De grondtoon van oktober en november

Gepubliceerd op 25 oktober 2022 door Willem

Wanneer je bij ons in Poustinia de Kapel van de Schepping binnengaat, ietwat gebukt onder het lage deurtje door, dan kom je in het voorportaal en vandaar uit kijk je door de grote opening waar geen deur in zit, binnen in de kapel.
Aan weerszijden van deze opening zitten links en rechts een serie van zes medaillons die de twaalf werken van het jaar verbeelden. Het zijn kopieën van de medaillons zoals je die terugvindt in de basiliek La Madeleine in Vezelay.

Hier zie je zo’n medaillon.

Op elk medaillon wordt de typerende bezigheid voor die periode van het jaar binnen een agrarische samenleving gedurende de Middeleeuwen, uitgebeeld.
Sommigen van ons kennen ze nog als de oude namen voor de maanden van het jaar.
Tellend vanaf januari waren dat de louwmaand, de sprokkelmaand, de lentemaand, de grasmaand, de bloeimaand, de zomermaand, voor juli was dat de hooimaand, daarna de oogstmaand, de herfstmaand, de wijnmaand (voor oktober), de slachtmaand en de wintermaand.
Op oude afbeeldingen uit almanakken, gebedenboeken en kalenders vind je ook steevast de relatie tussen de afbeeldingen en de beelden van de dierenriem.
In Vezelay zie je ze daar ook en bij ons in de kapel uiteraard ook aangezien we deze oersymboliek als uitgangspunt hebben genomen voor de bouw van deze ruimte die in symbolen uitdrukking geeft aan de basiswetmatigheden die in de Schepping verankerd liggen.
En omdat wij als mens een wezenlijk onderdeel van deze Schepping zijn, erkennen we hiermee tevens dat we dezelfde wetmatigheden ook in ons zelf erkennen en achten.
Middels het gebruikmaken van de principes van de sacrale geometrie hebben we deze kosmische grondprincipes zo vormgegeven in onze kapel dat wanneer men de ruimte betreedt, men letterlijk een gesymboliseerde wetmatigheid binnentreedt.
En aangezien wij als mens volgens dezelfde principes zijn ontworpen, resoneert ons lichaam en onze ziel hiermee.
Een ervaring die zich moeilijk laat beschrijven maar vooral laat voelen eens je de drempel overschrijdt.

In de periode tussen 1989 en 1995 hebben we aan de kapel gewerkt en vanaf dat allereerste moment zijn de twaalf grondprincipes waarop het ontwerp is gebaseerd onze grootste inspiratiebron geweest.
We hebben dan ook nooit naar thema’s hoeven zoeken voor bv. feesten, onze workshops, onze werkzaamheden.
Elk jaar stemmen we af op de zg. Twaalf Heilige Nachten tussen Kerstmis en Driekoningen waarin we zoeken contact te leggen met hetgeen zich het nieuwe jaar hier wil verwezenlijken.
Want medeschepper zijn betekent vooral dat je zoekt en leert uitdrukking te geven aan krachten die zich middels ons mensen willen manifesteren.

 

We zijn tenslotte zo ontworpen dat we de ideeën uit een grotere werkelijkheid kunnen opvangen en middels onze menselijke kwaliteiten, die we al groeiend ontwikkelen, in creatieve vormen mogen uitdrukken.

Zo heeft de periode die nu voor de deur staat, vanaf het moment dat de zon het beeld van de Schorpioen binnengaat, een symbolische eeuwenoude wijze om aan te geven dat er weer een andere “energie” in de lucht hangt, alles te maken met het thema….

Ja, welk thema?
Waar komen die thema’s vandaan.
Waar vinden we de bron?

Ik grijp even terug naar een zin die even hiervoor geschreven werd:

We zijn tenslotte zo ontworpen dat we de ideeën uit een grotere werkelijkheid kunnen opvangen en middels onze menselijke kwaliteiten, die we al groeiend ontwikkelen, in creatieve vormen mogen uitdrukken.

Antwoord op de vraag: waar vinden we de bron?, krijgen we als we deze regels eens rustig en diepgaand bestuderen.
Wat vinden we dan.

We zijn tenslotte zo ontworpen…

Dit betekent dat we ons zelf niet hebben gemaakt of ontworpen. We zijn een product van een kosmische werkelijkheid. Al onze atomen van alle bouwstenen van ons lichaam komen uiteindelijk van onze zon waar rond wij draaien.
En aangezien het heelal zoals wij het nu kennen is opgebouwd aan de hand van een aantal fundamentele natuurwetten, werken deze natuurwetten in alle onderdelen ervan door.
En dus ook in ons.
Ook wij bv. vallen allemaal, als we vallen, naar beneden.

dat we de ideeën uit een grotere werkelijkheid kunnen opvangen

Alle grote ontdekkingen, alle grote inzichten die hebben bijgedragen aan het verzamelen van de kennis van de fundamentele wetmatigheden binnen de Schepping, zijn steevast het gevolg, niet van nadenken over, niet van deductie, niet van rekenwerk, maar telkens het gevolg van een ontvangen inzicht verkregen middels een droom, een visioen, een openbaring, een flits van.
Voor het gemak noem ik dat even een grotere werkelijkheid.
Deemoedigheid maakt dat ik besef dat we slechts een heel klein stukje van de hele werkelijkheid kennen en dat stukje dat we kennen daarvan kennen we slechts maar een klein percent.
Elke astronoom, elke hersenspecialist, elke celbioloog, kan je vertellen dat we al veel weten, maar dat het in verhouding niets voorstelt.
Voor elke nieuwe ontdekking duiken er minstens twintig nieuwe problemen op.

Het is erg vleiend te geloven dat wij zelf aan de basis liggen van onze ideeën maar een hedendaagse onderzoeker in de bionica bv. slaagde er pas in om waterdichte kleding te ontwikkelen nadat hij zorgvuldig had bestudeerd hoe het vel van haaien is ontworpen.
Of internetgebruik en de daarmee samenhangende principes achter webhosting werden pas dan actueel en toepasbaar nadat uitvoerig het coöperatieve gedrag tussen vogels, vissen en insecten bestudeerd en begrepen werd.
Vraag het aan kunstenaars, musici, koks, aan jezelf; als we praten over inspiratie dan hebben we het over de werking van de geest, wat dat dan ook is.

kunnen opvangen en middels onze menselijke kwaliteiten

Wat het dan ook is, deze werking van de geest, als we het erkennen in zijn werkzaamheid (dat is wat het oude woord “ootmoed” uitdrukt) als we er voor buigen (dat is wat het oude woord “deemoed” bedoelt), en als we vervolgens de “Moed” hebben om ernaar te handelen dan doen we wat de regel zegt:

we vangen de inspiratie op en met onze menselijke kwaliteiten gaan we aan de slag.

In onze psyche sluimert een vermogen dat zich laat ontwikkelen als we er tenminste aandacht aan besteden; een vermogen dat we verbeeldingskracht noemen.
Het lezen van verhalen roept dit vermogen wakker. Trouwens als we niet wakker zijn gaat het vanzelf, want zo belangrijk is het voor de mens.
Ontneem de mens zijn mogelijkheid tot het verbeelden van, bewust of onbewust, en hij sterft een gruwelijke dood.

Door het stimuleren en ontwikkelen van dit vermogen wordt als het ware de “antenne-functie” van ons brein geperfectioneerd.
Naast het feit dat we aangeboden beelden van anderen (verhalen), beelden die we zelf bedenken (fantasie) kunnen ervaren, zal de “antenne” zich vroeg of laat kunnen richten op een heel ander gebied, een heel andere frequentie.
In plaats van naar de wereld (verhalen) of naar de eigen wereld (fantasie) kan de “antenne” ook gericht worden op een werkelijkheid die buiten de onze ligt.
Je hoeft hem enkel te veronderstellen. Aan te nemen dat er iets groters is dan de wereld die je kent en je eigen wereld.

Vroeger noemde men dat “de weg van inwijding gaan”.

onze menselijke kwaliteiten, die we al groeiend ontwikkelen, in creatieve vormen mogen uitdrukken.

Inwijding verwijst dus naar de ontwikkeling van die specifieke menselijke kwaliteit die ik de “antenne-functie” noem.
Daarnaast is er de “normale” ontwikkeling van de menselijke kwaliteiten.
Gebaseerd op de vier basiselementen waarmee alles is opgebouwd in ons zonnestelsel, de vier grote lego-bouwblokken zogezegd; aarde, water, lucht en vuur.
Ook in onze psyche hebben we die kunnen terugvinden.
Het zijn ons vermogen tot waarnemen, onze intuïtie (ons aanvoelen), ons denken en ons vermogen tot voelen (niet tasten maar ons gevoel).
Opvoeding en onderwijs heeft, of zou moeten hebben, tot doel het evenwichtig ontwikkelen en leren gebruiken van deze vier instrumenten.
Vier instrumenten waarmee we alle mogelijke creatieve uitdrukkingen kunnen geven aan de ideeën die tot ons komen.

Zo komen we langzaam bij een antwoord op de vraag:
Waar komen die thema’s vandaan? De thema’s die symbolisch horen bij de oude beelden van de dierenriem.
Die dus verwijzen naar fundamentele scheppingskrachten.
Archetypische krachten die in mensen werkzaam zijn.

Deze vier instrumenten die we nu hebben blijken ook nog eens aangestuurd te worden door een drietal grondprincipes.
Deze drie vormen tezamen de basis waarop heel de Schepping is gebaseerd.
De basis driehoek.

onze menselijke kwaliteiten, die we al groeiend ontwikkelen, in creatieve vormen mogen uitdrukken.

Voor een goed begrip weer even terug.

De mens maakt contact, door de eeuwen heen, middels zijn antenne-functie, met de diepere werkelijkheid; komt op het spoor van kosmische principes.
Maar elke cultuur op Aarde heeft daar door de eeuwen heen zijn eigen taal, zijn eigen beeld op geplakt.
Ik noem er een paar:

In Egypte sprak men van Osiris, Isis en Horus.
Zo noemden zij de Drie Grote krachten.
Chinezen (Taoisten) spreken al eeuwen lang over Yang, Yin en Tao.
In het Hindoeisme; tot op de dag van vandaag eren miljoenen mensen Shiva, Parvati en Vishnu.
In India zijn er hele volksstammen die de werkzaamheid van de drie guna’s achten: Rajas, Tamas en Sattva.
In de middeleeuwse alchemie: alle dingen werden gezien als variaties van de drie elementen zout, zwavel en mercuur.
In het Katholieke geloof spreekt men over de Drievuldigheid van Vader, Zoon en Heilige Geest.

Wordt het niet de hoogste tijd dat we met elkaar beseffen dat we het allemaal gewoon over hetzelfde hebben! Dezelfde principes, elk in een eigen jasje!

Drie wezenlijke krachten die in alles werkzaam zijn, alles doordringen. Sterker nog alles wat is, is een manifestatie van een bepaalde manier waarop deze drie zich met elkaar verbinden, zich tot elkaar verhouden.

Een voorbeeld uit de wereld van de drukkerij.

Het kleurenoctaaf strekt zich uit van blauw tot rood. Beide aan het einde van het spectrum. (laten we zeggen de één staat voor Yang en de andere voor Yin).
Je kunt die mixen, maar de onvoorstelbare hoeveelheid verschillende tinten ontstaan maar als je er de derde basiskleur geel bij haalt.
Die ligt exact in het midden van het spectrum, is daardoor middelaar (Tao) en wordt zo als derde de basis voor de enorme hoeveelheid kleuren.
Ik kan nog talloze andere voorbeelden geven van hoe de drie samen werken en elk verschijnsel mogelijk maken, maar dat is voor een andere keer.

Het moge duidelijk zijn dat we in wezen over heel de wereld het eigenlijk wel met elkaar eens zijn als het over die drie gaat.
Voor een goed begrip. Het gaat hier over relativiteiten.

Niets is enkel Yang (actief). Niets is enkel Yin (passief). Dat kan niet bestaan. En niets is enkel Tao (verbindend).
Elk verschijnsel ontstaat en is doordat deze drie zich op een bepaalde wijze tot elkaar verhouden en een relatie aangaan.

De vier elementen, aarde, water, lucht en vuur kunnen zich dus elk zo manifesteren dat bv. water zich zo gedraagt dat de actieve kracht sterker op de voorgrond treedt dan de andere twee.
Of water gedraagt zich zo dat de passieve kracht sterker op de voorgrond treedt.
Of dat de bemiddelende kracht zich steker manifesteert dan de andere twee.

Vier principes die elk op drie manieren zich manifesteren leiden zo tot twaalf modaliteiten.

In deze zin ligt de grondlag voor de schepping van ons zonnestelsel vervat.

Ik zal een andere keer wel dieper ingaan op één en ander. Nu wil ik even stil staan bij het thema voor de periode in het jaar die ingaat rond 24 oktober en loopt tot ongeveer 23 november.
Dat heet bij de ouden de tijd van de Schorpioen. De wijnmaand.
De achtste maand gezien vanuit de oude telling die start met het begin van de lente op 21 maart.
De grondtoon voor deze periode is het element water. Water dat in zijn gedrag sterk de passieve kant toont met op de achtergrond de andere twee.
Voor de duidelijkheid: dat betekent niet dat water zich enkel in deze maand zo gedraagt.
Water heeft altijd de mogelijkheid om zich zo te gedragen, maar in deze tijd van het jaar zal dit gedrag (in verhouding) zich vaker manifesteren.
B.v het typische fenomeen dat water zich begint terug te trekken in bomen, waardoor de bladeren verkleuren en beginnen te vallen, is typerend voor deze periode.

Volgens de oude traditie is het archetypische beeld van de Schorpioen verbonden met het thema leven en dood. Transformatie in al haar vormen.
Dood als voorwaarde voor nieuw leven.
Er is heel veel meer over te vertellen, maar je weet ondertussen, dat is voor een andere keer.

Dit is voldoende om te zien wat de grondtoon hierover ons toont.

Water in zijn introverte, passieve staat.

Als water zich van de bemiddelende, verbindende kant toont dan is zij als de zee, voortdurend bewegend, aangejaagd door de rommelende oceaanbodem (aarde) en de opzwepende winden (lucht), zich klaarmakend om op te stijgen door de werking van de zon (vuur).
Water wordt damp, wordt regen en reist zo over heel de wereld en legt met alles zo een relatie.
Als water zich van haar actieve zijde toont is zij de vallende regen, de zich verzamelende stroom die naar beneden dendert en ook al is zij zacht van aard, verwoestend kan uithalen.
Maar als water vrijwel tot stilstand komt in poelen, vennen, moerassen, mangrovebossen, in baaien en inhammen, meren en plassen.
Als zij ingesloten raakt in de bodem en zich vermengt met de aarde.
Als zij op zeer grote diepte in troggen en oceaankloven niet meer deel uit maakt van de grote stromen die over de aarde trekken, dan wordt zij het belangrijkste ingrediënt van alle kraamkamers van deze aarde.
Vrijwel stilstaand water, passief van aard, diep zoekend, is en wordt het ideale medium waar allerlei stoffen zich in kunnen oplossen waardoor de processen van dood en leven op gang komen.

Voor nieuw leven is water nodig dat in haar Yin-element duikt.

Voor nieuw psychisch leven is het nodig dat het gevoel, want dat is wat water is voor de psyche, ons gevoel, dat dit gevoel bezien, beluistert, beschouwt wordt.
Waar niet direct actief op geacteerd wordt. Maar dat zich zelf langzaam toont, ontvouwt, rijpt en tot nieuwe bloem wordt.
Water dat passief wordt heeft graag een bodem nodig, zoals aarde in de vorm van een bedding. Waar het gedragen wordt en opgevangen. Een bodem die langzaam richting geeft, meebeweegt en kronkelt. Maar stevig genoeg is om niet doorheen te zakken.

Water kan een tijdje gedragen worden zelfs door handen, als ze maar niet grijpen naar haar.
Daarom is water, daarom is het gevoel niet te be-grijpen.
Daarom moet het denken terugtreden, passief worden en overgaan in haar modaliteit van schouwen over. 

Moet “schorpioen” worden die de diepte zoekt en weet dat nieuw leven enkel te vinden is in het rijk van de dood, dat rijk dat niet geschuwd wordt maar waar men doorheen gaat op voorwaarde dat men de drie anderen elementen op zijn plek heeft.
Men neemt een licht (vuur) mee in dat rijk, men gaat grondig en goed voorbereid te werk (aarde) en houdt het denken op een afstand, laat het schouwen, wordt als een schoorsteen, een kanaal dat lucht in de grond brengt, puur functioneel, in de hand gehouden om daar in de diepte Haar te leren kennen.

Wat wil Zij, de ziel, ons vertellen middels haar eigen instrument, het gevoel.

In de achtste maand van het kosmische jaar, de acht die tevens de lemniscaat is als zij gaat liggen, toont ons de kracht van de Schorpioen die ons kan leren wat de macht van het gevoel is als zij haar diepste waarheden toont.

Er is er één die er als de dood voor is.
Dat is dat deel in ons dat denkt dat hij zelf de belangrijkste, de slimste is.
Hij is zo bang omdat hij weet dat hij diep van binnen enkel van haar geen verstand heeft.
Zijn tegenpool, zij, daar beneden, ergens in die buik, in één van die vele plooien, waar zij leeft en heerst… 

 

© Willem Versteeg.

25 oktober 2022

Huize Poustinia

 

 

Meld je aan met je E-mailadres en blijf automatisch op de hoogte van ons nieuws: