Apis en de maand mei

Gepubliceerd op 1 mei 2018 door Willem

We zijn aanbeland bij de eerste mei, het begin van een nieuwe maand.

Deze datum valt in de z.g tweede archetypische maand die loopt van 20 april t/m 22 mei en die door de Soemëriers (zie het eerdere verhaal over de twaalf maanden van het jaar) werd verbonden met het beeld van de Stier.

Ik vind het nog altijd een toepasselijke term om te spreken van “wat hangt er in de lucht in deze tijd van het jaar”.

Allerlei culturen voor ons hebben getracht op deze vraag een antwoord te geven.

Laten we voor deze gelegenheid eens naar onze culturele voorouders gaan van nog niet zo lang geleden.

De Kelten.

In de Ardennen en even over de grens hier in de Duitse Eifel, kom je nog volop restanten tegen van deze voor Europa zo bepalende cultuur. Zo vind je in de dorpen in het Duitstalige deel van België hier vlak bij, overal weer de meipalen verschijnen waar rond gedanst wordt. 

Voor de Kelten was de eerste mei één van de hoogtepunten van hun jaar dat bij hen een half jaar daarvoor zich vernieuwde; op 1 november.

Op de eerste mei werd het Beltane feest gevierd; het jaarlijkse vruchtbaarheidsfeest. Het feest van licht en leven, bloei en bevruchting.

Struin maar eens rond op Internet dan zal je veel verwijzingen vinden naar dit oeroude feest.

Na hen kwamen de Romeinen, ook zij waren niet de uitvinders van feesten, rituelen en cultussen die pasten bij de tijd van het jaar. Zij vonden enkel de eigen vorm uit van de feesten. Waar de feesten uitdrukking van waren dat is nu net waar we hier in dit verhaal contact mee trachten te krijgen.

We gaan dus op zoek achter de uiterlijke verschijningsvorm om te pijlen naar de essentie.

 

De Romeinen haalden een oude Griekse godin van stal, Maia, want zij was het die de dingen in de natuur liet groeien. Ook bekend bij hen als de Goede Godin, Bona Dea.

Niet verbazend dat later in het christendom zij veranderde in Maria.

De Romeinen spraken over die tijd van het jaar dan ook over de maand maius.

En zo ontstaat na verloop van tijd de naam mei voor ons taalgebied.

Maar er is ook een bijzonder verband met een nog oudere cultuur die een grote invloed heeft gehad op de Griekse en Romeinse cultuur.

Als je een astrologieboek openslaat kun je daar lezen dat de periode van 20 april tot 22 mei is verbonden met het sterrebeeld van de Stier en dan vind je daar een uiteenzetting waar die Stier dan zoal symbool voor staat. Al die informatie is op schrift gesteld door negentieneeuwse zoekers die in oude bronnen gezocht en gevonden hebben die terug gaan op de culturen van Soemërie zo’n vijfduizend jaar geleden.

Je kunt dat lezen en aannemen, je kunt ook zoals ik zelf geneigd ben te doen de vraag stellen:

wie heeft dat bedacht, waarom is dat zo als het al zo is.

En dan zelf op zoek gaan.

Dat is een eigenaardigheid die me al veel heeft getoond.

En dan zoek ik niet in oude bronnen maar ik blijf wat dichter bij huis en stel me dan de vraag of ik in het natuurgebeuren rondom mij een bevestiging kan vinden voor het waarheidsgehalte van de oude bronnen.

Want als zij toen lang geleden een poging hebben gedaan om in symbooltaal te vatten “wat er in de lucht hangt”, dan moet het mij ook lukken om “wat er in de lucht hangt” terug te vinden in de natuur aangezien de natuur om ons heen niets anders is dan de uitdrukking in de vorm van wat er in de lucht hangt.

In de tweede archetypische maand van het jaar zien we bv. dat het gras dat onze ezel eet in zijn wei, uitgerekend nu zo voedzaam is, dat de dierenarts ons waarschuwt dat hij niet veel daar van eet want dat doet een ezel geen goed. De ezel is een dier dat, van nature, leeft in gebieden rond de Middellandse zee en gewend is en gedijd in nogal arme gebieden. Hij leeft daar ook ongeveer zo’n zestig jaar.

Bij ons mag hij blij zijn als hij 35 jaar oud wordt. Het milieu bij ons is te rijk voor hem en doet zijn constitutie geen goed.

Er is een sterke groeikracht aanwezig in het gras van onze weiden, op voorwaarde dat de wei niet mishandeld wordt.

Een groeikracht die herkauwers zo nodig hebben.

Het oeros heeft zich laten domesticeren en is nu onze melkmachine geworden.

Een koe of een stier is een van nature zeer sterk symbool van de kracht van transformatie die in staat is om zonlicht om te zetten in concrete groeikracht voor het kleine jonge volk.

Denk eens aan de oude Egyptische cultuur waar een stier werd afgebeeld met een zonneschijf tussen zijn horens. De apis.

Denk eens aan een stier of een koe die in de zon buiten in het gras graast.

Gras dat door het wonder van de fotosynthese in staat is om zonlicht om  te zetten in suikers.

Door het dier genuttigd, nuttig gemaakt tot vlees en als witte substantie uit hem stroomt, bij de koe toch, en een ongelooflijk sterke groeimpuls verschaft.

Via de melk krijgt het jonge grut letterlijk een slok zonlicht binnen in de periode dat het zelf nog niet kan grazen.

Met dit in je achterhoofd kijk je vanaf nu heel anders naar dat beeld van de apis. Die stier met die zonneschijf tussen je horens. Ineens begrijp je waarom hij die schijf tussen zijn horens heeft. 

Wij kunnen nu spreken over transformatie, fotosynthese, herkauwen, enz. en doen dan net of we begrijpen wat er dan gebeurt. 

Zij in die tijd hadden die woorden niet, althans dat veronderstellen wij. Zij eerden en achten en vierden dit fenomeen. Drukten hun eerbied uit voor.

De vraag is wat wij nog uitdrukken als we de woorden gebruiken die het fenomeen beschrijven. 

Als we het kunnen uitleggen wat er gebeurt, neemt ons gevoel van ontzag voor dan toe? Of groeit enkel het ontzag voor onze toenemende kennis? 

In mei geeft de natuur ons de impuls die tot ons komt waarin zij laat zien dat wanneer wij de zon laten inwerken in ons leven en handelen dat we in staat zijn deze kracht te transformeren tot het vermogen om medeschepper te worden.

Het zinnebeeld van de hemel die zich verbindt met de aarde. Of de aarde die zich richt naar de hemel.

De kunstenaar die uitdrukking geeft aan een ontvangen inspiratie (zon) en die dit uitdrukt in een of andere vorm (aarde).

Niet vreemd dat een andere cultuur, ons ook wel bekend, hier een feest plaatst waarin deze verbinding weer anders wordt voorgesteld. Daar wordt dan gesproken over de Hemelvaart.

En zo zie je dat elk van ons elk jaar opnieuw, elke maand opnieuw de kans geboden wordt, op een unieke wijze uitdrukking te geven aan krachtige impulsen die in de schepping werken en ons opwekken tot….

Rond de eerste juni zien we elkaar terug.

©  Willem Versteeg  

Meld je aan met je E-mailadres en blijf automatisch op de hoogte van ons nieuws: