Doe wat er in jou bij het begin van de lente als wil gewekt wordt.

Gepubliceerd op 23 maart 2023 door Willem


Je zult dat ook wel eens hebben meegemaakt, dat je een lucifer die je wilt laten ontbranden, afstrijkt langs de rand van het doosje, en dat er dan ineens niets gebeurt.
Wat je ook doet.
Of een motor start die met een schrapend geluid laat weten er echt geen zin in te hebben.
Blijkbaar zijn de omstandigheden die normaal gezien samen komen en op de juiste wijze in elkaar grijpen, niet aanwezig.
Verouderde benzine, vochtig luciferdoosje, allerlei oorzaken tonen zich ineens die maken dat de combinatie van factoren niet de gewenste is en daardoor het plan niet kan doorgaan.
Plannen lopen vast, ideeën krijgen geen uitdrukking, writers lopen tegen een block aan.
En “altijd” gebeurt dat op het moment dat het het slechtst uitkomt.

Want op 21 maart had je dit verhaal misschien al wel willen lezen.
Ik was toch van plan het dan te laten verschijnen.
Maar de lucifers waren niet droog genoeg zullen we maar zeggen.
En uitgerekend, natuurlijk, als het een verhaal betreft waar de zg. “Ram” energie centraal staat.
Een energie die alles te maken heeft met initiatief, de kracht van het nieuwe begin, de doorbraak naar het nieuwe en het opruimen van het oude.
Beelden van een explosie, een ontploffing, een ontsteking, de lont, de lucifer.
Er voor gaan, ongeacht de consequenties. Doorbraak. Vernieuwing. Revolutie.

 

Daarom begint het nieuwe jaar rond 21 maart.
Het is maar een datum natuurlijk, maar het geeft het moment aan dat in de relatie zon en aarde het moment daar is dat bij ons op het Noordelijk Halfrond de zon voor het eerst weer eens langer aan de hemel staat dan de maan.
Vlak voor 21 september was dat ook zo, maar een half jaar lang, heeft de zon het onderspit gedolven en heerste de maan.
Maar deze periode ligt achter ons en de zon bekroont dit moment en roept de natuur als het ware op om uitdrukking te geven aan dit grootse thema door zich te tooien met talloze nieuwe levensvormen in evenzovele vormen.

Een andere manier om te zeggen dat de lente begonnen is.

En dat willen velen op deze aarde weten en overal worden vormen gevonden om dit te vieren.
Zo cruciaal dat dit voor de primitieve volkeren een reden was om hun nieuwe jaar te verbinden met dit tijdsmoment.
(Even terzijde, het woord primitief komt van het woord “primus” dat eerste betekent. Laat je niet verleiden mee te gaan met allerlei connotaties die later verbonden werden met dit woord, waardoor het wellicht “gevaarlijk” wordt deze woorden te gebruiken. Bronnenonderzoek kan helpen om trouw te blijven aan de origine van zoiets als het woord “primitief”.)

Er hangt iets in de lucht aan het begin van de lente en de natuur kan niet anders dan hier uitdrukking aan geven.
Het leven zelf is een ongrijpbaar, onzichtbaar iets.
Je realiseert je dat op een onuitwisbare wijze wanneer je getuige bent van de dood van iemand.

Het moment dat het leven iemand verlaat, want ik kan het echt enkel zo uitdrukken, dat het leven iemand verlaat, ja je leest het goed, het leven kiest dat moment en gaat dan op dat moment zijn eigen weg; dat je dan die persoon kwijt bent, terwijl zijn lichaam er gewoon nog is met alles erop en eraan.
Het leven glijdt uit het lichaam van de stervende en bij jou als toeschouwer voel je aan alles dat ook jij er geen enkele greep meer op hebt.

Dat leven, dat iets dat het lichaam bezielde, want zo noemen we dat toch, dat het lichaam in beweging zette en hield, dat het lichaam in “leven” hield, dat iets trekt zich nu terug.
En we constateren dat dat zo is wanneer duidelijk is dat geen enkele functie van dat lichaam nog actief is.

Heel dit proces is analoog aan hoe het een boom vergaat.
Met één groot verschil.
Het zichtbare leven trekt zich terug aan het begin van de herfst, gaat dan ondergronds in de winter.
Maar onze ervaring heeft ons geleerd dat de boom zelf niet is gestorven.
In de lente komt ze weer “tot leven”.
Ze toont aan de buitenkant weer dat het leven van onderuit zich een weg zoekt naar de bovenwereld en daar zichtbaar wordt in wat ze met de boom doet.

Er is nog zo’n proces dat analoog hieraan is.

Het creatieve proces.

Net zoals bij de mens en net zo als bij de boom, of welk dier en welke plant dan ook, komt leven (op zichzelf onzichtbaar en ongrijpbaar, niet materieel) maar tot uitdrukking wanneer er een bevruchting heeft plaats gevonden.
En een bevruchting is het resultaat van twee “principes” die, tegengesteld van karakter, man-vrouw, bloemetje-bijtje, enz. zich verzoenen. En uit deze verzoening komt een derde een nieuwe levensvorm naar voren.
De driehoek die de basis is van elke schepping.

De totale materiële werkelijkheid bestaat dus maar bij de gratie dat de bouwstenen waaruit de werkelijkheid bestaat door een onzichtbare kracht, die ik voor het gemak maar even het leven noem, op een dusdanige wijze “gestuurd” worden opdat deze verzoening kan plaats vinden. Een verzoening die tot gevolg heeft dat er zoiets als schepping plaats vindt.
Voor de wereld van de mineralen, planten en dieren praten we dan over natuur en als het mensen betreft praten we over cultuur. Verschil moet er zijn natuurlijk.

Terug naar het creatieve proces.

Een creatief proces is dus niet enkel de totstandkoming van een film of een boek.
Van een standbeeld of een symfonie.
Ook een geboorte van een kristal, een ontluiken van een crocus, de eerste kreetjes van een kitten, de geboorte van jezelf en je kleinkind. Het is allemaal het wetmatige resultaat van de werking van dezelfde basisdriehoek.

De twee bouwstenen die bijeen gebracht worden door de inwerking van een derde onzichtbare kracht.

Wel, als de lucifer niet ontbrandt, de motor niet start, het gedicht niet op papier komt.
Wel dan kan het misschien ook wel eens zo zijn, dat het leven niet verschijnt, omdat er iets mis is met één van de twee ingrediënten (natte lucifer-oude benzine), of

– omdat het leven zelf beslist zich nog niet te verbinden met de twee die bijeen willen komen.

– omdat het leven wacht totdat de twee op een iets andere wijze dan gepland was door die twee, bijeen zullen komen

– omdat het leven zelf beslist niet mee te willen doen met het plan dat door die twee werd bedacht.

– omdat het leven zelf beslist enkel daar binnen te willen komen als het leven zelf ook volop kansen krijgt bij te dragen aan

– omdat het leven zelf beslist dat de harmonische ontwikkeling van het geheel meer belang heeft dan de individuele wens van één van de twee partijen of beiden.

 

Een poging om aan te geven dat er misschien altijd wel een goede reden is waarom de motor niet wil starten.

Een antwoord komt enkel dan, als ook een vraag wordt gesteld.
En wie eerlijk vraagt, stelt zich open voor dat antwoord.

Kortom; als het je stoort dat de lucifer het niet doet, weet dan, dat je er zelf te veel druk op legt dat het gaat zoals jij wilt.

Er is een keuze voor een ieder.

DOE WAT JE WIL
of
DOE WAT ER IN JOU ALS WIL GEWEKT WORDT

De Ram energie die ingebed is in een groter geheel weet zich geïnspireerd en drukt een groter idee uit. Die doet niet wat hij wil. Die geeft uitdrukking aan iets dat in hem werkt als een groot willen.
Hij kan dat ook ervaren als een zelf willen, maar dan wordt hij een d-rammer.

De “Ram-kracht” op zichzelf loopt dit risico.
Kennis van de scheppingsdriehoek toont ons weer de oplossing.
Als de “Ram” zich verzoent met zijn tegenbeeld de “Weegschaal”, realiseert hij zich dat elk handelen consequenties heeft. De Weegschaal waakt over het evenwicht.

Denk maar aan de eerste klap op de beitel die de beeldhouwer geeft.
Hij staat voor de brok marmer. Ziet met zijn geestesoog de figuur die uit het blok bevrijd wil worden. (Het grondidee, de inspiratie, de geest, het leven, het nog ongeschapene, noem het hoe je wilt).
Maar hij weet uit ervaring dat de eerste en de volgende slagen van de beitel (Ramkracht), beheerst moeten zijn (Weegschaal) anders resten er slechts brokstukken.

Hij heeft geleerd dat schepping niets anders is dan de twee, in jezelf te laten samenwerken, opdat de Derde zich daardoor kan tonen.

 

©         Willem Versteeg

23 maart 2023

Vanuit Huize Poustinia – Beter laat dan nooit.

De Weegschaal leert ons leven in een wereld waar één plus één drie is.

Gepubliceerd op 23 september 2022 door Willem

Mensen die aan de westkusten van Europa wonen of verblijven hebben het geluk dat ze dagelijks getuige kunnen zijn van een telkens weer opnieuw, ontzag-wekkend natuurfenomeen; “we kunnen de zon in de zee zien zakken”, zeiden wij vroeger tegen elkaar als we als kinderen op het strand speelden en het ultieme moment daar was!

Iedereen over de hele wereld kan de zon zien wegzakken, maar niet iedereen krijgt daar ook een zee bij cadeau.

De zon beweegt zich naar de einder daarmee de dag beëindigend. De helft van een etmaal is voorbij.
Nadat ze ’s morgens in het oosten opkwam, een grote halve boog langs de hemel trok, duikt ze nu onder.
Waar naar toe?
Naar het westen. Buiten westen?
Een vraag voor velen lang geleden.
Zonder kennis van zaken neemt de angst het makkelijk over.
Komt ze terug?
Wat gebeurt er ondertussen met haar?
Wat maakt ze mee, wat brengt ze mee terug?

Dat licht werd geloofd en geëerd en duisternis gevreesd, heeft in dit oerritme haar grond.

Niemand die het kan navertellen maar er zijn ongetwijfeld nog wel vele mineralen, eenvoudige levensvormen, enkele oerplanten en zeewezens die nog vage herinneringen hebben opgeslagen in hun systemen die spreken over die paar keer dat de zon niet terugkeerde.
Dat ze na verloop van tijd weer opkwam daar waar ze was ondergegaan.

Onze aarde is niet altijd zo stabiel geweest zoals ze nu lijkt te zijn.

Ze heeft haar as al enkele malen laten kantelen. Ze heeft haar draaisnelheid af en toe aangepast. Een bijna botsing met een andere proto-planeet schudde haar danig doorheen en het kostte haar vele jaren om haar min of meer stabiele positie terug te vinden.
Maar geen mens die daar nog weet van heeft, we waren er waarschijnlijk toen nog niet, of misschien toch wel, maar … laten we dat maar geschiedenis noemen.
Wat resteerde en een diepgewortelde indruk achter liet in onze psyche is het simpele feit dat we licht en duisternis zeer sterk ervaren als een oertegenstelling.

We gaan met zijn allen voor het licht en stellen ons teweer tegen het duister.
Vrijwel al ons handelen heeft dit motief als grondslag.
Vrijwel alle religies en godsdiensten hebben dit motief als grondslag.

 

Maar laten we eens terugkeren naar de zee. Naar het strand.
Laten we nog eens kijken wat we zien als de zon in de zee wegzakt.
We zien een cirkel (de zon) die langzaam wegzakt achter de horizon.
Als ze halverwege is ontstaat min of meer dit beeld:

 

Alles draait om het begrip halverwege.
De zon bereikt hier het moment dat haar dagelijkse rondgang op het punt is aangekomen dat we “halverwege” noemen.
Ze heeft haar dagboog afgerond en staat op het punt om met haar nachtboog te beginnen.
Een dag is voorbij, een nacht volgt. Samen een etmaal vormend.

We kunnen het zonnejaar, de opvolging van de vier seizoenen door het jaar, analoog zien aan een etmaal.
De dagboog omvat dan de lente en de zomer en de nachtboog staat voor de herfst en de winter.
Op het punt halverwege, daar waar de zomer overgaat in de herfst, meestal rond 23 september, vindt als het ware de “zonsondergang” van het jaar plaats.
De herfstequinox, de herfst-evening.
En het archetypische beeld dat daarbij hoort is het beeld van de Weegschaal.
En het symbool waarmee dit beeld wordt weergegeven is de afbeelding hierboven.

Aan het begin van de herfst, vandaag dus, kijken we als het ware naar de grote zonsondergang.
En wat toont deze zonsondergang ons.
Dat het op deze dag net zo lang donker is als dat het licht is.
Dat hier een evenwichtspunt werd bereikt.
De dag is voorbij, maar het etmaal nog niet.
Een etmaal bestaat uit licht en donker samen. In volledig evenwicht.
Op dit moment althans.
Maar een moment is een opname omdat we de stroom van het leven even stilzetten en “kijken hoe laat het is”.

Er zijn twee momenten in het jaar dat alles in evenwicht is (althans als we even halt houden) wat op zich niet kan, want als je even kijkt hoe laat het is en je spreekt uit: “dertien over 4”, bv. dan is het op dat moment al weer net even later…

De cyclus toont ons de twee poorten van het leven.
De poort van het leven aan het begin van de lente en de poort voor de dood aan het begin van de herfst.
De Weegschaal toont ons dat er een instrument is, (het enige dierenriembeeld dat noch mens, noch dier is), dat ons helpt te ontdekken wanneer er een evenwicht bereikt wordt.
Het staat symbool voor het vermogen in ons mensen die maakt dat we een synthese kunnen bereiken. Dat we licht EN donker zo met elkaar in contact kunnen brengen dat ze samen leven voortbrengen.

We hebben als mensheid lang geleefd met het idee zoals ik dat hierboven beschreef:

 

We gaan met zijn allen voor het licht en stellen ons teweer tegen het duister.

Vrijwel al ons handelen heeft dit motief als grondslag.

Vrijwel alle religies en godsdiensten hebben dit motief als grondslag.

 

Maar alles stroomt, net als de tijd.
Als een spiralende beweging die telkens een winding hoger reikt.
Lang (?) geleden dachten we zoals hierboven.
In de grote oertegenstellingen. Partij kiezend. Strijdend en zegevierend en ten onder gaand. Telkens weer.

 

Lang geleden zag de zodiac, de riem van beelden van dieren, geprojecteerd op de sterrenhemel, een poging van oude culturen om vat te krijgen op dat wat de wereld en haar bewoners bewoog in het zicht te krijgen, er anders uit dan nu.
Ook dat beeld was groeiend, gelijklopend met het groeiende bewustzijn van de mensheid.
Het is een boeiend maar lang verhaal dat ik hier heel erg inkort.
Veranderend maar vooral groeiend bewustzijn maakte dat culturen nieuwe menselijke eigenschappen begonnen te ontdekken.
In potentie natuurlijk altijd al aanwezig, maar nu langzaam op de voorgrond begonnen te treden, hetgeen maakte dat men ook anders naar de hemel keek (of andere, nieuwe zaken daarop projecteerde).

Zo kon het gebeuren dat astronomen van lang geleden in het sterrenbeeld van de Schorpioen een groepje sterren ineens anders begonnen te bekijken en ze besloten om deze groep als het ware te isoleren van de andere sterren en hen een eigen naam en betekenis te geven.
Op dat moment in de tijd vond ook de herfstequinox plaats in dat specifieke beeld waar ik over spreek. En zo werd het nieuwe sterrenbeeld, precies daar waar de herfstequinox plaats vond, vastgesteld en het kreeg een bijzondere naam. De Weegschaal.

Overeenkomstig het vermogen in de mens dat zich langzaam begon te manifesteren.
Het vermogen dat we diep in ons over een ijkpunt beschikken. Wij allemaal.
Een ijkpunt dat we hanteren om te bepalen of iets in evenwicht is of niet.
Diep in ons ligt, naast veel andere “hogere” vermogens van ons mens-zijn, het vermogen om te weten wanneer rechtvaardigheid geschied.
Wanneer iets in harmonie is.
Dat vermogen gaat voorbij aan stemmingen en sentimenten, zo eigen aan dieren en mensen die onbewust handelen. 

Daarom werd gekozen voor een instrument en geen dier- of mensenbeeld.
Een instrument dat uitdrukking geeft aan het begrip uit-balanceren.
Zo’n instrument; als we dat in onze wereld tegenkomen en we willen het gebruiken dan willen we zeker zijn dat wanneer het aangeeft 2 kilo, dat het dan ook echt 2 kilo is.

Het zal dan door een onafhankelijk lichaam, het ijkwezen, geijkt moeten zijn.

Wel, op een ietwat grotere schaal, bestaat er ook een ijkwezen.
Dat heeft ons geijkt.
Anders waren we niet in staat de volgende fenomenen waar te nemen in ons leven.

Schoonheid. Harmonie. Rechtvaardigheid. Evenwicht.

De juiste maat. Ontmoeting. De Gulden Snede.

Als onze samenleving hier nauwelijks tot geen uitdrukking aan weet te geven,
als je eigen leven deze typische Weegschaal principes ontbeert, weet dan dat het de hoogste tijd is om weer eens naar het ijkwezen te stappen.

Voor een herijking.
Een ver-rijk-ende ervaring.

Die ons uiteindelijk laat zien dat alle religies overbodig zijn
wanneer je ontdekt dat één plus één drie is.
De grote ijker toont ons dat enkel wanneer we de ander, het andere, het duister ook opnemen in de vergelijking, we dan in staat zijn een som te maken.
Wanneer we ontdekken dat de ander, het andere, het duister in essentie gelijk is aan ons zelf. Dat het gewoon een deel van ons uitmaakt.
Dat we in de grond niet anders zijn.
Dat we dus samen gewoon één zijn.
Twee enen, naast elkaar, vormen een drie.
Want die twee naast elkaar werden door die derde geijkt en goed bevonden.

Altijd weer als ik deze beelden oproep komt dat oude vertrouwde beeld terug bovendrijven.

 

Ik zit in de speeltuin, ben vier jaar oud, moeder blij dat ik buiten speel, wachtend op mijn vriendje.
Die heb ik meer dan nodig want ik zit op de wip.
Zonder hem kom ik niet omhoog; wat ik ook doe.
Als hij dan eindelijk komt moet ik er af, want zijn zitje zit onmogelijk hoog in de lucht. Leeg.
Samen lopen we naar het midden van de wip en gaan elk een kant op en houden de wip in balans en klimmen voorzichtig elk op een kant op ons plekje en dan kunnen we eindeloos wippen.

Daarna rennen we naar de schommels.
Ze zijn vrij gekomen, de buurjongens zijn naar de glijbaan gegaan.
Wanordelijk hangen ze daar rond te tollen. We gaan elk naar een schommel.
Het is nog niet simpel om op zo’n schommel te klimmen als niemand je helpt.
Als je eenmaal zit en je hebt dat ding een beetje tot rust gebracht, moet je vervolgens de boel weer in beweging zien te krijgen.
Een monsterklus als niemand het jou heeft voorgedaan.
Van een ander heb je begrepen dat je met je handen omhoog de kettingen naar achter moet drukken en zelf met je benen voorzichtig langzaam naar voren moet bewegen.
Direct daarna moet je precies het tegenovergestelde doen. Maar wel langzaam het tempo opvoeren.

 

Alles draait hier om geleidelijkheid.

Naar voren met benen gestrekt en de handen die de ketting wat naar achter duwen.
Op het hoogste punt alles omdraaien. Benen inklappen onder de schommel zo diep mogelijk en de handen die de ketting nu naar voren duwen.
Naar het andere keerpunt. En zo telkens de twee oerprincipes beheersend, de twee in innige samenwerking brengend, kom je langzaam steeds een beetje hoger en verder.
Als dat lukt ben je de koning te rijk.
En als slotakkoord, op het hoogste punt, laat je alles los en spring je zo ver je kunt.

Zo veel fijner dan wanneer je bij de eerste keer door je vader op de schommel bent getild, hij achteruitlopend jouw meenemend en dan loslatend, je je eerste schommelervaring geeft.

 

Waar zijn nog de speeltuinen; waar zijn nog de kinderen die de wip en de schommel leren hanteren en zo de wijze lessen van het leven spelenderwijs onder de knie krijgen?

Samen spelen, de ander helemaal toelaten, zoals hij jouw toelaat, in wederzijdse afhankelijkheid van elkaar, ontdekken dat dat oude gezegde: “Waar twee in mijn Naam verbonden zijn, zal Ik zijn”, nog altijd niets verloren heeft in zeggingskracht.

Het waren de wip en de schommel die al heel vroeg mij leerden dat één en één drie is.

 

©             Willem Versteeg

23 september 2022

Huize Poustinia – www.poustinia.beinfo@poustinia.be

Met behulp van de Weegschaal uit de chaos komen.

Gepubliceerd op 22 september 2021 door Willem

Ga eens mee in het volgende beeld van zo’n ouderwetse weegschaal.
Zo’n mooie koperen weegschaal met twee glinsterende schalen die lichtjes bewegen en op zoek zijn naar hun evenwicht dat door zo’n mooie lange, statige wijzer uiteindelijk wordt aangegeven wanneer de rust gevonden  is.

Het is een heel subtiel mechanisme dat ontworpen is rondom één exact gekozen ophangpunt. Dat ligt precies in het midden van een lange baar waaraan de twee schalen middels een aantal ragfijne kettingen hangen.

Door op één van de schalen iets te leggen dat gewicht heeft, komt het geheel in beweging.
De schaal met het gewicht zakt naar beneden en de andere schaal komt omhoog en vraagt.
Vraagt iets te mogen ontvangen opdat ook zij iets in de schaal gelegd krijgt, zodat het evenwicht hersteld kan worden.

De bewegingen die aldus tot stand komen zijn gracieus en getuigen van een harmonische schoonheid.

Zo heel anders dan de uiterst chaotische en lachwekkende bewegingen die ontstaan wanneer je per ongeluk tegen het toestel zou aanlopen.

Als het toestel al niet omvalt, vertoont het de meest disharmonische toeren en het laat zien hoeveel moeite het heeft om zijn balans te hervinden.

Maar als we de weegschaal achten gebeurt dat niet.

Dan gaan we er voor-zicht-ig mee om.

 

Achten betekent namelijk dat we ons realiseren dat elke actie een verantwoordelijkheid met zich mee brengt.

Elke actie heeft een gevolg en elk gevolg zoekt de actie weer in evenwicht te brengen met het origineel. Daarmee de kringloop voltooiend. Gehoorzamend aan een natuurwet.

Precies datgene dat een weegschaal toont.

Elke actie aan de ene kant heeft een gevolg voor de andere schaal.
Elke actie creëert een onevenwicht. En de natuurwet dwingt het gevolg af.
Er zal, wetmatig, iets moeten gebeuren om het evenwicht te herstellen.
Het hervonden evenwicht zal op zijn beurt weer uit evenwicht geraken door wat we het leven noemen.
Leven is namelijk een beweging binnen van te voren bepaalde grenzen, zich zelf telkens vernieuwend door de versmelting van de twee zg. tegengestelde krachten die zich manifesteren.

Vandaag, 22 september 2021, staat de zon recht boven de evenaar,
de dag duurt even lang als de komende nacht.
We hebben een half jaar van actie achter ons.
Het leven dat zich een nieuwe vorm aanmat bij het begin van de lente zal vanaf vandaag zijn gewicht verplaatsen naar de andere schaal. 

Wetmatig.

De intensiteit van het licht neemt af. De nieuw gecreëerde vormen zullen langzaam hun vorm vrij geven.
De herfst komt en de winter bezoekt ons straks weer.
Zo toont de kosmos ons een cyclus waarbinnen we leven.
Geen ontkomen aan.
Het gevolg van een beweging binnen bepaalde grenzen die ons de twee aspecten toont.

Lente en zomer tegenover herfst en winter.
Of anders; geboorte en dood.
In het klein; een inademing gevolgd door een uitademing.
Een etmaal bestaande uit een dag en een nacht.

Beschouw de werking van je eigen hart eens nauwkeurig en zie hoe de wijze waarop deze wijze werking van dit orgaan ons telkens in elke klop de grenzen toont die de Kosmos heeft ingebouwd.

 

We leven binnen een grote driehoek. 

Kosmos, Natuur en Cultuur.

Deze driehoek bepaalt de grenzen waarbinnen dit leven vorm aanneemt.

 

Het Leven wil zich in deze driehoek uitdrukken.
En op deze plaats, op onze planeet die we Aarde noemen, gebeurt dit doordat de mens middels wat hij cultuur noemt een relatie aangaat met de hem omringende natuur.
Dit alles binnen de grenzen die de Kosmos hem oplegt.
Hij heeft alle vermogens in zich om dit Leven op deze Aarde uit te drukken
op een wijze die maakt dat hij een paradijs op aarde creëert.

Als hij de Weegschaal juist hanteert en de werking ervan begrijpt.

Als hij de grenzen die de Kosmos hem oplegt acht.

 

Maar we gedragen ons als pubers die hun eigen gang gaan.
Zich weinig aantrekkend van de gevolgen van de eigen acties.
Als dronken olifanten denderen we door de natuur en dringen haar een cultuur op die zich nauwelijks nog iets aantrekt van de grotere verbanden.
Voor de meesten van ons mag het altijd lente en zomer zijn.
Totdat de weegschaal wetmatig de andere schaal naar boven duwt en ons toont wat de gevolgen zijn van onze acties en ons dwingt de verantwoordelijkheid op te nemen het evenwicht te herstellen.

Als we de cultuur zo willen vorm geven dat de natuur haar eigen plaats niet verliest en een essentieel levengevend element van diezelfde cultuur kan zijn, dan kunnen we niet anders dan het derde element, de kosmos, als leidend gegeven accepteren.

 

Laat ik besluiten met een enkel voorbeeld te geven hoe dat er in de praktijk kan uitzien.

Er bestaat een Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens.

Wat ontbeert is een Universele Verklaring voor de Rechten van de Natuur.

En een Universele Verklaring voor de Achting van de Kosmische Wetmatigheden waarbinnen de mens en de natuur op deze planeet zoekt een Leven uit te drukken.

Het is de erkenning dat de natuurwetten niet enkel gelden voor het zichtbare universum, maar dat zij tevens gelden voor de onzichtbare wereld van het bewustzijn in al zijn diverse niveau’s en schalen.

 

Met deze drie drukken we onze achting uit voor:

De Kosmos als leidend principe
met de kosmologie en haar principes als richtinggevend voor.

De Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens
als ijkpunt voor de vormgeving van de nieuwe cultuur.

De Universele Verklaring voor de Rechten van de Natuur
als ijkpunt voor onze verhouding tot alle levensvormen op de planeet Aarde.

 

Dit is waar de Weegschaal, het instrument dat de Kosmos representeert,
ons oproept mee aan de slag te gaan.

Er is geen andere weg om uit de chaos te komen.

pastedGraphic_1.png

 

©      Willem Versteeg

22 september 2021

 

Willems blog over de kosmische samenhangen – https://www.poustinia.be/blog/

De weg naar binnen ligt open. Het is aan ons om hem te gaan.

Gepubliceerd op 22 september 2020 door Willem

“Mellon! Zeg vriend en treedt binnen!”

Gandalf voor de deuren van Moria

 

Vandaag 22 september 2020 om 15.36 uur ging de zon het dierenriemteken van de Weegschaal binnen. Het elk jaar terugkerende verschijnsel dat de herfst begint. 

De herfstevening.

In mijn verhaal van september 2018 heb ik daar een paar mooie voorbeelden van gegeven hoe volkeren dit moment achtten.

Wie nieuw is bij dit blog moet daar zeker toch eens kijken.

https://www.poustinia.be/willem/de-kruipende-slangen-van-el-castillo-en-het-begin-van-de-herfst/#more-688

Momenten die in vroegere culturen van levensbelang waren, gaan nu in deze zg. moderne tijd, achteloos voorbij.

We slaan er geen enkele acht meer op.

We leven niet langer meer in het besef dat ons leven gestuurd wordt door krachten die ons ver te boven gaan.

Ons leven is volledig uit balans.

Daar wil ik even bij stil staan nu de Aarde in haar jaarlijkse gang rondom de zon ons weer oproept stil te staan bij dit geheiligde moment.

Het moment dat we in vrijheid de keuze maken om ons af te stemmen op de diepere betekenis van dit moment.

Vroeger waren het de sjamanen, de ouderen, de priesters, de voorgangers, die ons opriepen bijeen te komen op deze momenten voor een hernieuwde verbinding met…

We hebben deze gidsen stelselmatig aan de deur gezet er vanuit gaande dat we zelf wel in staat zijn om ons leven vorm te geven en van betekenis te voorzien.

Natuurlijk hadden we met zijn allen ook wel redenen om velen van hen aan de deur te zetten, voelend dat zij zelf ook de verbinding aan het kwijt raken waren.

Maar in opstand kwamen we niet echt want velen van ons waren, net als degenen die ons hadden moeten leiden, in de ban geraakt van iets anders, iets groters dat ons langzaam steeds meer begon te boeien.

We waren in de ban van … J.R.R. Tolkien zou zeggen: “The Lord of the Rings”.

Maar daar kom ik zo op terug. 

Laten we eens kijken hoe het allemaal is begonnen.

Lees verder »

Als we erom heen blijven draaien raken weegschalen in de war en verstopt de waarheid zich in oktober.

Gepubliceerd op 1 oktober 2019 door Willem

Als we erom heen blijven draaien raken weegschalen in de war en verstopt de waarheid zich in oktober.

Zoals ik in eerdere verhalen hier verschenen al liet doorschemeren valt er niet veel te vieren in de maand oktober.

Enkel in antroposofische en oud-katholieke middens klinkt er nog een echo door van het oude Michaëlsfeest, maar daarbuiten is het akelig stil.

Alsof we als cultuur niet goed weten hoe om te gaan met de fase in het jaar die volgt op de herfstevening van 22 september, wanneer de zon recht boven de evenaar staat en op weg gaat naar de steenbokskeerkring wat wil zeggen dat de dagen korten, de herfst intreedt en de lange nachten ons komen bezoeken. Allerlei associaties met datgene wat de mens doorgaans het meest ontloopt.

De “Ouden” hebben op deze periode van het jaar het beeld van de Weegschaal “geplakt”. Daar ga ik straks wat dieper op in, maar ik wil eerst even stil staan bij iets anders.

In een vorig blog gaf ik aan dat er op de hele wereld restanten te vinden zijn van culturen die heel goed wel wisten hoe hier mee om te gaan. Zij achtten en eerden dit kosmische gegeven omdat zij zich de drieslag Ootmoed, Deemoed en Moed herinnerden.

De aloude verwijzing naar de drie houdingen waarmee deze achting voor werd uitgedrukt.

De oude Kelten, om maar een enkele voorvader van ons te noemen, kenden nog de betekenis van het woord “Ootmoed”, al hadden zij in hun talen daar waarschijnlijk een ander woord voor.

pastedGraphic.png

Lees verder »

Wikken en wegen in oktober

Gepubliceerd op 1 oktober 2018 door Willem

We zijn beland bij de achtste maand in ons verhaal over de betekenis van de namen van de maanden.

Op de gewone kalender is het natuurlijk de tiende maand, maar die kalender is nadat hij vele verschillende uitvoeringen heeft gekend (ook een verhaal dat we eens moeten vertellen, want heel boeiend) uiteindelijk gestandaardiseerd en heeft daardoor nog minder verbinding met de oorspronkelijke symboliek, die we in deze verhalen weer wat onder het stof willen uithalen.

De Romeinen noemden deze maand de achtste, vandaar oktober, want zij begonnen te tellen vanaf maart.

En daar houdt het verhaal verder op.

We keren dus weer terug naar het natuurgebeuren; onze grootste leermeester.

Vorige week heb ik jullie verteld over de slangen van El Castillo en daaruit blijkt maar weer eens hoeveel belang de oude volken hechtten aan de vier kardinale punten van het jaar.

(zie daarvoor ook het verhaal van maart 2018 over de lente-equinox)

De vier kardinale punten van het jaar waren en zijn de twee zonnewenden en de twee eveningen.

 

Zonder veel kennis van astronomie waren geduldige observeerders vroeger al heel vroeg in staat om deze momenten in het jaar te markeren.
Op twee momenten in het jaar duurt de dag namelijk even lang als de nacht.
En er zijn  twee momenten dat de zon haar hoogste stand en haar laagste stand aan de hemel heeft bereikt en vanaf dat punt de tegengestelde richting inslaat. De wende van de zon; de zonnewende.

Niemand die het weet maar het zou me niet verbazen dat het kruis, dat als oudste symbool van de mensheid geldt, hierin zijn oorsprong vindt.

Ga even mee in gedachten of teken mee op een vel papier dat werkt nog veel beter (waarom zou ik daar tijd voor maken; wel doe maar eens en ervaar eens wat dat met je doet)

Lees verder »

Meld je aan met je E-mailadres en blijf automatisch op de hoogte van ons nieuws: