De Vissen het carnaval

Gepubliceerd op 20 februari 2022 door Willem

 

Hoe laat is het?

Zelden vragen we ons af hoe vroeg het is.

Trouwens als je je dat af-vroeg ben je al te laat met vragen.

Want wie te laat is, is af. Vroeg-af. Te laat!

De tijd als dictator. Als een klok, die ook slaat. Als staal.

Koud en hard dicteert hij of is het een zij, het uur.

En vormt uur om tot duur, het stuurt. Van uur tot uur.

Zo beleven en kennen wij de tijd. 

Ver-lopend langs een keurig lijntje, lineair, maar rond op de klok.

Op de wijzerplaat van de oude klokken wordt deze paradox in beeld gebracht.

Lineair verlopende tijd gevangen in een cyclus.

 

 

Chronos en Kairos.

Ook de Grieken keken al op meerdere wijzen naar de tijd.

Chronos symboliseert de tijd, het verloop van de tijd.

Terwijl Zeus jongste zoon Kairos staat voor de kwaliteit, het ge-schikt-e moment.

Chronos toont ons het verloop van de tijd volgens een strak schema.

Kairos laat ons zien welke kwaliteit de tijd heeft op dat moment. Wat er als het ware “in de lucht hangt”.

Hou het maar eens in de gaten. Als je woorden tegen komt waarin “(t)eit” staat dan speelt Kairos daar een rol. Woorden met “tijd” erin komen van Chronos.

We leven met Chronos en Kairos leeft ons.

Chronos stuurt ons leven met de tijd en Kairos poogt ons de kwaliteit van de tijd te laten ervaren.

Maar het is zo jammer dat als we naar de klok kijken, we ons enkel nog bezig houden met Chronos.

We hebben de oude klokken zelfs vervangen door digitale exemplaren die exemplarisch zijn voor dit gegeven, aangezien, ja hun aangezicht toont ons slechts cijfers.

Maar ook als we kinderen leren klokkijken vertelt niemand ons nog dat de twaalf tekens rondom de klok symbool staan voor 12 verschillende kwaliteiten; dat er in een dag 12 verschillende energieën in de lucht hangen.

Het waren vooral de Babyloniërs, heel lang geleden, die in het Tweestromenland, dat we nu kennen als Irak, vaststelden dat de zon ongeveer om de twee uur, telkens voor een ander sterrenbeeld aan de hemel stond. 

In één dag maakte de aarde als het ware een reis langs de 12 beelden van de zodiac, de dierenriem.

Maar ook in het groot, gedurende het zonnejaar, als de aarde een ronde om de zon had afgelegd, bleek dat er twaalf perioden waren dat de zon ’s morgens op kwam tegen een elke maand andere achtergrond.

Zo werden de 12 sterrenbeelden gekoppeld aan de twaalf perioden (maanden) van het jaar.

Ze stelden nog andere, grotere cycli vast, maar dat voert voor dit verhaal nu even te ver.

Strikt genomen komt het hier op neer dat alles wat leeft op deze aarde door verschillende cycli heengaat. En elke cyclus heeft een specifiek karakter. En het leven hier op aarde, in welke vorm dan ook, is in feite de uitdrukking in de vorm van het typische karakter van deze 12 oerbeelden, deze vormgevende krachten die in de schepping werkzaam zijn.

De innerlijke drijfkracht, de motor zogezegd, het motief, dat de vogel ervaart om te paren en te nestelen, om maar eens iets te noemen, valt samen met de sterke behoefte die mensen in het voorjaar ervaren om naar buiten te gaan, te feesten, de kermis op te gaan en zo uitdrukking te geven aan een kracht die de Ouden het archetype van de Tweelingen noemden.

Of kijk eens naar de oerkracht die maakt dat mensen samen de straat op gaan, alle persoonlijke verschillen aan de kant zetten en zich storten in een collectief gebeuren, als haringen (Vissen) in een ton, waarin men een haast oceanisch gevoel gewaar wordt. 

Het oer-carnaval, zo typisch voor deze komende tijd van het jaar. 

In de cyclus van het leven in een zonnejaar vinden we vier kwartieren; één van geboorte en opgroei, één van volwassenwording en rijping, één van ouderdom en delen van wijsheid en één van sterven en terugtrekking naar een andere wereld wachtend op een nieuwe geboorte in het volgende kwartier.

Alle levensvormen geven elk op hun eigen wijze uitdrukking aan dit proces.

We spreken dan ook over een ontwikkelingsproces.

Ook bij ons.

Zo laat de laatste periode van het zonnejaar, de fase van 20 februari tot 21 maart, die door de Ouden werd verbonden met het beeld van de Vissen, ons zien dat onze bestemming als individu, het doel van ons ontwikkelingsproces, ligt in het ons bewust worden van het grote, ons overstijgende collectief waar we deel van uit maken.

De persoonlijke ontwikkeling tot een individu, hetgeen betekent een onverdeeld persoon, dat hoort bij het beeld van de Leeuw, leert ons om ons ik-beeld te verbinden met wie we diep in ons hart “zijn”, hetgeen het volgende beeld van de Maagd ons leert.

Na de Maagd gaan we nog een lange weg die ons dan uiteindelijk leidt naar het tegenbeeld van de Maagd, de Vissen, dat ons toont dat ons individuele ontwikkelingsproces uiteindelijk tot doel heeft dat we een bewust levend wezen zijn dat zijn eigen plek inneemt binnen een groter geheel.

Een bewust geworden draad binnen het grotere levensweb.

In het woordje in-wij-ding ligt deze grote opdracht besloten.

We zijn “slechts” een ding in het grotere Wij.

We kunnen het hen niet meer vragen maar degenen die de oerbeelden van de dierenriem rangschikten, waren misschien de eersten die de psychologische ontwikkeling van de mens herkenden in de vormende krachten die zij in het natuurgebeuren ontdekten.

Vormende, Grote Krachten, Goden, die op Hun beurt ook weer uitdrukking waren en gaven aan dat ene beeld dat aan de schepping ten grondslag lag en Licht.

 

©         Willem Versteeg

20 februari 2022

Een van de vergeten feestdagen

Gepubliceerd op 2 februari 2022 door Willem

 

In eerdere verhalen die ik heb verteld heb ik eens stil gestaan bij de oorspronkelijke feestdagen. 

Althans bij die feestdagen die minder verbonden zijn met heersende culturele of godsdienstige stromingen, maar terug gaan naar een tijd dat de mens veel sterker verbonden met de hem omringende kosmos zijn verbondenheid met en afhankelijkheid van, in feesten tot uitdrukking bracht.
Want daarom feestte en vierde men al sedert mensenheugenis.
De relatie tussen zon, maan en aarde, waarvan al het leven op de planeet volledig afhankelijk was en is, gold als uitgangspunt.
Daaraan gekoppeld een oeroud fenomenologisch feit, de levendige ervaring van wat er zich zoal afspeelde in het leven van alledag; of eenvoudig gezegd – de kennis van wat er in de lucht hing.

De oeroude symbooltaal die zijn weerslag terugvindt in de beeldencyclus die tot ons gekomen is als de symboliek van de zodiac is in wezen een prachtige beeldentaal van alle opgeslagen kennis en wijsheid van alle eeuwen die de mensheid van vroeger heeft verzameld.
De beeldentaal van de zodiac gaat terug op het oerkruis dat vier heilige momenten in het zonnejaar markeert die ons de bijzondere relatie toont tussen de aarde en de zon.
Vier momenten worden gemarkeerd waarop de mens heeft ervaren dat er iets heel speciaal in de lucht hing.
Elke maand observeerde men dat de sfeer veranderde en zo ontstond een heel beeldenboek waarbinnen men een twaalftal heel eigen sferen herkende die elk hun eigen beeld en betekenis tot uitdrukking brachten en zo in evenzovele symbolen en rituelen werden gevat.

Laat ons eens focussen op één van de kwartieren van het zonnejaar.
Neem de wijzerplaat van de oude klok als uitgangspunt en richt je op de periode links onder, van zes uur tot negen uur. Dat kwartier van het zonnejaar.
Een periode waarin we zien dat de levensenergie vanaf zes uur, 21 december in het jaar, de opstijgende tendens aanvat. Op weg naar haar punt waarop ze als het ware haar kop boven de grond steekt, negen uur, 21 maart in het jaar, als je een denkbeeldige lijn trekt als horizon door de negen en de drie. Alles daarboven is dag, alles daaronder is nacht.

We zoomen in op dit kwartier en zien dan gedurende die periode dat de levenssfeer vooral gedomineerd wordt door drie beelden. Steenbok vanaf 21 december, Waterman, vanaf 20 januari en Vissen vanaf 21 februari.
Drie beelden die werken vanuit de drie elementen aarde, lucht en water.
Drie beelden die de levensenergie vanuit de diepte mobiliseren in de richting van de manifestatie die vanaf 21 maart gestalte gaat aannemen.

Wel in het midden van dat kwartier, in het midden van de winter, valt de datum 1 en 2 februari. Dat is hartje Waterman.
Vanwege het naijleffect in de atmosfeer is de winter hier qua temperatuur op zijn koudst.
Dit is op een andere wijze midwinter.

De mensheid heeft aangevoeld dat in deze periode, waarin drie elementen sterk op de voorgrond treden, hij zelf het element dat ontbreekt, of beter gezegd meer op de achtergrond in het verborgene speelt, naar buiten moet uitdragen om de vier bijeen te brengen. Dat is het element Vuur dat in deze fase “ontbreekt”.

Steenbok dat de Aarde als element binnenbrengt, Waterman met Lucht en Vissen met Water, roepen de mens op zich wezenlijk met het element Vuur te verbinden deze dagen.
En wat blijkt; aan dit oeridee hebben alle latere culturen op hun eigen wijze uitdrukking gegeven.

Hoe mooi is het dan niet dat ik vandaag van mijn schoondochter, die sterk verbonden is met de Waterman, een aantal foto’s krijg die tonen hoe ook zij met haar man, mijn zoon, hun dochter, mijn kleindochter Linde, inwijden in dit oeroude beeld opdat zij zo jong mogelijk deelachtig kan worden aan dit unieke principe.

De Kelten vierden rond dezer dagen Imbolc, de oude Ieren kennen deze dagen als het feest van de vuurgodin Brigid.
In katholieke huizen wordt hier en daar nog een licht naar buiten gedragen.
Men spreekt van Maria Lichtmis. 

Het licht dat met de Kerst geboren en ontstoken werd, mag, nee moet nu naar buiten, aan het werk gezet, om Pasen straks mogelijk te maken.

En wij als mensheid spelen daar een actieve rol in als we die rol willen herkennen en erkennen.
Door in het “putje van de winter” het licht naar buiten te brengen, wordt er ook van binnen diep in je zelf iets klaargezet dat bepalend wordt voor de komende cyclus.

 

 

De Watermankracht komt in beweging.

Vaak wordt gedacht dat het water van de Waterman uit zijn kruik stroomt voor de dorstigen. Dat het over water gaat. Maar het is een lucht-beeld hetgeen wil zeggen dat het hier ons denken betreft.

Maar we dienen het te verbinden met de diepere verborgen kracht van het vuur dat in dit kwartier van het jaar diep verborgen in de grond sluimert, wacht, om opgestuwd te worden, naar boven te komen en als een bron opgevangen wordt en uitgestort wordt in de vorm van geestkracht. Van geestelijk enthousiasme dat anderen inspireert en in beweging zet.

Want de drie beelden tonen dat het juist dit element is, het vuur, dat in dit jaar-kwartier “ontbreekt”.

Het is aan ons, de mensheid, deze kracht die sluimert in de Waterman, naar boven te werken, uit te drukken. Deze kracht van de verbeelding, de imaginatie die ons in het diepst verbindt met de geesteswereld, te tonen opdat een ieder herkent wat hier in werkzaam is. 

De Waterman is een lucht teken. Lucht is verbonden met het mentale aspect. 

Maar hier verbindt het mentale aspect, het denken binnen de mens zich met zijn diepst verborgen krachten.
De Waterman, als introvert teken, beleeft het denken als gericht zijnde naar binnen, naar de diepte, naar het onbekende, het nieuwe, de wereld van de inspiratie, de geest.
Daarin zit zijn concept van bevrijding.
Alles wat knelt omdat de vorm niet meer van vandaag is, moet aan de kant, hij effent de weg voor het nieuwe en is en wordt daardoor de revolutionair genoemd. 

Hij is ook de mensenverbinder, want als er iets is dat ons allen verbindt, dan is het wel het element lucht dat wij allen gebruiken en dat wij allen met elkaar delen. 

Maar opnieuw, naar binnen. De innerlijke kwaliteit van lucht komt hier naar boven. 

Dan zien we dat wanneer het vuur ontstoken wordt in de lucht zij geëlectrificeerd wordt. Geïnjecteerd met geestkracht waar de vonken van af vliegen als het ware.

Deze geest wil, moet en zal naar buiten treden. Desnoods als bliksem met donderend geraas soms.

 

 

2 februari 2022 of 2-2-2022 (veel tweeën)

 

© Willem Versteeg

Meld je aan met je E-mailadres en blijf automatisch op de hoogte van ons nieuws: