Het contract met de wasbeer

Gepubliceerd op 20 juni 2022 door Willem

Aan de achterzijde van ons huis, Poustinia, daar waar de nieuwste kamers zijn voor de gasten, zit boven op een oude Ardeense muur, onder de dakgoot een nest met wasberen.

Al weken horen we veel kabaal daar bij de aansluiting van die muur daar waar ze aan de kapel grenst, daar heeft moeder wasbeer van een gat in de muur (je weet wel zo’n klus die maar blijft liggen, “moet ik nog eens doen”) gebruik gemaakt, om onder het dak op die muur te klauteren en haar nest te maken.

Ik heb een wildcamera gekocht en enkele weken geleden verscheen zij voor het eerst voor de camera. Toen wisten we het zeker dat zij het was die ’s nachts al het kattenvoer oppeuzelt.

Maar ze was niet alleen.

Een steenmarter kwam voorbij, afgewisseld door een vos en een kat van de buren en allemaal “mee-eten” natuurlijk.

Het was nog een heel gedoe om tot goede afspraken te komen.

Uiteindelijk hebben we het volgende compromis gevonden.

De wasbeer heeft zijn eigen drinkbak, een heel grote waar hij zelf makkelijk middenin kan gaan zitten. Doet hij graag. En een eigen voederbak met kattenvoer achter het huis.

De poezen hebben naast het huis aan de tuinzijde hun eigen voorziening. 

En dat werkt prima want nu laat de wasbeer de bloempotten met rust die hij telkens omgooide en leeggroef op zoek naar insecten. Mieren, pissebedden en ander klein grut.

De vrede is getekend en de afspraak die we hebben gemaakt is de volgende:

Hij mag hier blijven wonen tot zijn jongen zo groot zijn dat het nest verlaten wordt.

Dat zal op een bepaald moment gebeuren en dan gaat een wasbeer normaal gesproken met de kleine pubs op stap op zoek naar een andere schuilplaats ergens buiten.

Zo lang duurt het huurcontract; dus is het wachten op het moment dat we de kleine pubs zien rondscharrelen op camera.

Want dat is het moment dat ik de oorzaak kan aanpakken.

Dat gat dicht maken en het dier verder geen enkele gelegenheid meer bieden hier illegaal onderdak af te dwingen. Hij moet het dan doen met de voorhanden natuur.

Ook al hoort hij daar ook niet, want het is een asielzoeker, achtergelaten door Amerikanen na de 2e Wereldoorlog ( de racoon was hun mascottedier ) en door pelshandelaren die de beesten hier hadden ingevoerd om hun pelsen. Verschillende ontsnapte exemplaren hebben ervoor gezorgd dat de wasbeer nu een roofdier is dat ook in de Ardennen vaste voet begint te krijgen.

Als het aan de gemeente ligt, wordt hij vernietigt. Maar deze politiek ligt me niet.

Ik zoek liever de oorzaak aan te pakken.

En voor zover mijn invloed gaat is het enige dat ik kan doen haar geen gelegenheid meer geven om zich te vestigen.

De last die zij veroorzaakt heb ik mezelf op de hals gehaald door dat gat een gat te laten.

Als dat dicht is, zal zij andere plaatsen zoeken.

Ergens in de natuur hopelijk. Ook al is zij een z.g. invasieve soort, het voelt niet goed om haar om te brengen.

Maar ik moet er beslist geen huisdier van gaan maken.

Vandaar ons contract.

En wel; deze ochtend maak ik de camera open en bekijk de beelden en zie de afbeelding:

 

 

Moeder en dochter ? Moeder en zoon? Geen idee. Maar het is er maar één!

Dat had ik niet gedacht.

Ik kijk het nog een paar dagen aan en dan gaat het gat dicht. En is het gedaan met de voorstelling. Einde contract.

Het is nodig een stevig standpunt in te nemen want de andere stem poogt ruimte te krijgen. De stem die verleidt. Zo’n lief koppeltje, daar kunnen we toch wel even van genieten. Enzovoorts….

Moederschap en vaderschap. Twee polen die beiden vragen om aandacht. Om geleefd te worden.

Een typisch archetypisch thema dat de Ouden verbonden met de oerbeelden van Kreeft en Steenbok.

En in het zonnejaar hun plaats hebben rond de oude feesten die horen bij de zomerzonnewende en de winterzonnewende.

De twee kruispuntfeesten van het jaar.

Twee archetypische krachten die ons in contact brengen met twee thema’s die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. 

Ruimte geven aan en begrenzen.

Openen en afsluiten. 

Moederschap en vaderschap; liefst tegelijk.

Omdat het twee polen zijn van één principe. 

De zorg voor nieuw leven.

Onze grootste opdracht. Of we dat nu tot uitdrukking brengen in de vorm van de opvoeding van onze eigen kinderen of dat dat onze houding bepaalt in de zorg voor onze geesteskinderen. Of de wijze waarop we ons verhouden als tuinier in onze zorg voor onze tuin.

Of onze grondhouding in de wijze waarop we de ander hulp verlenen.

Als je de beide krachten acht verandert je grondhouding compleet.

Lief zijn voor is dan soms ook de ander duidelijk maken waar voor jou de grens ligt.

De ruimte die de ander eist voor zijn ogen sluiten.

Laten zien dat nee evenveel achting vereist als ja.

Aan het begin van de lente laat de kosmos zien wat geboorte vermag als kracht binnen de schepping. Reden voor een feestje. Voor de één heet dat dan Beltane, voor de ander Pasen.

Aan het begin van de herfst laat de kosmos zien wat dood vermag als kracht binnen de schepping.

Reden voor een feestje? Ik dacht het niet.

We hebben ons losgemaakt en doen liever onze goesting heet dat in Vlaanderen. Of onze eigen zin in Holland.

Het verband is gelost. En waar verbanden gelost zijn, dringt de infectie binnen. En gaat er iets mis. Om ons te tonen dat het verband gelost is.

Het verband eenmaal hersteld, toont ons de twee die van nature verbonden zijn en door ons verbonden beleefd en geleefd kunnen worden. Zodat daaruit een derde ontstaat. 

Iets geheel nieuws. Nooit eerder vertoond!

Geboorte en dood kunnen verbonden worden als we de moeder en de vaderkracht evenwaardig in ons laten werken. Want het zijn die twee krachten die samen zorg dragen voor dat nieuwe leven.

De natuur geeft ons geboorte en dood met de lente en de herfst.

De zomer en de winter herinnert ons er aan dat we de Kreeft, moederschap en de Steenbok, vaderschap samen in ons moeten laten werken zodat we vandaar weten hoe we met geboorte en dood moeten omgaan.

Als we deze vier in het juiste verband leggen, in een kruis; een gelijkarmig kruis, dan zijn wij het die, de twee verbonden houdend in het midden, als vijfde element dit kruis kunnen laten bewegen in de richting die het wil. 

Zoals een klein kind aan het strand dat van nature leert, wanneer het zittend aan de waterkant, met zijn schepje en emmertje, speelt met water en zand, terwijl de wind om hem heen waait en de zon zijn bolletje verwarmt.

Of als hij wat groter is, samen met zijn vader zijn eerste vlieger op laat.

Thuis heeft hij van zijn vader twee bamboestokken gekregen die hij nauwkeurig bijeenbindt met touw in de vorm van een kruis. Zijn moeder heeft van wat restjes zijde een lap gemaakt van vier kleuren, die over het raamwerk, de ruit, getrokken worden en vastgemaakt.

Met zijn vader en zijn moeder gaat hij naar het strand. Legt de vlieger in het zand. Brengt de staart met vele gekleurde linten aan. Bevestigt het vliegertouw aan de vlieger. Maakt de lijn van vliegertouw vast aan de vlieger en aan de houten klos die straks in zijn hand ligt.

Zijn vader tilt de vlieger op. Zelf loopt hij weg van zijn vader met de lijn in zijn handen die zich langzaam afrolt van de klos.

Dan draait hij zich om en als de wind goed staat, gooit zijn vader de vlieger een klein stukje de lucht in en dan….

Zal hij leren dat de kunst van het vliegeren erin bestaat het evenwicht te vinden tussen:

Ruimte geven aan het touw en op tijd het touw vastpakken en vastzetten.

Ruimte geven aan de vlieger en op het juiste moment de vlieger stil te zetten. 

Zodat de wind juist daardoor de vlieger brengt waar hij moet zijn.

Dit vinden van dat juiste evenwicht, zoeken en vinden wat de lucht, de geest, wil met de vlieger, dit wonderlijke gebeuren daar is een woord voor.

In het vliegeren leer je wat vieren betekent.

Leer je wat ruimte geven aan en begrenzen doen met de geboorte en dood.

Waar vieren en leven bij-één komen.

 

 

© Willem Versteeg

20 juni 2022

 

Willems blog over de kosmische verbanden

Huize Poustinia

 

Quintilus, de Kreeft en de maand juli

Gepubliceerd op 1 juli 2018 door Willem

Quintilus, de vijfde maand van het jaar volgens de Romeinen (zij begonnen te tellen vanaf maart) verdween als naam in de vergetelheid nadat de dictator Julius Ceasar deze maand zijn eigen naam meegaf. Julius.

En wij leven sedert die tijd met de naam van de maand die na juni komt in de maand juli.

De zon is al een week geleden begonnen met haar z.g. terugtocht. Vanaf 23 juni staat de zon elke dag een paar minuten korter aan de hemel, de dagen worden daardoor korter en de nachten weer wat langer en dat duurt dan tot aan 22 december en dan keert dat weer om.

De Mesopotamiërs zagen in het sterrenbeeld dat zij de naam van de Kreeft gaven vooral de typische scharen terug van het dier. Ook zijn er bronnen die verwijzen naar een eerdere naam die betrekking heeft op de ezel ivm de sterrenhoop  de Praesepe, de voederbak, in  het midden van het beeld, waarover ik al eerder schreef in het artikel van 28-12-2017 over de achtergrond van de feestdagen (zie de voetnoot aldaar)

Er is ook een mooie relatie met de feestdag van Johannes de Doper die geplaatst werd op 26 juni.

Een bekende uitspraak van hem: “Ik moet kleiner worden en Hij groter.” 

Hierbij doelend op degene die hij even daarvoor doopte, Jezus van Nazareth. Hij zag in hem zijn opvolger.

Maar de analogie ligt hem in het feit dat het tevens verwijst naar het moment in het jaar dat de kracht van de zon, symbolisch belichaamd door Johannes, begint af te nemen, zoals de zon ook effectief doet in haar steeds korter wordende dagboog aan de hemel, en dat Hij, verwijzend naar de Christus die een half jaar later geboren wordt als de zon weer terugkeert uit de duisternis rond 24 december, dus groter moet worden.

Terugtreden voor wordt daarmee een centraal thema voor deze periode van het jaar.

Lees verder »

Meld je aan met je E-mailadres en blijf automatisch op de hoogte van ons nieuws: