dit gedurende wellicht duizenden jaren, heeft in de psyche een zo’n sterke indruk achter gelaten die geleid heeft tot een soort afdruk in de basisstructuur van heel ons wezen dat we haast niet anders kunnen dan de werkelijkheid opdelen in twee principes dag en nacht. Licht en donker, wit en zwart en ga zo maar door.

Als we een tweede lijn tekenen die van boven naar beneden door het midden gaat dan geeft deze lijn de twee punten op de cirkel aan die verbonden zijn met de 12 uurs punten; de hoogste en de laagste stand van de zon.

We kunnen deze tekening als representant zien voor de rondgang van de zon gedurende  een dag maar tegelijkertijd staat zij symbool voor de rondgang van de zon gedurende een heel jaar.

Die twee zijn volledig analoog aan elkaar.

Zonsopgang om 6 uur (22 maart) valt dan samen met het begin van de lente. 12 uur ’s middags is gelijk aan de zomerzonnewende van 23 juni, de ondergang van de zon loopt parallel met haar “ondergang” vanaf 23 september en de stand van de zon rond 22 december verwijst naar haar dieptepunt rond middernacht, waarbij de kerstnacht een soort middernachtelijke status heeft gekregen.

Zo worden de vier kardinale punten duidelijk en zien we waarom deze punten uitgangspunt zijn geworden voor het ontstaan van allerlei feestdagen en vieringen die wereldwijd in allerlei culturen hun uitdrukking hebben gevonden.

Maar ik wil even stil staan bij wat minder duidelijk opvalt maar wellicht nog veel belangrijker is. We staan tenslotte stil bij de betekenis van de maand oktober.

Je kunt de cirkel ook zien als de wijzerplaat van zo’n ouderwetse klok die bij opa en oma aan de muur hing, vaak met zo’n slinger eraan.
Dan ligt het accent niet bij de vier kwartier-punten, maar bij de wijzers.
Een wijzer geeft niet enkel het punt aan op de klok waar het naar verwijst. Nee, wijzers draaien. En staan niet stil. 

Wel we gaan vanaf nu niet verder stilstaan bij de verschillende kardinale punten. We focussen ons nu op het fenomeen van de beweging.
De aandacht verschuift nu naar het feit dat een wijzer niet enkel wijst maar vooral, door een wijs instrumentarium, beweegt.
Rondgaat. Een cyclus voltooit.
En deze rondgang veroorzaakt vervolgens dat er niet zoiets als een voorkeur bestaat. Alles komt voorbij; alles gaat rond. Alles keert terug.
Alles op zijn eigen tijd.

Het wijze instrumentarium van binnen, zorgt ervoor dat er een bijzonder evenwicht gehandhaafd blijft.
Ik weet wel dat een klok af en toe opgewonden moet worden, maar als we de klok nu even als symbool nemen voor de rondgang waar we het steeds over hebben.
De rondgang van de zon dan hoeven we ons geen zorgen te maken over het feit of ze opgewonden is of blijft (of toch wel?)

Zo lang er leven is, is zij opgewonden.
Zo lang zo leeft zorgt zij voor evenwicht.
En het is dit principe dat gevierd wordt tijdens de twee punten van het jaar die we de equinoxen noemen.

De maand oktober verwijst naar het gegeven van evenwicht.
Vandaar dat de Ouden aan de periode van het jaar dat loopt van 23 september tot 22 oktober het beeld koppelden van de Weegschaal.

Het kruis, als we inzoomen op de twee armen, verwijst dus sterk naar de twee tegenstellingen.
Evenwicht komt in het zicht wanneer we zien dat het kruis twee armen heeft die even lang zijn.
Evenwicht komt in het zicht wanneer we zien dat het kruis beweegt, rond gaat. Wanneer we focussen op de cirkel. Wanneer we niet stilstaan bij de verschillende punten, de kardinale punten op de buitenkant van de cirkel.
Ze zijn wel belangrijk de vier kardinale punten, 6, 12, 18 en 24.
Maar onder alles is er de beweging. De cyclus die alles draaiende houdt.

De Weegschaal staat symbool voor dat vermogen diep in ons dat weet dat kiezen voor het één ook betekent niet kiezen voor het andere.

Het is het vermogen te kiezen zonder het andere uit te sluiten.
Het is het vermogen de tegenstellingen zo te benaderen dat ze worden tot tegendelen. De mediator als kracht in ons die tegendelen laat opgaan in een nieuw gevonden evenwicht.
Maar de Weegschaal weet ook dat een half jaar later de Ram al weer klaar staat om het oude op te ruimen en de baan vrij te maken voor iets nieuws. 

Want schepping, uitdrukking in de vorm van Leven, gaat door twee poorten, de Geboorte en de Dood.

Waar we in onze cultuur bij het begin van de Ram een feest vieren dat alles te maken heeft met het begin, met opstanding, gaan we met de herfst-evening en de maand oktober het gebied binnen waar de grens heerst.
In Oud-Christelijke tradities en in de antroposofie leeft dit beeld verder in de gedaante van de aarstengel Michaël die symbool staat voor de overgang naar de andere wereld en daar waakt en wacht en weegt.

Het is het beeld dat we het meest uit het oog verloren zijn.
Vandaar een oproep om deze tijd van het jaar in ere te herstellen.
Op die manier mobiliseren we ook de kracht in ons waar deze tijd van het jaar nadrukkelijk naar verwijst.

Het vermogen om met evenwicht om te gaan. Harmonie te brengen in al ons handelen.

 

© Willem Versteeg 1 oktober 2018

Meld je aan met je E-mailadres en blijf automatisch op de hoogte van ons nieuws: